In het vorige nummer kondigden wij het 25-jarig bestaan van de ondernemings raden Amsterdam I en Rotterdam aan. De feitelijke iubileumdatum, 17 februari j.l., is achter ae rug, maar op 29 april aanstaande zal in een gezamenli jke overlegvergadering aandacht worden besteed aan het jubileum. In het kader van deze OR-mijlpaal spraken wij met de heren R. van de Vijver, lid van de Raad van Bestuur en voorzitter van de overlegvergadering COR, en A. Kamps, voorzitter van de Centrale Onder nemingsraad. Mr.R. van de Vijver Werk OR door de jaren heen veranderd 'Overleg geen doel op zich' De laatste vijfentwintig jaar is er maatschappelijk veel veranderd. De op leiding van de mensen is verbeterd, er is een gro tere openheid ontstaan, vooral ook door de rol van de massamedia. Die veranderingen hebben ook een invloed gehad op de verhouding tussen on dernemingsleiding en medewerkers. Binnen de ondernemingsraad heb ben wettelijke aanpas singen geleid tot een uit breiding van het aantal te bespreken onderwerpen maar ook tot een inhou delijke verschuiving. In de beginfase heeft de ondernemingsraad een positieve bijdrage kun nen leveren onder andere aan de ontwikkeling van zaken zoals een schafttij denregeling en aangele genheden op het gebied van hygiëne en gezond heid. Vooral de laatste jaren zijn zaken die te maken hebben met het besturen van de onderneming ook binnen het aandachtsveld van de OR gekomen. En ook dat vindt de heer Van de Vijver een posi tieve ontwikkeling: 'Je ziet duidelijk dat de on dersteunende functie van de OR zich heeft ontwik keld. Men stelt zich rea listisch en ook kritisch op. Dat is een goede zaak en daarmee hebben de ondernemingsraden bin nen Heineken zich ont wikkeld tot een nuttig instituut binnen onze on derneming, dat het be lang van de onderneming en haar medewerkers dient. En opzichzelf hoeft dan een verschil van mening geen bezwaar te zijn. Als de intentie er is om een compromis te vinden of een brug te slaan tussen de standpunten kan het een werkbare situatie blijven'. Waarbij de heer Van de Vijver wijst op de nood zaak om bij het overleg het uiteindelijke doel van de onderneming in de gaten te houden: 'Men moet blijven inzien dat produceren, verkopen en winst maken de functie is om als onderneming in leven te blijven; het overleg over de wijze waarop mag geen doel op zich worden'. Vak De ontwikkeling van het ondernemingsraden werk heeft met zich meege bracht dat de OR-leden steeds meer geconfron teerd zijn met zaken die buiten hun dagelijkse werksfeer vallen. 'Het is in feite een vak om je bezig te houden met zaken die zich buiten je eigen werkterrein voor doen', aldus de heer Van de Vijver. 'Toch blijkt mij iedere keer dat de deskundigheid zeker aanwezig is. De gesprek ken binnen de onderne mingsraden zijn in het al gemeen zakelijk en to the point. Dat komt ook om dat er in de bezetting van de ondernemingsraden continuïteit is: veel leden hebben jarenlange erva ring en dat helpt ook om het werk goed te doen'. Waarmee we in het span ningsveld komen waar de OR-leden mee te maken hebben: de dagelijkse werksituatie en al datge ne dat daarin gedaan moet worden èn de aan dacht en tijd die het OR- werk vraagt: zich op ver gaderingen voorberei den, vergaderen, over leggen, contacten met 'de achterban', opleiding. De heer Van de Vijver: 'Het is onmiskenbaar dat dat spanningsveld er ligt. Het centrale beleid van de leiding is dat de OR-le- den gelegenheid en tijd moeten krijgen om zich te ontwikkelen en om het feitelijke OR-werk goed te doen. Soms is dat on verenigbaar met het da gelijkse werk. Dat vraagt een afwegingsproces van het OR-lid zélf en van de leidinggevende functio narissen. En de ene keer lukt dat wat beter dan de andere keer'. Niet alleen OR Als je praat over het overleg binnen een on derneming dan is niet al leen de ondernemings raad in het spel: ook de vakorganisaties vervul len een traditionele functie in de belangen behartiging van de werk nemers. Die beide over legsituaties lopen nogal eens door elkaar heen. 'In principe praten wij met de OR over die za ken die in de Wet op de Ondernemingsraden zijn geregeld (zaken die niet de primaire arbeids voorwaarden betreffen red.). Daarnaast voeren we overleg met de vakor ganisaties in CAO-aan- gelegenheden'. Toch kun je de scherpe grenzen in de praktijk niet altijd trekken. De heer Van de Vijver: 'In sociale span ningssituaties, die geluk kig bij Heineken niet veel voorkomen, zie je dat beide instituten hun eigen verantwoordelijk heid en identiteit op eisen. En dan lopen de zaken weieens door el kaar heen'. Reorganisatie In de Wet op de Onder nemingsraden van 1971 kreeg de OR een aantal bevoegdheden,die in de Herziene Wet van 1979 zijn uitgebreid. Een ervan, de adviesbe voegdheid, komt aan de orde tegen de achter grond van de eind vorig jaar aangekondigde reorganisatie. 'We zitten midden in de procedure. Enerzijds de adviespro cedure binnen de COR en anderzijds voor wat betreft de uitwerking van de voorstellen in de or ganisatie zélf. Waarom is deze reorga nisatie nodig? 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1981 | | pagina 14