Uitspanning „Ik leer nog"
De Ommedijkse Weg met de Grote Molen.
baar gemaakt door indijking. De moe
rassen werden teruggedrongen en de
golven liepen zich te pletter op de dijken.
Het opgetekende verleden
Haat, nijd, liefde, bloed en tranen ken
merken de geschiedenis van deze kleine
plaats, want mensen blijven mensen
waar zij ook wonen. Vóór 1276 werd er al
hevig gevochten in verband met de erf
opvolging in het Hollandse Gravenhuis.
Hoekse en Kabeljauwse twisten wisten
Zoeterwoude ook te vinden en al hadden
de bewoners het water nu enigszins in
hun macht, een pretje was het leven ze
ker niet. Maar het ergste moest nog ko
men. We kennen allemaal het beleg van
Leiden door de Spanjaarden in 1574,
maar weinigen van ons weten dat dit het
bestaan van Zoeterwoude ernstig heeft
bedreigd, want de Leidenaren ver
brandden alles wat maar mogelijk was
om zodoende te voorkomen dat de
Spanjaarden zich zouden kunnen ver
schansen in huizen of bossen. Zoeter
woude werd een grote ashoop. Maar
wanneer we de belastingkohieren van
het jaar 1680 openslaan kunnen we le
zen dat de Zoeterwouders danig werden
aangeslagen en dus zeer welvarend wa
ren. Hun aantal was toen 951, maar
steeg gestadig tot omstreeks het jaar
1730 toen het maximum van een goede
1200 weer begon te slinken.
In die tijden wilde de economie ook al
niet altijd meewerken. Er moet een crisis
zijn geweest tussen 1730 en 1750, want
de bevolking vermindert in die jaren met
ruim een derde. Toch was er ook vrolijk
heid, want bier is er altijd gebrouwen in
Zoeterwoude tot grote ergernis van de
Leidenaren, die de accijns op deze
drank niet graag wilden missen.
Katholieken en protestanten zaten el
kaar eeuwenlang in de haren. Streng
gereformeerden bekvechtten met her
vormden en beiden dienden aanklach
ten in tegen de katholieken. Dan weer
hebben de paapsen voor wat betreft hun
aantal de overhand en dan zijn het weer
de protestanten, die dreigen talrijker te
worden, maar alles wijst erop dat het
dorp meestal overwegend katholiek is
geweest.
Het heden
De plaats heeft het allemaal overleefd.
Was alles bekend dan zouden er twee
jaargangen van uw dagblad gevuld kun
nen worden met de belangrijke voorval
len, de familietragedies, de verloren ge-
gane liefdes. Dan zou er een televisiese
rie kunnen komen „De Plaats Zoeter
woude" in 339 afleveringen, waarin niet
alleen hartverscheurende ellende, maar
ook veel plezier getoond zou kunnen
worden, want de misère heeft er zeker
niet altijd de eerste viool gespeeld.
Nu staat Zoeterwoude er als een sterke,
bloeiende gemeente. De plaats heeft al
les van zich afgeschud en haalde 1977.
De Zoeterwoudenaar, die tijdens het
beleg van Leiden door de Spanjaarden
de as van zijn woning door zijn vingers
heeft laten glijden, zou het niet hebben
durven hopen. Graaf Floris V zou weg
lopen van angst wanneer hij het verkeer
over de Oude Rijndijk zou zien rijden.
De slotvoogd van het Huis te Zwieten
zou bewusteloos neervallen, wanneer hij
op een ochtend uit zijn raam kijkend, de
Heineken vestiging zou zien liggen.
Maar zouden we pastoor Christiaan
Vermeulen uit de eerste helft van de 17e
eeuw nü door landelijk Zoeterwoude la
ten wandelen op een mistige morgen,
zodat de gezichtseinder voor hem ver
borgen bleef en zou het verkeer door de
Arabieren zijn stilgelegd, misschien zou
De uitspanning „Ik leer nog" stond ongeveer bij de verkeerslichten, die op de Hoge
Rijndijk bij de kruising Burgemeester Smeetsweg staan. Het gebouw is al jaren geleden
afgebroken.
Het etablissement kwam aan zijn eigenaardige naam door het volgende voorval.
In de uitspanning kwamen lang geleden vaak studenten een pilsje drinken. Eén van hen
was ene Piet Paaltjens, die op zekere dag zijn biertje niet kon betalen en als schuldbe
kentenis de volgende tekst op één van de tafels achterliet: „Dit is goed voor 2 stuivers"
en deze verklaring ook ondertekende.
Op de vraag van de waard hoe hij aan het geld zou kunnen komen, verklaarde student
lief, dat hij deze schuldbekentenis maar aan zijn vader behoefde te laten zien, woon
achtig in het zuiden van het land en dan zeker zijn betaling zou ontvangen. De waard, de
onmogelijkheid van deze inning inziende en nog nooit geconfronteerd met zo veel
brutaliteit, antwoorde volgens de overlevering: Ik leer nog (elke dag).
Een andere versie over de herkomst van de naam „Ik leer nog" is de volgende.
Een student deelde na het nuttigen van enige pilsjes bij het naar buiten lopen mee, dat
hij de betaling op het tafeltje had achtergelaten. Inderdaad lagen daar enige munten op,
maar toen de waard ze wilde incasseren bleken ze nagetekend te zijn op stukjes papier,
hetgeen de waard de verzuchting deed slaken: „ik leer nog".
5