Henk Alles en
Wim Mantel: "een paar apart
"We zijn hier samen be
gonnen en werken hier zo
lang mogelijk samen door.
Een uitspraak van Henk
Alles (rechts) en Wim
Mantel, beiden onder
houdsmonteur in de gara
ge aan de Amsterdamse
Quellijnstraat. Ze
werken al 33 jaar onafge
broken samen en al die
tijd met de garage als
standplaats.
De Ed en Willem Bever
van het Heineken rollend
materieel. Twee ras-
Amsterdammers, onder
ingewijden beter bekend
als garage AlMa.
Een paar apart. Dat lijkt me een
goede kop boven het artikel. Want
het is een apart paar", zegt chef van de
garage, de heer J. van Rossum, terwijl
de fotograaf de heren op de gevoelige
plaat vastlegt.
Wim Mantel werd in 1953 aangenomen
als automonteur. "Dat gaf echter wel de
nodige problemen", vertelt hij. "Mijn
vader werkte op de Amstel brouwerij,
toen nog concurrent. Het gaf wat discus
sie binnen Heineken, of dat wel kon."
Anderhalf jaar later kreeg hij een nieu
we collega. Henk Alles, een goud- en zil
versmid die in militaire dienst was omge
schoold tot automonteur. Vandaag de
dag plegen zij het klein-onderhoud van
onder andere de directie-auto's. Heel
wat anders dan in vroeger jarenzo blijkt
uit hun verhalen.
De zes monteurs die in begin jaren '50
onder leiding van de heer JEibers in de
garage werkten, hadden zo'n 25 vracht
wagens en een twintigtal luxe wagens in
onderhoud. Daarbij kwamen nog eens
de spankarren die in de Amsterdamse
binnenstad de café's van bier voorzagen.
"Dat was een mooie tijd waarin we veel
mensen hebben leren kennen. We draai
den ook late diensten voor de vrachtwa
gens die 's avonds terugkwamen", ver
telt Wim Mantel.
De reparaties waren ook hele andere
dan die van tegenwoordig. "Door de
slechte wegen hadden de wagens veel
meer te lijden. Er waren bijvoorbeeld
veel lekke banden en stroomstoringen.
Vooral aan de tankwagens die op Brus
sel reden hadden wij veel onderhoud."
Het waren in die beginjaren allemaal ou
de legervoertuigen uit de Tweede We
reldoorlog. Amerikaanse, Franse en
ook Nederlandse merken zaten er bij.
"Het ergste was de Engelse Commer,
door ons altijd Kommer en Kwel ge
noemd. Later werden er uitsluitend
Dafs gekocht, onder het motto: Koopt
Nederlandse waar, dan help je elkaar",
vertelt Henk Alles.
Jeep
De beide monteurs kunnen misschien
wel als de eerste wegenwachters worden
gezien. Zij hadden een grijze legerjeep,
in die dagen nog de Heineken-huiskleur,
om overal waar dat nodig was reparaties
uit te kunnen voeren. Henk Alles: "Zo
hebben we bij Utrecht ergens midden op
straat nog eens een nieuwe aandrijfas in
een vrachtauto gezet." Zijn collega
schiet daarop weer een anekdote te bin
nen. "Maar de jeep hebben wij ook ge
bruikt om de paarden van de spankar op
gang te helpen. Als zij geen zin hadden
om met een volle wagen de stad in te
gaandan waren ze niet van hun plaats te
krijgen. Zo hebben wij op de Stadhou
derskade de jeep eens achteruit tegen de
spankar aangezet om ze een duwtje in dc
rug te geven. U ziet: het was een heel vrij
bestaan. We kwamen overal, waren zelf
standig en met z'n tweeën was het altijd
gezellig."
Met de komst van de heftruck begin ja
ren vijftig kregen de monteurs ook daar
aan reparatiewerk te doen. Met hun jeep
kwamen zij in het havengebied, bij het
opslag- en distributiecentrum in Duiven-
drecht en op de nieuwe brouwerij in Den
Bosch. "In de wintermaanden, wanneer
er minder bier werd gedronken, werden
de vrachtwagens voor groot onderhoud
uit elkaar gehaald en weer gemonteerd
zodat ze in mei weer konden uitrijden.
We lagen dan op straat te sleutelen om
dat de wagens soms te hoog en te breed
waren om door de deur te kunnen", ver
telt Henk Alles.
"Sinds de vrachtauto's, heftrucks en luxe
auto's worden 'geleased' is het met het
echte reparatiewerk afgelopen", conclu
deren de twee eenstemmig.
Gezellig
"Het was hier ook altijd heel gezellig.
Zoals in een echt Amsterdams bedrijf
viel er iedere dag wel iets geks te bele
ven" vertelt monteur Mantel. "In de zo
mer maakten we hier op de hoek terras
jes aan de Ruysdaelkade en zaten wij
tussen de middag te vissen. In 1965 werd
er rond de kerstdagen in de garage nog
een klaverjasdrive georganiseerd. Ieder
een nam prijzen mee die hijzelfbij leve
ranciers op de kop had getikt. Die sfeer
is langzaam aan het verdwijnen. De
groep monteurs is uitgedund en wij zijn
overgebleven."
Beiden hebben ze de mogelijkheid ge
had ander werk te gaan doen. Beiden
hebben het niet gedaan. "Wij hebben al
tijd met veel plezier gewerkt en vooral
samengewerkt. We zijn hier vrij en zelf
standig. Dan heb je toch geen reden om
ergens anders opnieuw te beginnen."
Buiten het werk zien ze elkaar niet vaak.
"We zijn toch heel verschillend. Hij
houdt van de bossen en maakt in zijn
vrije tijd toneeldecors", zegt Henk Al
les, wijzend in de richting van zijn vriend
en collega. "En hij is liever aan het
strand en heeft het geduld om aan elek
trische apparaten te knutselen", vult
Wim Mantel aan.
19