ondertussen herinneringen opgehaald.
"Weet je nog, toen dat...?"
Het is duidelijk dat de heren elkaar
goed kennen. Toch hebben ze niet al
len dezelfde functie gehad. De heer
J. Kasteelen bijvoorbeeld is monteur
in de garage geweest. De heer
H. Notenboom was directiechauffeur,
A. van Krimpen, J. van Noord en
J. Zwijnenburg waren oorspronkelijk
chauffeur op de bierwagen, terwijl de
heren J. Teijgeman en S. Hoeneveld in
de produktie hebben gewerkt. "Het
maakte niet zoveel uit wat voor functie je
had, iedereen kende elkaar", legt de
heer Kasteelen uit. "Vroeger was de
brouwerij echt een familiebedrijf. Vóór
de Tweede Wereldoorlog was het zeker
zo dat je familie moest hebben, die al in
dienst was bij de brouwerij, of dat je lid
moest zijn van bijvoorbeeld clubhuis De
Arend, om aangenomen te worden. Je
had wel families, waarvan er vier of vijf
bij de brouwerij werkten."
Ook de heer Kasteelen had een familie
relatie: zijn vader werkte al bij Heine-
ken.
Van Rotterdam naar Zoeterwoude
Hoewel Heineken niet het enige onder
werp van gesprek is, komt 'vroeger' toch
regelmatig ter sprake tijdens de bijeen
komsten. Allen hebben een lange staat
van dienst en hebben dus veel meege
maakt. De heer Van Noord bijvoor
beeld is begonnen in 1942 als chauffeur
voor het biertransport. Dat transport
vond niet plaats met een vrachtwagen,
maar -omdat het oorlog was- met paard
en wagen. Ook de heer Zwijnenburg is
begonnen als chauffeur. Vanaf 1970 ver
ruilde hij de garage voor de tekenkamer
van HTB in een pand in de Alexander-
polder. Net als de meeste anderen heeft
hij ook in Zoeterwoude gewerkt. Zo
heeft de heer Teijgeman er als bedie
ningsvakman in het brouwhuis gewerkt
(na functies in de Rotterdamse pekkerij,
de wortkoeling en het brouwhuis) en
heeft de heer Hoeneveld in het dienstge
bouw gewerkt.
Kwestie van wennen
De overgang naar Zoeterwoude bete
kende een hele omschakeling. Onder
meer omdat er in ploegendiensten werd
gewerkt. Hetgeen tot gevolg had, dat je
sommige collega's, die in een andere
dienst waren ingedeeld, nooit meer zag.
Ook aan de manier waarop er gewerkt
werd, moest worden gewend. "In het be
gin viel het tegen", zegt de heer Hoene
veld. "Ze noemden het een 'automatisch
bedrijf, maar er moest nog zoveel met
de hand worden gedaan, dat het meer
een 'semi-automatisch' bedrijf leek.
Veel kranen moesten bijvoorbeeld met
de hand open en dicht worden gedraaid.
En er waren meterslange slangen, die we
zelf aan elkaar moesten koppelen. Dat
was zwaar werk. Pas later werd het alle
maal gemakkelijker."
De goede oude tijd
Over het algemeen worden vooral de
leuke dingen van vroeger gememoreerd
"Er gebeurden dingen... die maak je
nu niet meer mee", vertelt de heer
Teijgeman. "Mosselen koken bijvoor
beeld, dat gebeurde op de hele brouwe
rij. De een nam ze van thuis mee, de an
der kreeg ze van een collega die familie
had op de vismarkt. Met stoom werden
ze dan op de brouwerij gekookt." Ook
de heer Notenboom heeft diverse anek
dotes die dateren uit de jaren vijftig.
Heel beeldend vertelt hij hoe een aantal
mensen iedere morgen als een stel on
deugende kostschooljongens achter el
kaar aan over het brouwerijterrein liep,
door een hek kroop, om in de naburige
kantine van de Rotterdamse trammaat
schappij RET koffie te drinken. De ba
zen hadden niets in de gaten (of deden
alsof) want die hadden dan zelf koffie
pauze.
Boete voor douchen
Ook de volgende herinnering die de heer
Notenboom ophaalt, staat de andere
aanwezigen nog duidelijk voor de geest.
"Er waren in die tijd maar weinig men
sen die thuis een douche hadden.
Daarom mochten we op de brouwerij
douchen. Officieel moest dat zaterdags
middags gebeuren, na werktijd. Maar
dan stonden er lange rijen te wachten
voor die paar douches. Dus mochten we
van onze chef 's ochtends, in werktijd.
Totdat er een nieuwe assistent-bedrijfs
leider kwam. Toen kregen alle mensen
die betrapt werden op douchen in de
baas z'n tijd, een boete van 2,50. Een
heel bedrag in die jaren."
Geen contact meer
Inmiddels genieten de heren al enkele
jaren van hun pensioen. Sommigen heb
ben er wat moeite mee gehad met
werken te stoppen. In het bijzonder
wanneer het tijdstip om afscheid te ne
men abrupt aanbrak, door ziekte bij
voorbeeld. "In 1979 heb ik een ongeval
gehad", vertelt de heer Kasteelen.
"Daardoor heb ik tijdelijk ander werk
gehad, maar uiteindelijk ben ik via de
WAO in de Heineken Invaliditeitsrege-
ling terecht gekomen. Dan verlies je in
eens alle contact met collega's en de
brouwerij en krijg je geen informatie
meer. Daarbij komt dat de afstand naar
Zoeterwoude groot is. Ga je er toch een
keer heen, dan hebben de collega's het
eigenlijk te druk om met je te praten. Je
merkt dat je er niet meer bijhoort."
Zelf bezig blijven
De heer Zwijnenburg, met bijna 45
dienstjaren, geniet van zijn pensione
ring. "Wij mogen niet klagen", zegt hij
met klem. "Heineken heeft altijd goed
betaald, dus onze generatie heeft ook
een goed pensioen. Vergeleken met de
gepensioneerden van vroeger zijn we
nog niet oud, we hebben een auto, heb
ben veel luxe... We hebben zeker geen
reden tot klagen. Maar je moet natuur
lijk zelf je tijd invullen. Niet de hele dag
thuis achter de geraniums naar buiten
zitten gluren. Je moet bezig blijven. Zelf
heb ik een stacaravan, met een bloemen
tuin erbij. Daar heb ik genoeg aan te
doen.
Verder help ik, zowel op de camping als
thuis, veel in het huishouden. Het maakt
niet zoveel verschil in wat je doet. Of je
nu een hobby zoekt, ramen zeemt, of so
ciale bezoeken aflegt bij anderen: als je
maar niet met je armen over elkaar gaat
zitten kniezen!"
De heer J.J.A. Teijgeman is de enige
van het groepje Rotterdamse oud
medewerkers, die bewust een aantal
hobby's heeft gezocht. "Als het mooi
weer is, wandel of fiets ik veel. Daar
naast knutsel ik graag (ik ben van
oorsprong houtbewerker van be
roep) en vind ik het prettig muziek te
spelen op mijn keyboard. Wat ik ook
altijd al heb gedaan, maar waar ik nu
veel tijd meer voor heb, is kokkerel
len. Van 'Hollands' tot 'Indisch'.
Een andere liefhebberij is het bou
wen van modelboten. Ik heb onlangs
een sleepbootje gekocht, daar ga ik
nu aan beginnen. Verder heb ik een
damcomputer en ben ik sinds kort sa
men met mijn dochter op een cursus
tekenen en schilderen. Ja, je moet
iets te doen hebben. Anders kom je
in de problemen wanneer je ophoudt
met werken."
23