Wanneer ik over de voortzetting van on ze wijnhandel in het Zoetermeerse ga schrijven, doe ik dat in een stemming van verwachtingsvol optimisme. Maar de neiging om nostalgisch achterom te zien kan ik niet onderdrukken. Veel mensen die ik de laatste maanden ontmoette, veronderstelden, dat wij ons moeilijk uit de oude omgeving zouden kunnen losmaken. Dat is zeker niet het geval. We zijn ons er goed van bewust, dat het oude, statige pand aan de Ca- andstraat tekortkomingen had ten op zichte van de eisen, die aan modern transport gesteld moeten worden. De pslagruimten in Schiedam waren on geschikt voor langdurige opslag van wijnen. Het mag als bekend worden ver ondersteld, dat sterk fluctuerende tem peraturen nadelig zijn voor de kwaliteit van edele wijn. In het bijzonder voor wit te wijn zou het in een ruimte waar wijn gt opgeslagen nooit warmer dan 16° C mogen worden. Kou daarentegen kan wijn, die eenmaal op fles is gebracht, vrij goed verdragen. Romantiek De ontwikkelingen in de wijnhandel ebben de laatste twee decennia een stormachtig verloop gehad en het zou kortzichtig zijn om niet tijdig in moderne outillage te voorzien uit sentimentele overwegingen. Helaas is de romantiek uit de wijnhandel ■erdwenen. Er worden geen druiven meer met voeten getreden. Er worden een volledig uit hout vervaardigde per ken meer gebruikt, zoals we ze in musea og majestueus zien opgesteld. Wonde en van vakmanschap zijn het. Legfus- en met gebeeldhouwde fronten worden niet meer gemaakt; we zien ze nog in traditionele kelders, die ter bezichtiging open staan. Trouwens er zijn nauwelijks nog vakbekwame kuipers, die houten fusten kunnen vervaardigen of repare ren. Spraken we dertig jaar geleden nog over een juk ossen ter bewerking van de wijngaard of om de druiven naar de gistkuipen te slepen, op het ogenblik is zelfs paardentractie verdwenen en zien we landbouwtractoren voor de houten karren gespannen staan. Hoogbenige, speciaal gebouwde machines rijden over de druivestammen om kunstmest en bestrijdingsmiddelen te verdelen. Waar zouden we met de produktie blij ven als het eens niet gebeurde. De wijn zou zó duur zijn, dat de consumptie tot een kleine elite beperkt zou blijven. Of we het nu willen of niet, we leven in een dynamische tijd en de ingrijpende ver anderingen, die we in slechts één gene- Voor deze speciale editie van Tap en Schap en Vers van 't Vat heeft de heer J. Zellenrath een Parlant du vin Spéciale ge schreven. Hij kijkt hierin terug naar de oude behuizing van Wijnhandel Reuchlin aan de Caiandstraat in Rotterdam en geeft zijn visie op het wijngedeelte van de nieuwe vestiging in Zoetermeer, waar bij de opslag van wijnen steeds centraal staat. De heer Zellenrath in zijn kamer aan de Caiandstraat. Achter hem in de ovale lijst een portret van Maarten Reuchlin, oprichter van de wijnhandel. ratie meemaken, hebben voor ons veel voordelen, maar ook nadelen. Opslag De opslag en vooral het bewaren van wijn is door de eeuwen heen een pro bleem geweest. Het was moeilijk om de wijn langer dan enkele maanden na de oogst goed te houden. De meest primi tieve opslag was wel de in spelonken aangetroffen uithollingen, waarin wijn werd gemaakt en bewaard. Nog maar kort geleden heeft men een dergelijke wijnkelder ergens in Israël ontdekt. Ge lukkig heeft de mystiek rond wijn ertoe bijgedragen, dat veel afbeeldingen over de opslag van wijn in de oudheid ge maakt zijn, waardoor we heel aardig op de hoogte zijn, hoe men getracht heeft wijn te conserveren. Prachtig beschilderde amforen tonen ons hoe de Grieken zich de goden voor stelden, die het bestaan wisten te ver aangenamen met het drinken van wijn. Het Neumagener Weinschiff. De wijngod Bacchus zien we zowel als jongeling met het uiterlijk van een meis je, als de zwelgende, forse gestalte met een volle baard, omringd door vrouwen. De Grieken waren waarschijnlijk de eer sten, die de kunst van het pottenbakken verstonden en aardewerk maakten dat afgesloten kon worden. De aan de on derzijde puntige amforen konden in de grond gestoken worden, opdat de wijn koel bleef. Ook heeft men bij opgravin gen in Pompeji, het lustoord van de rijke Romeinen, een soort toonbank gevon den, waarin gaten waren uitgespaard voor de amforen. Uit wat in deze stad uit de oudheid voor ons goed geconser veerd is overgebleven leren we onder meer, dat de Romeinen evenals de Grie ken, hun amforen met kurk of een hou ten stop konden afsluiten. Eertijds ge beurde dat met was, kalk, hars of leem. Van de Romeinen is ook bekend, dat zij zout als conserveermiddel gebruikten. Bij de sterk gekruide spijzen die zij aten, zal deze wijn nog wel te drinken zijn ge weest. Hoe het met hun nieren en bloeddruk was gesteld zullen genees kundigen misschien nog kunnen achterhalen. Toetanchamon Van de Egyptenaren weten we, dat wijn een statussymbool was en in de gods dienst een belangrijke rol speelde. In het graf van Toetanchamon werden lange rijen kruiken aangetroffen, die met wijn gevuld moeten zijn geweest en die de vorst op zijn reis door het dodenrijk zou kunnen aanbieden aan goden en godin nen. Bij de begrafenis vloeide de wijn 29

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1980 | | pagina 29