Trots op Vrumona Hij is smeerder in de Mechanische Werkplaats en werkt sinds 1978 bij Vrumona. Destijds kon hij kiezen tussen een baan bij deze frisdrankenbottelaar of bij Philips. Het werd het eerste. Een keuze waar hij nooit spijt van kreeg. Essam Bosaila bij de sniffer in Bunnik "Ik ben er trots op dat ik bij Vrumona werk", zegt Essam Bosaila. "Het is van een klein bedrijf uitgegroeid tot een suc cesvolle frisdrankenfabrikant. Een paar jaar geleden ging het hier wat minder, maar we heb ben met z'n allen hard gewerkt en het resultaat is dat we nu grote winst maken." Essam heeft duidelijk plezier in zijn werk. "Als het saai was, had ik het allang opgegeven. Dan had ik niet 4'/2 jaar deze baan ge daan en de daarvoor bestemde diploma's gehaald. Hiervoor werkte ik in ploegendienst in de bottelarij", reageert hij. "En ik heb een goed geheugen. Ik hoef niet op een lijst te kijken om te weten wat aan een be paalde machine gedaan moet worden. Dat zeg ik niet als een soort propaganda voor mijzelf, maar juist als illustratie dat ik dit werk leuk vind." Als hij over zijn collega's spreekt, heeft hij het ook over 'de grote familie' van Vrumona. "Dat meen ik echt", zegt hij. "Er heerst hier een goede sfeer." Dat laatste wordt nog eens bevestigd als we samen met de fotograaf door de produktie-afdelingen lopen en Essam van alle kanten hartelijk wordt gegroet. Als smeerder van de diverse machines bij Vrumona, komt Essam dage lijks in produktie. Daar houdt hij zich bezig met kleine repara ties, het oliën van de machines en motoren en andere werk zaamheden. "Maar ik heb ook contacten met de afdelingen Inkoop en Werkvoorbereiding van kantoor. Met hen moet ik overleggen wanneer de machi nes stil staan en gesmeerd moe ten worden." Heimwee De van oorsprong Egyptenaar kwam in 1977 naar Nederland. Daarvoor werkte hij onder meer in Duitsland, Italië en Griekenland. "Ik heb anderhalf jaar op het Griekse eiland Kos gewerkt als ober. Daar heb ik mijn huidige (Nederlandse! vrouw leren kennen, die in Kos met vakantie was. Zodoende kwam ik hier in 1977 terecht. En acht jaar geleden ben ik Ne derlander geworden." Essam heeft intussen al vele Nederlandse vrienden en voelt zich ook van binnen meer Ne derlander dan Egyptenaar. "Hoewel je je eigen cultuur na tuurlijk nooit helemaal verliest. Wel de taal. Want als ik een brief in het Arabisch wil schrijven, ben ik soms meer dan een uur bezig en moet ik soms woorden opzoeken in een woordenboek. Ik zeg altijd 'als je in een ander land wil wonen, moet je je ook aanpassen. Anders kun je beter teruggaan. Dat geldt zowel voor buitenlanders die zich hier, als Nederlanders die zich in het buitenland vestigen. En als je, zoals ik, al zolang uit je oor spronkelijke land weg bent, voel je je daar niet meer hon derd procent thuis. Ik zou er niet meer kunnen wennen. Ik heb ook nooit heimwee naar Egypte gehad. Wel naar Neder land. Tijdens onze laatste vakantie in Egypte, waar we af en toe mijn 178 familieleden bezoeken, zei ik in de auto plot seling tegen mijn vrouw 'ik wil naar huis'. Zij dacht dat ik naar het huis van mijn ouders terug wilde gaan. Maar ik bedoelde terug naar Nederland." Grote wens Essam gaat overigens niet al leen naar Egypte op vakantie. "Ik ben ook in landen als Bulga- rijë, Frankrijk, Italië en Turkije geweest", vertelt hij. "Je leert veel van reizen en je doet een hoop ervaring op." Als grote hobby's noemt hij voetballen en autorijden. "Wat dat laatste betreft heb ik nog een grote wens. Ik hoop ooit eens de rally Parijs-Dakar te rijden."

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1991 | | pagina 19