expeditieruimten, waar beide zwaar be
schadigd werden door onoplettende
personen, die de ketels in elkaar reden.
Eén werd onherstelbaar beschadigd, de
ander kon nog worden opgelapt en staat
nu weer als een weeskind te wachten
totdat er ergens een geschikte plaats
voor is gevonden.
Barbaren en engelen
Onze medewerker M. Ch. J. Eyck van de
concern-stafdienst Public Relations
heeft zich lang geleden opgeworpen als
conservator van een museum dat nog
niet bestaat. Tussen zijn andere werk
zaamheden door, tracht hij zo veel mo
gelijk te redden voor het museum dat
nog moet komen. Hij zou daarbij moeten
worden bijgestaan door alle Heineken
medewerkers. In een heel klein aantal
gevallen is dat slechts zo. Er zijn engelen
die met alles en nog wat komen aandra
gen, vaak aarzelend, omdat ze het een
beetje gek vinden om een oud stuk pa
pier, bijvoorbeeld een briefhoofd, een
reclametekstje aan te bieden, want het is
in wezen een waardeloos stuk. Zij zijn
echter welkom evenals dat wat zij aan
dragen, want er is maar heel weinig dat
voor de historie waardeloos is. Veel gro
ter is het aantal mensen dat vernietigend
door alles heen gaat. Zij slaan het niet
kapot, nee, maar zij denken ook niet aan
het bewaren van oude voorwerpen en
gooien het weg. Zij barsten in lachen uit
wanneer er gezegd wordt dat nieuwe
dingen, die vandaag net zijn aangeko
men ook in het museum moeten worden
opgeslagen, omdat zij over een tijd oud
zullen zijn. Het is geen onwil, het is
onverschilligheid en in zekere zin een
gebrek aan fantasie. Wat zeggen wij
vandaag van diegenen, die een stuk van
de Nachtwacht van Rembrandt afsne
den, omdat zij het schilderij te groot
vonden? Hoe noemen wij die mensen,
die in het verleden en nu nog boeken en
geschriften verbranden, beelden ver
woesten en kunstschatten laten wegrot
ten. Juist, barbaren. Het zou te ver gaan
om onze medewerkers die betiteling mee
te geventoch is het wel eens goed om er
op te wijzen hoeveel schade wij aan
brengen aan de geschiedenis van ons
concern wanneer wij maar onverschillig
alles laten verdwijnen in het niet, terwijl
wij de macht hebben om er tenminste
één exemplaar van te redden voor men
sen, die er over honderd jaar misschien
met plezier naar zullen kijken, zoals wij
dat nu doen naar een mooi, eerlijk hou
ten vat, een echte bostelhark of een ko
peren maatkan.
Marcel Eyck heeft alleen maar tijd om op
te slaan. Dat doet hij, meer niet. Daar
naast kan hij alleen maar een ieder die er
naar luisteren wil, op het hart binden,
aan het museum te denken. Allen belo
ven het plechtig, weinigen komen hun
toezegging na. Menig keer kon hij bij
voorbeeld alleen maar affiches aan de
verzameling toevoegen, omdat hij ze er
gens op een muur zag geplakt en er toen
naar kon vragen bij de betreffende afde
ling. Dat is toch te gek.
Er is nog geen museum. Er zijn plannen
om er een te bouwen naast het ont
vangstgebouw in Zoeterwoude. Ge
dacht wordt er onder andere een kleine
werkende brouwerij in te zetten, al is het
twijfelachtig dat er werkelijk bier in ge
brouwen zal kunnen worden in verband
met de zeer hoge kosten. Het feit dat er
nog geen tentoonstellingsruimte is,
vormt geen excuus om te vergeten dat er
wel verzameld moet worden voor later en
wij doen een beroep op u allen om mee
te helpen de collectie de moeite waard te
maken. Wat zou u kunnen sturen? Ei
genlijk bijna alles. Is het klein van om
vang, stuur het dan met een interne en
veloppe naar M. Eyck, P. R. afdeling,
A/Wet tenminste als het niet breek
baar is. Is het wat groter en brengt het
kosten met zich, bel dan even 702268 in
Amsterdam. Wat valt onder alles? Brief
hoofden, etiketten, kroonkurken, brie
ven, formulieren, reclamedrukwerk, re
clameartikelen, naambordjes, telefoon
gidsen van de diverse vestigingen, maar
ook oude machines en apparaten.De lijst
zou deze pagina kunnen vullen. Stuurt u
iets dat waardeloos is, Eyck zal u nooit
uitlachen, maar u dankbaar zijn. Weg
gooien is altijd gemakkelijk, bewaren is
moeilijk en er is er op het ogenblik maar
één die dit bij Heineken doet de paar
officieuze helpers niet te na gesproken
en laat hem dan niet bijna alleen voor
deze bewaartaak opdraaien. Het is zo
een kleine moeite om een handje te hel
pen.
Reclame op zijn best in de jaren voor de oorlog.
15