Tentoonstelling van kleine dieren: een kako
fonie van geluiden...
kooien, de ringen van de dieren, het
materiaal ervan (aluminium), de maat
enzovoort. Van groot belang is de aan
wezigheid van één of meer dierenartsen;
wanneer de keurmeester afwijkend ge
drag van een dier waarneemt zal hij vra
gen of het naar de „ziekenboeg" kan
worden overgebracht. Dit is een afge
sloten ruimte van de tentoonstelling,
waar de dieren zeer goed (medisch)
worden verzorgd. Dit afwijkend gedrag
kan bijvoorbeeld ontstaan door veran
dering van de lucht; vooral sierduiven uit
Engeland vertonen hierdoor op het con
tinent nog wel eens aanpassingsmoei
lijkheden.
Nonduiven en tuimelaars
Het totaal aantal dieren op de ten
toonstelling, hoenders, dwerghoenders,
sierduiven, postduiven, konijnen, ca
via's, kleurmuizen, sierratten, hamsters,
dwerggeiten en parkieten, bedroeg on
geveer drieduizend, waaronder 1180
duiven.
In 1980 hoopt men de Europese ten
toonstelling in ons land te houden. Hier
bij zal het gaan om een aantal van maar
liefst 18.000 duiven.
Een gesprek met de heer A. W. G. Otten
en mevrouw J. Heyhoff-Kerstens, res
pectievelijk secretaris en penningmees
ter van de Stichting SAVOA, leert ons dat
er toch wel enige financiële problemen
zijn. „De kleindierenteelt zou veel meer
belangstelling moeten krijgen", aldus de
promotor van deze liefhebberij, de heer
Otten. Men is druk op zoek naar
sponsors, en met de entreegelden, de
loterij en de gemeentesubsidie kan men
de kosten er net uithalen. De heer Otten
noemde daarbij ook de voortreffelijke
samenwerkinq met de directie van de
RAI.
Meer ingaande op de liefhebberij zelf zei
de heer Otten dat de tegenwoordige
keurmeesters en liefhebbers veel des
kundiger zijn: „Dierenfokken is meer re
kenwerk!"
Dit mag ook blijken uit de mate van con
centratie waarmee de keurmeesters de
dieren beoordelen. Iedere keurmeester
moet van elk dier een eindoordeel geven
in de vorm van een letter, die correspon
deert met een cijfer: U (uitmuntend) is
vijf punten, F (fraai) vier, ZG (zeer goed)
drie, G (goed) twee en V (voldoende) één
punt. Beoordeeld wordt op algemene
conditie, modelstaan, type, structuur,
voetbevedering, kleur, tekening,
oogkleur, ringnummer en ringmaat.
Voor deze tentoonstelling moest de heer
Kenter de groep „Engelse nonduiven en
overige tuimelaars" keuren. De nondui
ven zijn te herkennen aan een tekening
op hun kop waarvan zich de vergelijking
opdringt met de kap van een klooster
non. Onder tuimelaars verstaat men die
groep duiven waarvan het kenmerk is
dat zij in een spiraal omhoog vliegen,
hoog blijven hangen om zich vervolgens
te laten vallen. Tot dit oudste ras in Ne
derland, dat wordt beschouwd als een
van de moeilijkste om te fokken, behoren
Oudhollandse witroeken. onderworpen aan
de kritische blik van keurmeester Kenter.
de Oudhollandse witroeken en de Oud
hollandse blauw ekster (zie foto's).
Als een van de zeventien aanwezige
keurmeesters voor sierduiven mocht de
heer Kenter in zijn groep een kampioen
van Amsterdam aanwijzen. De op de foto
afgebeelde Oudhollandse blauw ekster
werd inderdaad uitgeroepen tot kam
pioen. Op 9 december werd dezelfde
duif weer kampioen bij de vereniging
Door Vriendschap Sterk te Amsterdam.
De eigenaar van deze duif ontving een
fraaie rozet, een bedrag van vijfentwintig
gulden en een beker. Deze prijzen wer
den uitgereikt door de zanger Ben
Cramer op de tweede en tevens laatste
dag van de tentoonstelling.
Op de eerste tentoonstellingsdag vond
een muizenkeuring plaats en konden
kinderen onder het motto „Kind en
Vriend" hun huisdieren, met uitzonde
ring van honden en katten, meenemen
naar de RAI.
Internationale faam
Als een voetbalscheidsrechter die ook
zelf voetbalt, doet Cor Kenter met zijn
eigen duiven ook zelf mee aan de ten
toonstellingen, en zeker niet zonder re
sultaat. Van de twintig duiven die hij als
liefhebber zélf aan deze keuring liet
deelnemen, te weten de „beards" en de
„Engelse lang/kort voorhoofdtuime-
laars", werd één beard in de kleur
„stroburrie" uitgeroepen tot kampioen
en een tweede tot reservekampioen. De
heer Kenter ontving hiervoor een zilve
ren duif als prijs die de Oudhollandse
Tuimelaarsvereniging zelf uitlooft en een
beker van de Amsterdamse Sierduiven
Fokkersvereniging
Het is een goede gewoonte dat de goede
•keurmeesters bij de ene keuring al door
de leden van verenigingen worden ge
contracteerd voor een volgende keu
ring. Het woord „contracteren" is zeker
op zijn plaats als wij bedenken dat de
keurmeester een contract moet tekenen,
waarbij enerzijds de vergoeding van de
reis- en verblijfskosten is geregeld, maar
anderzijds de keurmeester zich ook juri
disch verplicht om te verschijnen. Van
zelfsprekend wordt een keurmeester bij
eventuele contractbreuk nooit meer
door zo n gedupeerde vereniging uitge
nodigd.
De heer Kenter heeft als keurmeester
ook internationale faam. Regelmatig
gaat hij naar Duitsland, waar men de
beste kleurrassen heeft, Engeland, De
nemarken en Frankrijk om daar te keu
ren. Mede dankzij de medewerking van
chefs en collega's, bijvoorbeeld bij het
ruilen van diensten, is de heer Kenter in
staat deze boeiende maar tijdrovende
hobby te kunnen uitoefenen; een hobby
waar de leek misschien aanvankelijk wat
vreemd tegen aankijkt maar waardoor hij
bij het meemaken van een keuring be
slist gefascineerd raakt. F o
17