Het Amstel-gevoel singel in Rotterdam. Het was 1969. Er waren in die tijd vier gewesten. Ik zou in Rotterdam komen te werken, waar voor het eerst een geïntegreerde ver- koopgroep Heineken en Amstel moest verkopen onder leiding van één verkoopleider. Toen ik de Heineken brouwerij in Rot terdam binnenging, voelde ik me net alsof ik me in het hol van de leeuw waagde. Het was een van de naarste dingen uit mijn loopbaan. De verkoopgroep be stond uit zes vertegenwoordi gers. Drie van Heineken en drie van Amstel. Elke groep aan een kant van de tafel. Je zat tegen over de man tegen wie je altijd had gevochten. Het duurde best lang voordat de verhoudingen normaal waren. Sommige Hei- nelcen-vertegenwoordigers kre gen het woord 'Amstel' lange tijd echt niet over hun lippen. En andersom was het natuurlijk niet minder moeilijk." In de loop der jaren heeft Jan Colly diverse functies gehad. Aan de jarenlange biertijd kwam in 1985 tijdelijk een ein de toen hij werd gevraagd voor Vrumona een horeca-organi- satie op te zetten. "Het zou om een periode van drie jaar gaan, maar het werden er uiteindelijk negen. Het is een heel leuke tijd geweest. Ik had het er uiterma te naar mijn zin. Elke verkoper zou daar zeker een of twee jaar moeten werken, voordat hij de bierorganisatie ingaat. Iedereen heeft wel een vechtersmentali teit in zich. Maar bij Vrumona leer je écht knokken. Het is ook een heel leuk bedrijf. Als je het over gevoel hebt, kennen ze dat daar ook. Een echt Vrumona- gevoel." Gevoel blijft Colly vindt het eigenlijk niet belangrijk waar iemand van daan komt. "We zijn allemaal collega's van elkaar. Staan alle maal op dezelfde payroll. Ik heb dan ook absoluut geen voorkeur voor collega's die bij een bepaald merk hebben gewerkt. Als ik mee ga boodschappen doen, kijk ik altijd hoe onze merken er bij staan op het schap. De Heine ken- en Amstel-flesjes schuif ik dan wat meer naar voren, de andere merken naar achteren. Maar als ik op een receptie oud Amstel-collega's zie, ga ik altijd even naar hen toe. Vanzelfspre kend praten we dan weer even over vroeger. Dat zal altijd wel zo blijven." zelf naar onze klanten toe. Bij Amstel moesten we het echt hebben van ons persoonlijk con tact. Meer dan van de middelen die we hadden. We vochten in de markt samen met de agen ten uit de regio. We waren één team. Ik zeg altijd: we moesten twee stappen harder lopen dan de Heineken-vertegenwoordi- gers. We deden alles voor de klant. Als er iets was, gingen we er meteen naar toe. Het per soonlijk contact was heel belangrijk. We waren ook niet voor niets de tweede brouwerij van Nederland op dat moment..." Hol van de leeuw Jan Colly weet zich het moment nog goed te herinneren waarop de fusie bekend werd gemaakt. "Ik reed in mijn Volkswagen naar een klant toe en luisterde onderweg naar het nieuws op de radio. Toen hoorde ik dat Hei neken Amstel had overgeno- Goede opleiding "Ik had helemaal geen verstand van het vertegenwoordigersvak. Toch wist ik al jong dat ik de buitendienst in wilde. Contact wilde hebben met mensen. In 1961 stuurde ik daarom een open sollicitatie naar zowel Hei neken als Amstel. Bij beide brouwerijen voerde ik gesprek ken en bij beide kon ik in dienst komen. Ik had geen voorkeur. Omdat ik nog bij mijn ouders in Utrecht woonde, koos ik voor Amstel. Bij Amstel kreeg je een opleiding in Amsterdam, ter wijl je voor de Heineken-oplei- ding naar Rotterdam moest. Dat was minder praktisch", vertelt Colly. 2 januari 1962 begon Jan als adjunct-inspecteur horeca. Een functie die tegenwoordig junior vertegenwoordiger heet. Voordat hij het land inging, moest hij eerst de interne oplei ding volgen. gevoegd aan een hoofdinspec teur in Haarlem. En weer later ging hij zelfstandig op pad als inspecteur. "Ik had verschillen de regio's. Utrecht, het Gooi, Haarlem, de bollenstreek tot Noordwijk. Dat bleef zo tot 1969. Het was een mooie tijd. Een tijd waarin de oudere hoofdinspecteurs van Heineken spreekuur hielden voor hun klanten. Wij gingen echter altijd men. Dat was wel even schrik ken. Kijk, als je achteraf hoort dat het in die tijd financieel slecht ging met Amstel, is het goed dat we zijn overgenomen door Heineken. Dat is de beste partner die je kunt hebben." "Ik kan me nog heel goed her inneren dat ik me voor het eerst moest melden bij de Heineken brouwerij op de Crooswijkse- In een aantal afleveringen be schrijven (oud)-medewerkers in het kader van 125 jaar Amstel hun 'Amstel-gevoel'. Dit keer is dat Jan Colly uit Zoe- terwoude. "Wat er in de vorige Vers van 't Vat stond, is waar. Bij Amstel voelde je je één familie. Het is net of het een ander soort men sen was, dan de mensen die bij Heineken werkten. Als je dat Amstel-gevoel eenmaal hebt ervaren, raak je het nooit meer kwijt. Ook al werk je daarna jarenlang bij Heineken of bij Vrumona." Dat is de reactie van Jan Colly, als we hem vragen of hij misschien nog Amstel- gevoel heeft. Voordat hij in april 1995 hoofd National Account management Horeca werd in Zoeterwoude, werkte hij negen jaar bij Vrumona als hoofd Ho reca en National Account Ma nagement. Maar daar gingen heel wat brouwerij-jaren aan vooraf. "Je moest in de bottelarij begin nen. Met een oude broek aan grote houten vaten sjouwen. Zo kreeg je met veel afdelingen te maken en leerde je veel men sen kennen. Dat was heel leer zaam." Harder lopen Ruim een jaar later werd Jan Colly als adjunct inspecteur toe-

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1995 | | pagina 11