Amsterdamse portier speelt fanatiek Spaans gitaar „Bruinverbrand, met een band om m'n haar, en met een rugzak en een gitaar op m'n rug, noemden ze me in Spanje de Hollandse zigeuner," vertelt Abraham Wolters (26), portier van de vestiging aan de Mauritskade. Ik kan me nauwelijks voorstellen dat de keurige man die tegenover me zit dezelfde is die naar zijn zeggen in Spanje voor een zigeuner werd aangezien, toen hij daar zo'n jaar of zeven geleden, gedreven door zijn liefde voor de Spaanse gitaarmuziek, naartoe trok. „Ongeveer negen jaar geleden begon ik met gitaarles. Het was toen de tijd van die beatgroepen zoals de Outsiders en dergelijke. We vormden een buurtgroep en namen met z'n vieren tegelijk gitaar les. We kregen echter les van een hele leuke jonge lerares, waarmee we vrese lijke lol hadden, maar er kwam geen noot uit onze vingers." Na twee lessen had het viertal al het idee dat ze nu wel aardig gitaar konden spelen en slechts een paar akkoorden wijzer gingen ze van de les af. „Met die paar akkoorden speel den we echter alles," vertelt Abraham. Het gitaarspel kreeg hem toen zo te pakken dat hij dagelijks studeerde en het instrument steeds beter beheerste. „Op een gegeven moment vertrokken onze buren hier in Amsterdam, een Spaanse familie, weer naar Spanje. Ik ben ze toen in Cadiz gaan opzoeken. Zeven weken ben ik er geweest. Ik raakte zo enthou siast over de Spaanse gitaarmuziek dat ik daar een Spaanse gitaar heb laten bouwen." Malaga Een jaar later ging Abraham weer naar Spanje, maar deze keer voor zeker drie maanden. „Ik ging naar Malaga. Daar leerde ik de neef van de bekende Spaanse gitarist Paco de Lucia kennen. Die verdiende z'n brood op dat moment door in Malaga en omgeving op terrasjes te spelen. Hij studeerde aan het conser vatorium in Madrid. Doordat hij mij ook met een gitaar op m'n rug rond zag lo pen, raakten we aan de praat. Ik ben verder de hele vakantie met die jongen opgetrokken." Zigeuners Dankzij deze relatie kwam Abraham toen met de echte Spaanse zigeuners in con tact. „Hij had connecties met de zigeu ners die ten noorden van Malaga in de bergen woonden. Op een avond zijn we toen met de taxi daar naartoe gegaan en heb ik m'n entree bij de zigeuners ge maakt. Ik speelde een ritmisch Spaans dansnummer, wat enorm in de smaak viel. Die zigeuners hebben me toen nacht na nacht met gitaarlessen bezig gehouden. Ze gaven me aanwijzingen bij het gitaarspelen, zeiden hoe ik m'n vingers moest houden, kortom ik leer de enorm veel van ze." De nachten gingen echter niet alleen met gitaarstudie voorbij, maar boven dien was het er iedere avond feest. „Iedere nacht feestten ze daar tot het ochtendgloren. Ze maakten muziek, waarop men ging dansen. Dat ging alle maal volgens bepaalde regels. Eerst kwamen de oude vrouwen op, helemaal uitgedost met zilver bestikte kleren. Je wist gewoon niet wat je zag! Eerst be gonnen zij te dansen, waarna de man nen volgden. Als iedereen dan helemaal in de stemming was, kwamen als laat- sten de jonge vrouwen op om te dansen. Na het dansen werden er van die melo dramatische liederen gezongen. De vol gende ochtend was je helemaal bekaf. We sliepen dan op het strand met onze gitaren zorgvuldig afgedekt." Dienstplicht Na deze drie opwindende maanden moest Abraham weer naar ons land te rug, waar de dienstplicht hem wachtte. „Ook daar was ik zoveel mogelijk met gitaarspelen bezig. Je kunt wel bijna zeggen dat m'n gitaar m'n „slapie" was. Als ik 's ochtends gewekt werd, speelde ik eerst een minuut of twintig gitaar, waarna ik me pas ging wassen..." Ook zocht Abraham hobby-genoten hier in Holland, maar die waren erg moeilijk te vinden. „Ik heb zelfs een advertentie in de krant geplaatst. Tenslotte heb ik contact gekregen met twee Spanjaar den, die ook Spaanse gitaarmuziek speelden, en samen een restaurant dre ven in de Amsterdamse Pijp. Jammer genoeg zijn ze nu weer naar Spanje te ruggekeerd." Abraham is van plan als hij zijn opleiding Unie Bewaking Beveiliging beëindigd heeft, bij een Spaanse professor die hier in Amsterdam woont les te gaan nemen in het bespelen van de Spaanse gitaar. „Momenteel speel ik voornamelijk voor vrienden en kennissen en Spaanse werknemers; thuis speel ik weinig omdat ik daar een jonge tweeling heb rondlo pen. Maar als ik eenmaal weer met de studie begin, heb ik me voorgenomen dat ik dan voortaan m'n hele leven zal blijven spelen." Abraham Wolters:bezeten van

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1978 | | pagina 15