EEN LEVEN VOL BIERPOËZIE
J. H. VAN LEEUWEN:
„Een Schalander leven, wat dat precies betekent? Ja, dat is moeilijk te zeg
gen een ingekwartierd leven zou ik het willen noemen, maar de juiste beteke
nis heb ik nooit kunnen achterhalen", zegt de heer J. H. van Leeuwen in een
gesprek dat we met hem hebben over zijn liefhebberij, het verzamelen van
poëzie, liederen en anekdoten, die betrekking hebben op de brouwerijwereld
en het bier.
Achteraf beschouwd is het allemaal in
de schoolbank begonnen. De dominee,
die twee uur per week bijbellessen
gaf aan het Christelijk Lyceum te Al
phen a/d Rijn en bij wie de jonge Van
Leeuwen toen in de klas zat, werd
langdurig ziek en de opengevallen
uren werden „ingevuld" door de le
raar biologie en de lerares Duits.
Voor beiden een welkome gelegen
heid om een stukje vakenthousiasme
hors concours op hun leerlingen over
te brengen. De biologieleraar doet dit
door verbinding te leggen tussen de
biologie en de elementen, die hierop
in de Bijbel betrekking hebben; de le
rares Duits benut de tijd om haar leer
lingen vertrouwder te maken met de
Duitse letterkunde en in het bijzonder
de poëzie. Zoals het in die tijd gebrui
kelijk is, worden daarbij talloze ge
dichten van buiten geleerd en omdat
Van Leeuwen in menig gedicht be
grippen tegenkomt, die hij later weer
aantreft in zijn loopbaan bij de brou
werij, werd hier feitelijk de kiem ge
legd van zijn latere liefhebberij.
Na een opleiding tot chemisch en me
disch analist een opleiding die toen
nog in de kinderschoenen stond
en enige jaren waarin hij zelf als
assistent-leraar aan deze opleiding
meewerkt, besluit Van Leeuwen bij
het bedrijfsleven te solliciteren. Geen
sinecure in de moeilijke crisistijd met
zijn vele werklozen.
Zijn 51e sollicitatie brengt hem succes
en op 1 februari 1938 treedt hij in
dienst bij de Amstel brouwerij. Hij be
gint zijn loopbaan met een halve werk
dag, omdat ter gelegenheid van de ge
boorte van prinses Beatrix aan het ge
hele brouwerijpersoneel een halve dag
vrijaf wordt gegeven. Vermeldens
waard is dat iedereen een gratificatie
meekrijgt: gehuwden ƒ5,en onge-
huwden 2,50.
De heer Van Leeuwen, gezeten vóór zijn
eigenhandig gemaakte huisbar, toont de pet
die hij meebracht van de Gentse brouw
school.
Wanderbursche
Bij vele brouwerijen in Nederland en
ook elders in Europa is sedert de
tweede helft van de 19e eeuw perso
neel van Duitse afkomst in dienst. Op
de eerste plaats zijn dat de geschool
de brouwmeesters, die speciaal zijn
aangetrokken voor het brouwen van
het Beiers bier en van wie velen in
hoog aanzien gestaan hebben. Maar
daarnaast is er een grote groep van
zogenoemde Wanderburschen, die door
heel Duitsland van brouwerij tot brou
werij trokken en van daaruit naar de
Europese landen, waar brouwerijen
gevestigd waren. Het waren jongeren
die met een bescheiden bundeltje kle
ren op pad gingen, van stad tot stad
en soms van land tot land, om een vak
te leren. En hoewel wij ze ook kennen
in andere beroepen, komen we ze toch
het meest tegen in de brouwerijwereld.
Veelal, en dat gold dan degenen die
serieuze bedoelingen hadden, waren
ze enige jaren onderweg om daarna
terug te keren en zich als geschoold
en vakbekwaam brouwerijarbeider in
eigen land te vestigen. Maar er waren
er ook die, tuk op het avontuur, wel
twaalf tot vijftien jaar op stap waren.
..Ik heb ze nog meegemaakt in mijn
eerste brouwerijjaren", zegt Van Leeu
wen, ,,ze werkten in de gist- en lager-
kelder, in de vatenpekkerij of waren
hulpje van de brouwmeester". Ze
hadden hun eigen kleine gemeen
schap, waar ze hun eigen gewoonten
van thuis handhaafden. ,,Ze huisden op
de bovenste verdieping van de brou
werij, waar een eigen kok Kartoffeln
mit Bratwurst en andere specialiteiten
bereidde".
En dan viel in gesprekken met hen het
woord Schalander leven, en noch zij
zelf, noch degenen met wie zij spra
ken, wisten wat die uitdrukking pre
cies betekende; het was een uitdruk
king, die zij weer van andere Wander
burschen overgenomen hadden en die
van generatie op generatie gebruikt
was. En hoewel niemand wist waar het
woord vandaan kwam, had men het bij
de „vertaling" intuïtief bij het juiste
eind: het betekende zoveel als de ka
mer voor het personeel in een herberg
of de ruimte in een bedrijf waar het
personeel, vrij van arbeid, de tijd door
bracht*. Van Leeuwen was er met „in
kwartiering" niet ver naast.
Het leven van deze Wanderburschen en
de verhalen over hun Wanderschaft
boeien Van Leeuwen en brengen de
Schalander- of Gesindebier was de uitdrukking
voor het bier van mindere kwaliteit, dat men aan
het personeel schonk. Oorsprong noch ontstaans
periode van het woord zijn bekend. (Een woord
van dank aan de dames van de Universiteitsbi
bliotheek te Amsterdam, die enige uren besteed
hebben aan het .nazoeken" van dit woord).
14