en misschien schuilt daarin het geheim.
Piet gaf zijn ogen dan ook goed de kost
als hij met zijn echtgenote op vakantie
ging naar haar geboorteland.
Schril contrast
Het uitbundige karakter van zijn recla-
mewerk stond in schril contrast met de
persoon Cottaar. In het atelier leefde hij
een teruggetrokken en sober bestaan.
Hij was er stilletjes aan het werk. Vaak
met een sigaar in de mond en altijd op
klompen. Het was er vaak ijzig koud.
Tussen veel mensen voelde hij zich niet
op zijn gemak. De personeelsfeesten -
waarvoor hij met enorme decors de aan
kleding verzorgde - liet hij steevast links
liggen. Achter zijn schildersezel thuis zat
hij honderdmaal liever.
Oude meesters
Schilderen op commando lag hem eigen
lijk niet. "Het gaat alleen als je die krie
bel voelt in je vingertoppen", was een in
dit opzicht veelzeggende uitdrukking
van hem. En als die kriebel er dan was,
was Piet Cottaar tot veel meer in staat
dan het olijke reclame werk. Dan begaf
hij zich op het terrein van de oude mees
terschilders. Werk van onder anderen
Bartolomé Esteban Murillo (1618-1682)
Pieter Cornelisz. van Slingerland (1640-
1691) en Nicolaes Maes (1634-1693, ver
moedelijk een leerling van Rembrandt)
werd door Cottaar op vakbekwame wij
ze nageschilderd. Zeker honderd doe
ken heeft hij gemaakt. Bij familie, vrien
den en bekenden bevindt zich nu nog een
groot deel. De vier kinderen hebben in
middels een flinke collectie foto's van va
ders werk. Wellicht dat er ooit nog eens
een boekje van wordt uitgegeven, om
het werk van Piet Cottaar in ere te hou
den.
Piet Cottaar schilderde dit doek in 1944
toen de hongerwinter zich in alle hevigheid
deed gelden in Rotterdam.