LANG GELEDEN IN ZOETERWOUDE
Er zijn heel wat mensen in ons land die
afstammen van de familie, die eens het
slot van Zwieten in Zoeterwoude heeft
bewoond. De fundamenten van dit kas
teeltje zijn nog te vinden in het midden
van de slotgracht op ons terrein, vlakbij
het kantoorgebouw.
Kort geleden ontmoetten wij één van
deze nakomelingen, de heer H. van
Zwieten uit Utrecht, die graag in het ver
leden mag duiken om iets te weten te
komen over zijn voorvaderen. Hij is
thans gepensioneerd, maar hij heeft een
druk leven achter de rug als graficus.
Gezien zijn beroep was het voor hem niet
zo moeilijk om het wapen van zijn familie
geheel uit te werken aan de hand van
een beschrijving, die hij ontving van een
oudheidkundig instituut te Arnhem. Het
prijkt nu bij hem in huis. Het meest op
vallende aan dit stuk verleden is, dat het
gesierd wordt door een drietal violen.
Het blazoen wordt verder bekroond door
een helm waarboven weer een haasje
staat afgebeeld met een halsband. Af
beeldingen van dieren kwamen vroeger
veel voor op wapens en schijnen geen
andere betekenis gehad te hebben dan
dat de drager van de familienaam van de
betreffende dieren hield of er misschien
wel jacht op maakte. De drie violen kun
nen een teken zijn, dat de Van Zwietens
vroeger muzikaal waren, maar zeker is
dit niet.
De heer Van Zwieten maakte voor Vers van 't
Vat deze (eenvoudige) uitvoering van het fa
miliewapen.
De heer Van Zwieten maakt er een ge
woonte van om bijna elke boekhandel
binnen te stappen waar oude boeken
worden verkocht. Dit leverde hem eens
een bladzijde op uit 'Het Kabinet van
Nederlandsche en Kleefsche Oudhe
den' dat ook een pagina wijdt aan het
Huis te Zwieten. Hoe het ooit in die win
kel in Kleef vlak over de grens bij Nijme
gen is terechtgekomen, zal wel nooit
meer achterhaald worden, maar interes
sant is het te lezen hoe in de late
Middeleeuwen het slot van hand tot
hand ging door verkoop of schenking.
Zo was het in 1424 dat Willem van
Montfoorde en Van Zwieten, het kasteel
verkocht aan zijn neef Boudewijn van
Zwieten met daarbij 54 morgen land en
alle manschappen, de kapel, 'zoo groot
als kleijn, gelijk hij en zijne voorvaderen
hadden bezeten'.
Elf jaar later schonk deze Boudewijn zijn
bezit 'uyt Puyre minne en liefde' aan
Frank van Borssele, Graaf van Ooster-
vant, Heere van Zuyd-Beveland, Van
Vurne, Van Zuylen, enz. enz. in tegen
woordigheid van zijn lieve Geselline,
Vrouwe Jacob (of Jacoba), Hertoginne
van Beijeren, Gravinne van Holland, enz.
De ons allen bekende Jacoba van Beie
ren heeft dus ook te maken gehad met
het stuk grond waar nu onze brouwerij
op staat, want tegen het einde van haar
leven huwde zij met deze Frank. Waar nu
bier gebrouwen wordt zal zij waarschijn
lijk wel gewandeld hebben of op de val
kenjacht zijn gegaan. Waarom deze
Boudewijn zijn goederen zo goedgeefs
wegschonk aan Frank is niet erg duide
lijk, want onmiddellijk nadat de docu
menten waren getekend, die dit mooie
geschenk schriftelijk vastlegden, wer
den 'zolemneele Brieven' getekend
waarin stond dat Boudewijn alles weer
terugkreeg als erfleen, hetgeen wil zeg
gen, dat hij en zijn nakomelingen toch
heer en meester in Zwieten bleven, al
waren zij dan geen eigenaar. F v
Huis te Zwieten. omstreeks 1646, een van de tekeningen van R. Roghman (1620—1686).
27