Een dagje
de boer op
Voor een ieder die graag eens een dagje
of een paar uur op een boerderij of tuin
derij zou willen rondkijken, bestaat
hiervoor de gelegenheid. De Stichting
Public Relations Land- en Tuinbouw
verstrekt folders met adressen van boe
ren en tuinders verspreid over heel Ne
derland, die hieraan hun medewerking
verlenen. Vooral voor kinderen is het
natuurlijk erg leerzaam en tevens een
groot avontuur om een dagje de boer op
te gaan, zoals de actie dan ook heet.
We gingen alvast een kijkje nemen op
de boerderij van de familie C. Verduyn in
Ter Aar (Zuid Holland).
Een blozende gezond ogende mevrouw
Verduyn opent de voordeur en nodigt
ons hartelijk uit om verder te komen. In
de grote woonkeuken begint ze meteen
druk te vertellen hoe haar gezin in elkaar
zit en komt daarbij met een groepsfoto
van de hele familie op de proppen, ge
maakt vorig jaar bij de 25-jarige bruiloft
van de heer en mevrouw Verduyn. Ze
hebben drie dochters en een zoon. De
laatste, Rens, werkt bij zijn vader op de
boerderij. Nadat ze theewater heeft op
gezet, vraagt mevrouw Verduyn of we
alvast met haar willen meelopen het be
drijf door. De bijkeuken grenst aan de
koeiestal en als ze de toegangsdeur
hierheen opent, wenden zo'n zestig
koeien hun kop onze richting uit en kij
ken ons aan.
Zij aan zij staan ze vastgebonden aan
weerskanten van het middenpad. Voor
aan staan de oudste en verder naar
achteren, vinden we de jeugd. Een oude
stier sluit de rij. In april gaan ze naar
buiten; nu is het daar nog te koud voor
en bovendien is er nog niet voldoende
gras. De stier wordt dan met een aantal
jonge koeien in de wei gezet, waar hij
vervolgens zijn werk kan doen ten be
hoeve van het nageslacht. Totdat ze
twee jaar oud zijn, worden de koeien
door de stier bevrucht, vertelt de boerin,
daarna geschiedt dit door middel van
kunstmatige inseminatie. Aan de vele
dikke buiken van de koeien te zien,
moeten er nog heel wat kalfjes geboren
worden. Zo'n stuk of zesentwintig ver
wacht de boer nog, die zich ondertussen
bij ons in de stal heeft gevoegd. Voor een
buitenstaander is de lucht, die in de stal
hangt, wel even wennen, hoewel deze
waarschijnlijk gezonder is dan de uit
laatgassen van de stad.
Schapen
Na de koeiestal bekeken te hebben,
gaan we verder naar de schaapskooi. De
inwoners hiervan bevinden zich op één
na allemaal in de wei. Helemaal alleen in
de grote stal huppelt een lammetje van
ongeveer een week oud, dat een kou
heeft gevat en daarom maar een dagje
binnen moet blijven. Het dartelt en
springt tegen je aan en als je een vinger
uitsteekt, begint het er gulzig aan te zui
gen. De boerin geeft het melk uit de fles,
zodat de honger gestild wordt. In een
andere schaapskooi bevindt zich een
moederschaap met een drieling, die het
ook een beetje rustig aan moet doen
vanwege de buitengewoon zware beval
ling (het lammen).
In een aparte stal bevinden zich de pas
geboren kalfjes. Deze worden er zo snel
mogelijk aan gewend poedermelk te
drinken, zodat de moedermelk naar de
melkfabriek gebracht kan worden. De
poedermelk schijnt echter goed te be
vallen, want gulzig drinken ze hun em
mer leeg. Als het ene kalfje zijn emmer
leeggedronken heeft, steekt het zijn kop
vlug bij die van zijn buurvrouw in de em
mer. Deze geeft hem echter geen kans,
zodat het dan maar een beetje aan het
oor van het kalfje ernaast begint te sab
belen.
Vooraan staan de oudste en verder naar achteren vinden we de jeugd.
Veilig naar huis, onder de hoede van Rens Verduyn.