Van ei tot volwassen havik
De heer J.M.J. Verheijen, werkzaam bij de portiers-en
bewakingsdienst in Den Bosch, heeft het bestuderen en
fotograferen van de natuur als hobby. Hierbij hebben in
het bijzonder vogels zijn belangstelling.
De Philipsbossen in Someren N-B), waar de heer Verheijen het haviksnest ontdekte 29 april: vier eieren
Al jaren lang trekt hij er zeker drie
keer per week opuit.de natuur
in. waar hij alles wat hij ziet
noteert in zijn aantekeningenboek.
Aangezien de heer Verheijen tijdens
al zijn wandelingen gewapend is met
een fototoestel, beschikt hij over fo
toseries van meer dan vijftig verschil
lende soorten vogels. Een hiervan
ziet u hier afgebeeld. Het zijn foto's
die niet geheel zonder gevaar zijn ge
nomen, want de heer Verheijen dien
de hiervoor in dezelfde boom te klim
men als waarin het nest is gemaakt om
de foto's uit de losse hand te kunnen
nemen! Van de hand van de heer Ver
heijen zijn de volgende gegevens over
de havik. "De havik is een van onze
grootste en snelste roofvogels. Er is
een tijd' geweest dat er nauwelijks
vijfentwintig broedparen in Neder
land voorkwamen. Vroeger, en nu
nog bij enkelen, was de havik de vij
and van de jagers. Dat komt omdat de
havik leeft van hazen, konijnen en fa
zanten. Maar hij vangt ook eksters,
kraaien, vlaamse gaaien, houtduiven
en eekhoorns. Door het minder toe
passen van landbouwvergif en meer
bescherming van de havik is het ha
vikbestand nu uitgegroeid tot ver over
de honderd broedparen. De havik
komt voor in uitgestrekte naald- en
loofbossen. Zijn grote nest ligt hoog
in de boom en wordt meerdere jaren
achtereen gebruikt. Ieder jaar wordt
het opgeknapt met verse dennetak-
ken. Het legsel dat met tussenpozen
van 2 a 3 dagen wordt gelegd en meest
al uit vier eieren bestaat, moet onge
veer 37 dagen worden bebroed.
Omdat de havik bij het eerste of twee
de ei begint te broeden, komen de
jongen ook op ongelijke tijden uit. Dit
is niet erg, zolang er maar voldoende
voedsel is. Is dit niet het geval, dan
eten de grootste jongen de kleinste op.
Na ongeveer vijf a zes weken verlaten
de jongen het nest. Zij moeten dan
nog enkele weken door hun ouders
worden bijgestaan om te leren alleen
verderte leven. Hopelijk blijft onze na
tuur een beetje schoon, zodat we nog
lang van deze mooie vogels mogen ge
nieten."