Rotterdam. Cmmwijk In enkele Rotterdamse horecagelegenheden kom je nog schitterende 'Heineken-schilderijen' tegen. Die zijn gemaakt door Piet Cottaar, die naast zijn werk op de brouwerij ook kunstschilder was. Er draagt zelfs een straat in Rotterdam-Overschie zijn naam. Piets vader was tevens een niet onverdienstelijk kunstschilder. En zijn neef was de bekende sportverslaggever Jan Cottaar. Een terugblik op een bewogen schildersleven, met dank aan alle (oud) Heineken-medewerkers die informatie hebben opgestuurd naar aanleiding van onze oproep in Vers van 't Vat. Piet Cottaar kwam kort voor het begin van de Tweede Wereldoorlog in dienst van Heineken als 'huisschilder'. In die tijd werden de vracht wagens nog met de kwast van een kleur voor zien en ook dat behoorde tot zijn taken. Daarbij onderscheidde hij zich door zijn kwaliteit als 'letterschilder'. Alle vrachtwagens voerden im mers onze naamsreclame. Zo kreeg Piet steeds meer werk in die richting toegeschoven en hield hij zich ook méér en méér bezig met reclame schilderingen op muren van straatgevels en ra men van cafés. Piet werd hierbij geassisteerd door de heer Akkerman (bekend als Kees of Ak). Deze laatste deed in die tijd de letters en Piet het fijne werk. Een vorm van buitenreclame die in de jaren dertig tot vijftig veel opgang maakte. Hierbij werden ladders en hangstellin- gen gebruikt. Een bekende muurschildering die Piet heeft ontworpen, is het 'wandelende glas'. Een glas waarop een gezicht was aangebracht en dat haren, armen en benen had gekregen. Het zo uitgebeelde mannetje stelde een ober voor, die op zijn beurt weer onderweg was naar klanten, met een dienblad vol Heineken's Bier (in die tijd stond er 's achter de naam). Ook het bekende 'Obertje' is een creatie van Piet. Drukke tijden Door de Tweede Wereldoorlog ontstond er in Nederland een groot tekort aan grondstoffen. Beschikbare gerst was eerder nodig voor de voedselvoorziening dan voor het maken van bier. Het bier was dus een tijd lang 'op de bon'. Vanaf 1948 (het bierverbruik is dan in Nederland met amper negen liter per hoofd van de bevolking per jaar op zijn laagst), komen er weer voldoende grondstoffen beschikbaar voor de brouwerijen. Gezamenlijk beginnen ze een campagne om bier te promoten met als slogan 'Het bier is weer best'. Er braken voor Piet drukke tijden aan, want deze tekst werd door hem veelvuldig aangebracht. Kort daarop waagde hij zich ook op andere ter reinen. Piet was inmiddels getrouwd met een meisje dat uit Beieren, Zuid-Duitsland, afkom stig was. (De huishoudster van Jonkheer Mr. Feith die in deze tijd directeur was van de Heineken Brouwerij Rotterdam aan de Crooswijksesingel, een 'werk'romance dus). Zij brachten hun vakanties steeds vaker daér door en Piet legde met zijn schetsboek allerlei tafe relen vast. Meisjes, af en aan lopend met gro te glazen bier, smikkelende tafelgenoten, land schappen, of interieurs van kloosters met bier drinkende monniken. Eenmaal terug van vakan tie schilderde hij bij wijze van grap een dergelij ke voorstelling op een binnenmuur van een café. En daarmee was de vraag om "iets speci aals voor ons café te maken" bij menige kroeg baas geboren. Variatie in overvloed, want de fantasie van Piet was groot. Etalageruiten Binnen Heineken kende je de afdeling Huisver- bruik (later afdeling Thuisverbruik). Het verbruik van bier was in die tijd nog niet zo groot, daar- Enkele schilderijen ven de kunstschilder

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 2000 | | pagina 20