"Met tranen en rillingen Een legendarische dag, die 21-ste februari van 1985. Eindelijk werd er, na 22 jaar geduldig wachten, weer een Elfstedentocht verreden. Iedereen was in de ban van dat evenement, waar men gretig op inhaakte. Een golf van publiciteit was het gevolg. Ondermeer voor Meekma Beerenburg en Jagermeister werden daags voor de mon- stertocht actuele advertenties geplaatst. Maar ook op andere wijzen was Heineken betrokken bij de schaatskoorts die bezit had genomen van Nederland. Medewerkers namen of een televisietoestel mee naar het werk of een dagje vrij om maar niets te hoeven missen. Bij de vestiging van Bokma in Leeuwarden was driekwart van het personeel die dag zelfs vrij-af. Ofschoon er niemand van hen die dag de schaatsen onderbond voor de glorieuze rit. Vanuit andere vestigingen waren er wel Heineken- medewerkers die de uitdaging wensten aan te gaan. In totaal een kleine twintig, en enkelen daarvan - waaronder één deelnemer aan de wedstrijd - geven op deze pagina's wat weer van hun impressies. VI oor de 41-jarige Wim van Kouwen uit Bunnik (mon teur bij Vrumona) betekende deze 13e versie van de Elfstedentocht een herkansing. Als 19-jarige knaap verscheen hij ook al in 1963-het jaar van Reinier Paping - aan de start voor de toertocht. Onder gruwelijke weersomstandigheden achttien graden vorst, en op belabberd ijs moest hij toen op tachtig kilometer van de finish de strijd staken. De organiserende vereniging vond het niet verantwoord de tocht voort te zetten en bij Harlingen werd Wim van het ijs gehaald. In de vol gende 22 j aar bleef hij driftig trainen, 's winters toertoch ten op de schaats en in de zomer op de fiets; vier- tot vijfduizend kilometer gemiddeld per seizoen trapt hij weg. Het eerste afzien voor de Elfstedentocht '85 begint al bij de inschrijving. Van 12 uur 's nachts tot de volgende morgen tien uur blauwbek ken in de vrieskou om een deelnemerskaart te bemach tigen. Maar het was de moeite waard, verhaalt Wim enthousiasttemeer daar het ditmaal wel lukte het felbe geerde kruisje in de wacht te slepen. "Met een vriend was ik een dag tevoren al afge reisd naar Friesland. We startten om half zeven, en het eerste deel verliep vlekkeloos. Met een gemid delde van 20 km per uur waren we goed op weg. Tussendoor hebben wat wat rust genomen om te eten. Eenmaal over de helft ging het minder snel. Veel klu nen, water op het ijs en de laatste uren - om half negen waren we binnen - in het donker schaatsen. Boven dien had ik wat last van m'n knie gekregen. Maar het was alleszins de moeite waard. Vooral de ontvangst in Franeker met al die opgetogen mensen was enorm. De rillingen liepen me over de rug. Trouwens, ook mijn vrouw en drie kinderen (12,10 en 7 jaar) die naar de finishplaats in Leeuwarden waren geko men hebben genoten. Die hebben de koningin en al die wedstrijdrijders gezien." Toen pa finishde was de rest van het gezin inmiddels al weer op de terugreis naar Bunnik, maar misschien dat ze een volgende keer ook dat moment kunnen meema ken. Want Wim Kouwen is vast van plan om ook aan de veertiende Elfstedentocht deel te nemen; als die tenminste niet weer 22 jaar op zich laat wachten". Broederlijk Enigszins verbaasd was de redactie over het feit dat er van Bokma B. V. in Leeuwar den geen enkele medewer ker zich had aangemeld voor dit bij uitstek Friese spekta kelstuk. De berichten uit het op iets meer dan tien kilome ter afstand van Leeuwarden gelegen Grouw maakten weer veel goed. De mede werkers van het daar gehuis veste Horecagebied Gronin gen/Friesland/Drente brachten een afvaardiging van maar liefst zes schaatsers op het ijs. Van dat zestal, allemaal op verschillende tijden gestart dus niet als ploeg aan de rit begonnen, haalde alleen de heer J.J.J. Heins (Horeca Tap Service) het finishdoek niet. Met rugklachten moest hij voortijdig afhaken. De gebroeders Jan en Bert Jorritsma waren net als in de dagelijkse praktijk ook op deze dag in eikaars nabij heid. Jan is Groepsleider Verkoop Binnendienst in Grouw en wordt daarbij door Bert geassisteerd. De verhoudingen op die 21ste februari lagen duidelijk iets anders. De 31-jarige Jan kon duidelijk merken dat zijn drie jaar jongere broer méér trainingskilometers op het ijs 'in de benen had' en de tweehonderd kilometer met wat meer 'gemak' overbrug de. Jan: "Ik ben werkelijk op m'n tandvlees in Leeu warden aangekomen. Dat was 's avonds om elf uur, en Bert kon toen nog wel honderd kilometer rijden. Ik had vantevoren ook niet van die lange trainingstoch- ten gemaakt. Eén keer zestig kilometer en dat is toch te weinig, merk je op zo'n moment. Onderweg zijn we overigens tal van deelnemers tegengekomen die puur voor de lol meede den en amper konden schaatsen. Dat was aan hun stijl duidelijk te zien. Op zich vind ik dat niet helemaal juist. Want daardoor konden de schaatsers die wel in staat zijn zo een tocht te volbren gen nu niet meedoen. Maar verder was het natuurlijk een dag om nog heel lang aan terug te denken." Ook Corry reed 'm uit Glunderend zat Corry Vergeer op vrijdag 22 februari alweer achter haar bureau in het Zoeterwoudse kantoor, terwijl ze een goeie

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1985 | | pagina 6