jagers en werden gevolgd door boeren,
die zich waarschijnlijk ook vestigden ten
zuiden van het gebied waar nu onze
brouwerij langs de Weipoortse Vliet ligt
en hun hutten zijn het begin geweest van
Zoeterwoude.
Het waren die boeren, die de Romeinen
vonden toen hun legioenen doorstoot
ten naar de grensrivier van hun enorme
rijk: de Rijn. Boven die Rijn huisden an
dere volken en zij kwamen naar het Ro
meinse castellum dat lag bij het viaduct,
dat nu vlakbij de Oude Rijn de weg naar
Leiden kruist. Een Romeinse vestiging
moet ook op ons terrein hebben gele
gen, maar er is niets van teruggevonden,
omdat deze waarschijnlijk niet meer dan
een door een palissade afgeschermd
terrein was. Daar gevonden gebruiks
voorwerpen van 'Germaanse en Ro
meinse afkomst wijzen op handel tussen
beide volkeren op die bepaalde plek.
Het hout
Het is niet voor niets dat de Romeinen e
niet toe konden besluiten om in d
noordelijke Nederlanden mooie huize
te bouwen voor zichzelf. Het leven wa
hier vochtig, koud en hard. De zee biet
een constante belager. De wind dee
niet voor het water onder en heeft ron
het jaar 1000 na Chr. op vreselijke wijz
de beest uitgehangen in het Zoete
woudse, omdat toen storm na storm or
land teisterde. Diep onder de gron
kunnen we nog de slachtoffers vinde
uit die tijd. Machtige boomstammen d
zijn neergevallen in noordoostelijk
richting. Zij waren de laatste resten va
de machtige bossen, die eens Hollan
zijn naam gaven, want Holtland betekei
Houtland. Eeuwen was het mistig e
waterkoud en de bewoners hadden g<
kapt en bleven kappen. Zij hadden hu
ten en vuur nodig en weinig was er mei
over van de machtige wouden toen d
Middeleeuwen zich aankondigden.
Het veen dat ontstaan was uit de afgi
storven planten en bomen werd afg<
graven, want turf geeft vuur. Hierdoi
daalde het niveau van het land, hetgee
de omliggende wateren uitnodigde tc
te slaan. Zo zijn hele dorpen verdwene
in het Zuidhollandse. Ook toen al werk
de mens naarstig aan zijn eigen onde
gang.
Officieel bekend
De Romeinen waren verjaagd en c
Germanen gebleven, maar Zoeterwouc
was geen paradijs. Het gebied was 5(
jaar na Christus een groot moeras
men woonde daar waar het maar evf
droog wilde blijven en vocht tegen h
water. Pas honderden jaren later begc
men met de bouw van dijken en was m<
beter beschermd tegen de eeuwig aa
vallende golven. Lebuïnus, een predikt
kwam vermoedelijk vertellen over Chri
tus en hij stichtte naar alle waarschij
lijkheid een kerk in het Weipoortse g
bied. Het is bijna zeker dat daar een he
kleine verzameling hutten omheen g
bouwd was, maar alles is opgeslokt do
de geschiedenis, die zich afspeelde lar
voor 1276. Dat was het jaar dat eindel
de naam Zoeterwoude officieel we
gebruikt door Der Keerlen God, Floris
die het Ambacht Zoeterwoude officie
in leen gaf aan ene Dirk van Santhorst i
dit ook met perkament en zegel b
krachtigde. Weinig zal hij vermoed he
ben dat dit document de aanleiding z<
worden voor het geven van feesten
1976 en 1977 in de moderne gemeen
Zoeterwoude, die wel veel meer bebo
wing heeft gekregen, maar kleiner is d:
de gemeente uit het lang vervlogen v«
leden, die zelfs het zuidelijke deel vi
Leiden tot haar grondgebied mocht r
kenen. Omstreeks deze tijd is ook bijl
zeker het grootste gedeelte van het hi
dige gebied van Zoeterwoude bewoo
Detail van de kaart Del. Rhinoland/ae et Aa
stelandiae uit 1629 van Balthasar Floris u
Berckenrode. Het origineel bevindt zich in l
Rijksmuseum te Amsterdam.
4