heidsgebouwen werden met beeld
houwwerk aangeduid: het Oudevrou
wenhuis met vrouwenbeeldje, de Admi
raliteit op de Haze met gekruiste ankers
en het weef huis met een groot reliëf
bestaande uit vrouwenfiguren die de
godsvrucht, naastenliefde en vrijgevig
heid symboliseren.
Het gaat er bij het tentoonstellen van een
object niet om of het al of niet mooi is,
maar of het interessant is. Zo zie je in één
vitrine bijeen een zwartgelakt toverlan-
taarntje en een modelletje van een ou
derwets broodwagentje bij een kristallen
vaas met een gravure van een touwsla-
gerij en een zwaar zilveren gildeschild,
afkomstig van de wolwevers.
Antiekspreekuur
Erg populair is het „antiekspreekuur"
dat iedere woensdag in het museum
wordt gehouden. Een specialist in antiek
geeft advies aan geïnteresseerden, die
dan met verschillende spullen bij hem
komen, waarover ze advies willen heb
ben. Men noemt hem wel de „antiek
dokter".
Allerlei curieuze voorwerpen vallen in dit
museum te bewonderen. Een enorm
„Als ik geen ongenoegen met de cir
kelzaag had gehad, was het Paard in
de Wieg al eerder klaar geweest,al
dus restaurateur B. Heinecke, die
twee maanden aan de restauratie van
dit snij raam heeft gewerkt. Dit on
genoegenmet de cirkelzaag be
stond hieruit, dat de heer Heinecke
uitgleed en in enkele vingers zaagde
in plaats van in het bovenlicht. Uit
eindelijk is de restauratie piekfijn in
orde gekomen en kon iedereen het
resultaat op vrijdag 25 augustus jl.
bewonderen, toen het Paard in de
Wieg officieel aan het Historisch Mu
seum werd aangeboden. Voordat het
echter in zijn volle glorie aan de muur
kon worden opgehangen, heeft de
Een toost met de koetsiersglazen. V.l.n.r. de heren Van der Louw, Bier, Kranenberg en Meijer-
man.
manshoog poppenhuis uit de 18e eeuw,
gemeubileerd overeenkomstig die tijd,
een schilderijtje met de Rotterdamse
beurs uit 1770, een zeldzame Nautilus
schelp uit de Indische Oceaan, gesierd
met de wapens van de Zeven Provinciën
en erotische voorstellingen en opschrif
ten („Het vogelen is zoet"). Ook de zil
veren bril van Rotterdams befaamde
raadspensionaris Johan van Oldebarne-
veld en een 19e eeuwse spuitwagen van
de brandweer bevinden zich in een vitri
ne. Van de buitenkant van huizen uit het
verleden worden deuren en ramen,
hang- en sluitwerk, de trekbel, de deur
klopper en dergelijke getoond.
De museumleiding heeft de overtuiging
dat door de wetenschappelijke en edu
catieve staf en de ontwerpers op een
zelfde niveau te laten samenwerken het
door hen beoogde doel het beste wordt
bereikt.
Het is de bedoeling dat men het museum
van boven naar beneden bekijkt en niet
van beneden naar boven. De bezoeker
neemt eerst de lift naar de bovenste eta
ge, waar hij of zij de koffiezolder „De
Bonte Hond" vindt. Deze naam is ont
leend aan een oude herberg waarvan het
uithangbord bewaard is gebleven. Men
heeft vanuit deze verdieping een leuke
blik op de zalen dank zij de open ruimten
tussen de verdiepingen.
Gehandicapten
Een heel groot voordeel voor lichamelijk
gehandicapten is dat ook zij het museum
in zijn geheel kunnen bezoeken. De
oorspronkelijke helling van de vloeren,
meer dan een halve meter waarlangs
ooit tonnen rolden, is nu namelijk in de
trappenhuizen door overloopjes opge
vangen.
De Dubbelde Palmboom is vrij toegan
kelijk en elke dag van het jaar geopend,
behalve op nieuwjaarsdag en Koningin
nedag. Het museum begint de laatste
jaren zoveel aan populariteit te winnen,
dat nu al meer dan honderdduizend be
zoekers per jaar er zich in de historie van
Rotterdam komen verdiepen.
heer Heinecke er heel wat werk aan
gehad.
„Eén van de problemen, waarvoor ik
een oplossing moest zien te vinden
bij de restauratiewerkzaamheden
was het opvullen van de schroefga-
ten die in het paneel zaten en waar
aan het snifraam altijd is opgehan
gen. Ook was het hier en daar aan
getast door houtworm." Na het op
vullen van deze gaten en een behan
deling tegen houtworm, was de res
taurateur er nog niet. „Nee, het aller
moeilijkste probleem was, dat er op
twee delen van het paneel iets geze
ten had, waarvan we nu nog niet we
ten wat het geweest kan zijn. Maar je
kon zien dat op die plekken de deco
ratie niet af was. Samen met de heer
Thiels, de conservator van dit mu
seum, heb ik dat besproken en ten
slotte heb ik links en rechts van de
voorstelling van het paard in de wieg
er nog een krullerig takje bijgemaakt.
Dit moest natuurlijk helemaal in stijl
zijn met de rest van het snijraam; ik
geloof echter dat ik wel in die opzet
geslaagd ben." Ook de houten
achterkant werd weggenomen en
hiervoor in de plaats kwam een gla
zen raam. Het resultaat van deze
twee maanden precieze arbeid mag
gezien worden. Overigens is dat voor
de heer Heinecke een tamelijk korte
restauratie-periode. „Ik restaureer
wel eens objecten, waaraan ik an
derhalf jaar bezig ben." Zo lang
hoefde het museum De Dubbelde
Palmboom gelukkig niet op het ge
restaureerde Paard in de Wieg te
wachten!
16