FRANZ WEISZ: Regisseur Zoals een musicus met noten, een schilder met kleu- 1 Xjt ren omgaat, zo pro- r beert een regisseur met mensen een bepaalde realiteit op te roepen," vertelt Frans Weisz tijdens een gesprek, kort na de opnamen van de reclamefilm van Garvey. Frans Weisz is de regisseur van onder meer vijf Nederlandse speelfilms: Het Gangstermeisje, De Inbreker, Naakt over de schutting, Rooie Sien en Heb meelij Jet. Voor Heineken heeft hij inmiddels zo'n vijfentwintig minuten reclamefilm ge maakt: de eerste commercial van B3, de Sisi 'Cowboy'film, een aantal Coebergh en Hoppe commercials en alle films van het thema 'Schat staat de Bokma koud". ,,0p het gebied van film heb ik een ver schrikkelijke reputatie," weet de regis seur van zichzelf. ,,Mijn gemiddelde is 1 op 80, dat wil zeggen dat ik van elke 80 minuten film die ik opneem gemiddeld één minuut kan gebruiken. Maar dat komt omdat ik tijdens de opnamen op een wonder hoop. Het kan altijd nog nét iets beter gaan dan de vorige keer. Voor elke commercial denk ik: dit zijn 30 se conden om iets heel fantastisch te creë ren. Ik heb het gevoel van: dit moeten unieke seconden worden. Mensen kijken wel 'ns vreemd op als ze horen dat een regisseur van speelfilms zich ook met reclamespotjes bezig houdt. Weisz zelf zegt daarvan: „In spotjes heb ik meer waardevols gedaan dan in speelfilms. Het is een totaal eigen kunst. Ik trek wel eens de vergelijking tussen een marathon en de 100 meter. Ze zijn gebaseerd op een verschillende verdeling van krachten. Frans Weisz vindt dat hij als regisseur een dirigententaak heeft. Hij bespeelt zijn mensen en probeert het beste uit hen te halen. Verder moet hij zorgen dat van begin tot einde dezelfde toon ge houden wordt. Over Garvey: „Dit was voor mij een heel moeilijke spot om te doen. Dat komt vooral omdat hij niet op comedy geba seerd is, daarentegen een sfeer van authenticiteit ademt. Dat is vrij moeilijk over te brengen. Maar op het moment zelf dacht ik, en ook nu ik hem gezien heb ben ik het er helemaal mee eens, dit wordt een goeie commercial!" zeggen, voordat samen met de camera man beslist wordt dat de goede opname erbij zit. En dat is dan pas de eerste scè ne, er volgen er nog vier. Het moeilijkste is, dat de scène maar luttele seconden mag duren. In die korte tijd moet elk type neergezet zijn en moet het voor de kijker duidelijk zijn dat het hier gaat om een museum en in het bijzonder de Garvey- zaal. De regisseur hanteert dan ook een stopwatch: het is vechten tegen de tijd! En lekker hè, Jan Iduna is steeds gewapend met een grote poederdons en een kam om kleine schaden te herstellen. De kleding heeft Ton Verheugen verzorgd, die er dan ook bijgehaald wordt als blijkt dat een van de dames schoenen met te hoge hakken draagt. Voor de figuranten is het verschrikkelijk moeilijk om zich steeds in te blijven leven in hun rol. Vooral als iedere scène zo vaak opnieuw gedaan moet worden. Maar Frans Weisz spreekt vooral de suppoost, voorlopig de enige die een tekst moet zeggen, constant moed in. Hij krijgt het idee dat hij het na de twintigste take (opname) pas voor de eerste keer écht gaat doen. ,,En lekker hè, Jan," tegen de suppoost, is een veelgehoorde uitspraak. Doodse stilte Terwijl bij de eerste scène gebruik ge maakt is van een stilstaande camera, wordt bij de tweede en verdere scènes een rijdende camera gehanteerd. Deze ziet er zo mogelijk nog indrukwekkender uit. Bij deze tweede scène treedt Floris Sybesma, de geluidsman, voor de eerste keer op. Een microfoon aan iets dat sterk op een hengel lijkt, houdt hij tijdens de Iduna Beenken herstelt hier en daar kleine schaden, in dit geval bij de suppoost. opnamen tussen de museumgangers, terwijl bij de suppoost nog een extra mi crofoontje tussen zijn stropdas verstopt wordt. Voor iedere take heerst nu doodse stilte. Ook de tekstschrijver, Ben Rowold, is bij de opnamen aanwezig. Hij Ook de regisseur kijkt van tijd tot tijd naar het effect. Cameraman Ferenc Kalman Gall staat achter hem. loopt wat nerveus rond, hier en daar aanwijzingen gevend op tekst of uit spraak. Bij iedere scène beent hij bij ongeveer de achtste opname weg. Dan zit volgens hem zijn beeld erbij. De kunstkenner Joop, de kunstkenner, heeft wat moeite met het inleven in zijn rol. Keer op keer vliegen de aanwijzingen van de regis seur, die boven op een trap plaats ge nomen heeft, door de ruimte. Joop wil graag, maar kan de juiste timing niet vinden. Frans Weisz veroorlooft het zich zelfs van zijn hoge zetel af te dalen en de scène zelf voor te doen. Tijd is ook hier een belangrijke factor. In een paar se conden moet het type uitgebeeld zijn van een ietwat verdwaasde kunstkenner, die met zijn idioot grote loep van schilderij naar schilderij fladdert. Frans bewaart zijn geduld, spreekt iedereen De geluidsman hengelt naar geluid. 8

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1978 | | pagina 8