van toegewijde, deskundige medewer
kers. Op basis van deze twee overtui
gingen durf ik de functie aan en hoop
ik effectief leiding te geven aan dit
werkgebied van de onderneming".
Met welke zaken bent u het eerst
gestart?
"Naast kennismaking met de mensen
en een hernieuwde kennismaking met
de bedrijven (zij het nog niet alle) moest
ik mij al vrij snel voorbereiden op de
CAO-onderhandelingen. Dat vereiste
veel voorstudie, overleg binnen en ook
buiten de onderneming. Voorts ben ik
begonnen met de opzet van een Sociaal
Plan. Een eerste proeve van een nota
waarin het Sociaal Beleid van de onder
neming is vastgelegd, uitgaande van
een meerjarenplanning. Ik hoop dat
deze nota begin oktober in de diverse
overlegorganen van de onderneming
aan de orde kan komen en dat het re
sultaat van deze discussies uiteindelijk
in een definitief beleidsstuk kan worden
vastgelegd. Voorts willen wij proberen
in een aantal nummers van Vers van 't
Vat de belangrijkste van de bij Heine-
ken geldende regelingen in wat be
grijpelijkere taal toe te lichten. Ik ben er
namelijk van overtuigd, dat heel veel
mensen nauwelijks weten wat voor re
gelingen de onderneming allemaal
heeft en het lijkt mij zinvol daarover met
name in het personeelsblad meer voor
lichting te geven. Och, en zo heb ik nog
wel meer ideeën en gedachten. Maar
het is een vakgebied, waarin je omzich
tig te werk moet gaan. Waarin je niet
eindeloos moet veranderen omwille van
het veranderen, maar moet vernieuwen,
daar waar het nodig is. Mijn uitgangs
punt is, niet teveel filosoferen, maar
proberen een zo concreet mogelijk be
leid te formuleren en dat toe te passen:
eerlijk, rechtvaardig en met begrip voor
het individu.
En waarmee zoudt u uw uitgangspunt
willen typeren?
Dat zou ik willen doen met het motto,
dat ik graag aan het Sociaal Beleids
plan wil meegeven, te weten: Ideolo
gieën hebben een antwoord vóórdat de
vraag is gesteld. Beleid tracht antwoor
den te vinden in en op gestelde en nog
te stellen vragen".
eengekomen werd geformuleerd.
Thans zijn de onderwerpen die tot het
werkingsgebied van de CAO behoren,
ingewikkelder geworden, zodat je een
"afspraak in principe" maakt. Dus in
hoofdlijnen, die daarna in studies
moeten worden uitgewerkt. Bij de laat
ste CAO-onderhandelingen zijn bij
voorbeeld afspraken gemaakt ter zake
van twee onderwerpen - de volcontinu-
dienst en de inconveniëntentoeslag -
waarover studies gemaakt zullen
worden. Die studies vragen dan veel
onderzoek, overleg en vaak ook nogal
wat rekenwerk".
Is het voor iemand, die niet "uit het
vak" komt, niet moeilijk om daar dan
leiding aan te geven?
ken ook een groot pakket secundaire
arbeidsvoorwaarden. Dit hele pakket
van regelingen en voorwaarden ziet er
mijns inziens goed uit, is weldoordacht
en behoeft niet veel veranderingen of
vernieuwingen. Maar als de omstandig
heden zich wijzigen, kunnen natuurlijk
wel aanpassingen nodig blijken. Zo zijn
in het nieuwe "Handboek Personeels
zaken", dat onlangs is verschenen, alle
regelingen, zoals die bij Heineken
Brouwerijen B.V. bestaan, vernieuwd
opgenomen, dat wil zeggen aangepast
op de actualiteit. En dan zijn er nog de
immateriële arbeidsvoorwaarden, ofwel
die zaken, die niet direct in geld of
goederen zijn uit te drukken. De formu
lering en hantering daarvan vraagt veel
tijd, die voornamelijk besteed wordt
aan denkwerk, overleg, onderzoek en
experiment, en tenslotte de procedure
van de besluitvorming. Ik denk hierbij
aan de verschillende overlegstructuren,
het werk van de Ondernemingsraden
en de Centrale Ondernemingsraad, het
Bedrijvenwerk, het Werkoverleg en zo
meer. Daarnaast vraagt de Arbeids Om-
standighedenwet, bekend onder de let
ters A.r.b.o., veel aandacht, terwijl
voorts tal van andere projecten in stu
die zijn. Over het algemeen kan gezegd
worden dat de vraagstukken, waarmee
Personeelszaken zich bezighoudt,
steeds gecompliceerder worden en niet
meer - zoals men vroeger wel zei - een
voudig geregeld kunnen worden".
"Met die vraag brengt u mij wel een
beetje in verlegenheid. Immers, ik kan
niet zeggen: natuurlijk kan ik dat. Maar
ik meen toch wel, dat het mogelijk is en
wel op grond van de volgende over
tuigingen. Personeelsbeleid is niet het
exclusieve werk van een afdeling
Personeelszaken. Het is een stuk ver
antwoordelijkheid en als zodanig be
hoort het bij de taken van alle managers
of leidinggevenden in een onderne
ming. Pas wanneer al deze mensen aan
personeelsbeleid de nodige aandacht
geven en dit beleid op positieve wijze
toepassen, kan gezegd worden dat de
onderneming een goed personeelsbe
leid heeft. Voorts kan geen enkele ma
nager werken - en dus ik ook niet - wan
neer hij niet kan rekenen op een team
Een andere factor, die het werk van
Personeelszaken bemoeilijkt, vindt de
heer Siertsema de algehele economi
sche situatie, waarin ons land zich be
vindt.
"Ook een onderneming als Heineken
ondervindt daarvan de gevolgen.
Duidelijk is dat de portemonnaie, waar
uit allerlei personeelsvoorzieningen be
taald moeten worden, minder ruim ge
vuld is. We zullen dus ook andere mid
delen moeten vinden om de mensen te
motiveren in hun werk, om hen te inspi
reren en om hun creativiteit te ont
plooien. Nieuwe systemen, nieuwe
werkwijzen moeten worden uitgedacht.
En bestaande moeten worden aange
past of weer eens worden opgepoetst".
Kunt u een voorbeeld noemen?
"Neem nou de CAO. Vroeger werd er
door partijen over de CAO onderhan
deld, waarna datgene wat was over
4