duiven en konijnen het hele jaar door
geschoten mogen worden, jaagt hij niet
op hen in het voorseizoen. Pas als ze
schade aanbrengen of als ze zich gaan
nestelen. Eind juli gaat de jacht op de
eenden open, in september de jacht op
patrijzen, terwijl op 15 oktober de grote
jacht op alle jaagbare wildsoorten be
gint. "Dat is echt de dag waar elke jager
met verlangen naar uitziet, ledereen is
even nieuwsgierig hoe nu de stand van
zaken is. Ook het gezelligheidsaspect
speelt hierbij een grote rol. Als dan al
len na afloop bij een borrel zitten, ko
men de verhalen pas goed los en wor
den de geschoten beesten steeds
groter!."
Kleiduiven schieten
Om te laten zien wat een beginnend
jager moet doormaken, stelt hij voor
even naar de kleiduivenschietbaan te
gaan om het ook eens te proberen. Hier
gaat het gezegde "baat het niet. dan
schaadt het niet" zeker niet op. Aller
eerst wordt uitgelegd hoe je een ge
weer vast moet houden. Als je dan
denkt het door te hebben, mag de trek
ker overgehaald worden... Een misse
lijkmakende pijnscheut schiet in je ar
men en je oren zijn in één klap doof.
"Tja, dat hoort er nu eenmaal bij", hoor
je fanatieke kleiduivenbaangebruikers
zeggen. "Bij ons was het de eerste
keren ook niet zo eenvoudig. Voor je
het wist zat je onder de bloeduitstor
tingen!"
Heerlijk vrij gevoel
Met iets meer respect voor de volhar
ding van een aankomend jager vangen
we de terugtocht aan.
"Al start de jacht pas weer zo n beetje
in juli, toch blijf ik natuurlijk steeds mijn
veldje intrekken. Want ik moet op de
hoogte blijven van de wildstapel. Het is
erg leuk om uit te zien naar grote jacht
partijen waarvoor ik, leuk genoeg, heel
wat uitnodigingen krijg. Maar het mees
te plezier beleef ik toch aan mijn eigen
jachtje, alleen of met mijn partner, als ik
met mijn eigen hond op mijn eigen land
eigen baas ben!"
Speurend naar diersporen en attent op elk krakend takje.
het jagen op grof wild (wilde zwijnen,
mouflons en edelherten) heb je een
zwart wildbrevet nodig. Hiervoor moet
je eerst duidelijk op de schietbaan laten
zien dat je op groot wild kunt schieten.
Op het moment datje wild wilt schieten,
moet je te werk gaan volgens de gel
dende gedragsregels. Jagen is immers
een zaak van oudsher, zeer traditioneel
en gewogen door de jaren heen. Vele
mensen hebben hun studie en ervaring
bijgedragen om te komen tot de ere
code die er nu nog steeds is".
Zelf opeten
Terwijl we over de velden voortstappen,
komt er een heel rustgevend gevoel
over je, waardoor je de kou bijna niet
meer bemerkt. Het is heel begrijpelijk
dat de heer Voermans na een vermoei
ende werkdag vaak even naar zijn veld
rijdt om tot rust te komen. "Niet altijd
om te jagen, maar zomaar om de stand
van zaken betreffende de wildstapel in
je op te nemen. Het is heel belangrijk
dat je daarvan op de hoogte bent, zodat
je weet of er teveel dieren van een be
paald soort zijn. Dit gaat meestal in
nauw overleg met Faunabeheer en de
wetgevers. Kraaien bijvoorbeeld zijn
door de wet als schadelijk aangemerkt.
Maar je moet er voor oppassen dat je ze
kort houdt en niet uitroeit. Ik vind ook
dat het erbij hoort dat je het geschoten
wild zelf opeet. Niet alleen je instinct
volgen dat je ingeeft dat je dat wild wilt
hebben en er niets meer mee doet als
het eenmaal geschoten is. Kraaien en
eksters zijn toevallig niet te eten, maar
die kunnen weer aan fretjes gevoerd
worden of aan de boeren gegeven wor
den. Zij gebruiken hen als afweermid
del tegen allerlei vogels door ze op het
land op te hangen. Iets wat overigens
niet hoeft, maar wat doorgaans wel ge
daan wordt, is het opgeven aan de ver
eniging wat voor en hoeveel dieren ge
schoten zijn. Bij groot wild moet je
bovendien een papier invullen en dan
wordt er ook een loodje aan het dier ge
hangen. Daarom ook zijn jagers niet te
spreken over stropers, die zonder ge
wetensbezwaar, meestal ongestraft,
hun gang gaan.
Je moet zorgen dat in het veld een aan
vaardbare wildstand is. Vaak wordt dit
door de landbouw bepaald. Ondanks
het feit dat Nederland zo dicht bevolkt
is, is het waarschijnlijk in Europa het
land met de grootste wildstand".
Wijdelijkheid
Dat het wild vaak de gelegenheid krijgt
te ontsnappen, blijkt wanneer we de
partner van de heer Voermans tegenko
men, die vertelt hoe hij een haas weg
heeft zien vluchten.
Al pratend en daardoor minder gecon
centreerd vervolgen wij onze weg, erin
berustend dat het voor vandaag wel af
gelopen zal zijn met schieten. Hiervan
maakt een eenzame fazantenhaan gre
tig gebruik. Op zeer slimme wijze weet
hij, praktisch onder de neus van de
hond, tegen de wind in weg te sluipen.
De hond blijft staan, aangevend dat hier
zich iets moet bevinden. Voermans
richt zijn geweer al op die plaats maar
moet dan constateren dat er geen dier
meer is. Wel is de plek nog warm. Tege
lijkertijd vliegt ineens de fazant op van
af de andere kant en weet, door gebruik
te maken van de verwarring bij jager en
hond, de dans te ontspringen. Typisch
weer een geval van de wijdelijkheid van
het vliegen.
Voor vandaag is het afgelopen maar
voor de heer Voermans begint het ja
gen weer volop in de zomer. Hoewel
Een kans wagend op de kleiduivenschietbaan.
15