Marieke
van de
Kanteneer
en
Keeke
van de Congo
De Kanteneer met aan de tap mevrouw Timmermans ofwel Marieke.
Elk van beide namen, Marieke van de
Kanteneer en Keeke van de Congo, zou
de titel kunnen zijn van een roman. Een
roman vol historie, vol van de gemoede
lijkheid, gezelligheid en sfeer in de kleine
herberg van weleer, zo'n horecabedrijfje
op het platteland, ruim een halve eeuw
en meer geleden
Marieke van de Kanteneer is de oudste
van de twee. Met haar 84 jaar staat zi
nog dagelijks achter de tap van haa
stamineeke, dat genoemd is naar het be
roep, kantonnier, van haar vader. Als me
vrouw M. Timmermans-Geraeds was Ma
rieke eind vorig jaar zestig jaar vergun
ninghoudster. Haar roman speelt zich af
in het Limburgse Grathem, niet ver van
Roermond.
Het uit het horecaleven-van-weleer gegre
pen verhaal van Keeke van de Congo be
gint in 1918, als zij, veertien jaar jong,
haar vader gaat helpen in het kleine bier-
huiskamerbedrijfje in Notendaal, niet ver
van Steenbergen, het land van Merijntje
Gijzen. In 1942 nam zij het cafeetje van
haar vader over, die het vanaf 1904 ex
ploiteerde.
Mevrouw Hellemons Keeke is een afkor
ting van Cornelia - is nu zeventig. Ook
zij staat nog dagelijks achter de tap: Al
leen stroomt het bier niet via de twee
zeldzame Engelse trekpompen (zie foto
rechts onder) in het glas, maar komt het
uit door Keeke in een keldertje koel ge
houden flessen. De tafels in dit schabber-
doeske stammen uit 1888, de stoelen zijn
in 1892 gekocht en sinds die jaren is er
aan het interieur nauwelijke iets veranderd.
Ook in de Kanteneer staat oud, maar
waardevol meubilair. Het opvallendste
stuk in de gelagkamer, die met 28 vier
kante meter toevallig precies even klein is
als die van de Congo, vormt het prachtige,
Mechelse buffet. Daarachter, nu al meer
dan zestig jaar, Marieke die, zoals ze
zelf zegt, nog graag een pintje tapt. De
Kanteneer is gelegen aan de Napoleonse-
weg, waar eens de Franse keizer met
zijn troepen langs trok. Vroeger toen men
nog van paardentractie gebruik maakte,
kwamen voerlui van heinde en ver deze
pleisterplaats aandoen. Hier werden de
paarden verzorgd en als het Limburgse
oerspel, toepen, te lang duurde, kregen
ze de kopzak omgehangen. Toen was de
auto vrijwel onbekend op het platteland.
Nu razen op de vlakbij gelegen E10 per
etmaal zo'n 32.000 auto's voorbij. Toch
is er iets van de volkscultuur blijven han
gen. Schutterijen, landelijke ruiters en
plaatselijke verenigingen vormen een be
langrijk onderdeel van het klantenbe
stand.
Ook in de Congo kan men oude geschie
denissen ophalen. Zoals het verhaal van
Merijntje Gijzen en de Kruik, dat echt ge
beurd moet zijn. De moeder van mevrouw
Hellemons heeft de Kruik nog gekend en
zij had Keeke verteld, dat de Kruik nooit
bekend heeft en maar 21 maanden in het
gevang gezeten had. Mevrouw Hellemons
weet zich nog te herinneren, dat zestig
jaar geleden een kruik bier vijf cent kost
te. In 1925 werd het cafeetje op de wa
terleiding aangesloten, waarbij haar vader
in opperste verbazing had uitgeroepen:
'Dè kan toch nie, woater uit de muur?!'
Marieke van Kanteneer en Keeke van de
De Congo.
Congo betekenen beiden veel voor hun
klanten, die vaak in hen niet zozeer de
kasteleinse als wel de gezellige, moeder
lijke figuur achter de tapkast zien, bij wie
men zich - letterlijk - thuis voelt.
Keeke en Marieke. Het zou ook de titel
van één en dezelfde roman kunnen zijn.
Mevrouw Hellemons ofwel Keeke.