|@yw
©©(Til
iiiRidl©
KV Visie* Sntt i ttüüta Mii PapeMfetht
VfVIlUTI! CDU MEHIiMM B.V. Thill*
Heineken Brouwerij Nieuwe Vestiging
maar ook op de vele andere, wat on
gebruikelijke betonstorts, waarvoor hij
de houten vormen heeft gesteld. 'Ik zit
hier nou zo'n jaar en in die tijd is er
wel effe wat uit de grond gestampt...'.
Daar kan zijn in het blauw gehulde,
met lasbril en snijbrander getooide
collega het wel mee eens zijn. Zijn
werkterrein is vooralsnog de energie-
dienst, maar als je hem vraagt of hij
enig idee heeft aan een toekomstige
brouwerij te werken, begint hij scham
per te lachen. 'Ach meneer, voor mij
zijn alle klussen gelijk. Ik heb jaren
lang aan een olieraffinaderij gewerkt
en ook aan een fosfaatfabriek. Maar
wat er dan uit die pijpen of ketels
moest komen, dat was mij om het
even. Ze zeggen, dat er bij jullie straks
een edel vocht uit komt. Nou meneer,
dat zal wel waar zijn, maar als ik mijn
tong zo tussen m'n lippen doorhaal,
dan proef ik daar nog niets van...'.
Toch begint de tijd, dat er bier door de
buizen gaat stromen, al flink dichtbij
te komen. Van 1 februari 1974 af wil
men in de bottelarij gaan proefdraaien,
al wordt het bier dan nog per tank
wagen vanuit andere vestigingen aan
gevoerd. In de immense bottelarijhal
is het voorlopig nog een oase van rust.
Weliswaar staan al twee flessenvullers
op poten en is de basis gelegd voor de
pasteur, maar niets wijst er deze dag
2
op, dat de tijd krap begint te worden.
Trouwens, het is opvallend hoe weinig
mensen je op het werk ziet. Ze zijn er
wel natuurlijk, want elke morgen pas
seren er vele honderden de slagboom.
Maar het project Zoeterwoude is zó
groot, er zijn zoveel verschillende ar
beidsplaatsen, dat je ze nog nauwe
lijks terug kunt vinden.
Daar komt bij dat de eigenlijke bouw
in eerste lijn nagenoeg is afgerond.
Het spectaculaire karwei, waarbij
ko'ossale gebouwen als paddestoelen
uit de grond schoten, is klaar. Wat
overblijft is de montage: het op z'n
plaats brengen van alle technische
apparatuur, die van een bouwerij een
brouwerij moet maken. Aan de instal
latie daarvan wordt hard gewerkt,
maar de mens gaat verloren in dit oer
woud van staal. Alleen wanneer de
mannen elkaar wat toeroepen, of wan
neer er toevallig een nagel of schroefje
met een droge tik van bordes naar
bordes omlaag tuimelt, wordt je hun
aanwezigheid gewaar.
En toch zitten tijdens de schaft de
kantines boordevol. Twee grote keten
staan er op het terrein, waarin vrien
delijke dames per dag in totaal zo'n
zevenhonderd koppen koffie uitschen-
ken. Veel meer dan een gevulde koek
kan men er niet kopen, maar de man
nen in de bouw zijn gewend om hun
natje en hun droogje van huis mee te
nemen. Hun middagmaal zetten ze al
vroeg in de ochtend in slagorde op de
tafels, want nagenoeg iedereen heeft
zo zijn vaste plaats. De thermosfles
doet er nog steeds opgeld, al wint de
literfles met schroefdop meer en meer
terrein. De nieuwbouw is overigens
ook al een interessante wijk voor de
melkslijter geworden, die inmiddels
elke dag zijn ronde doet. Voor bier kan
men bij hem niet terecht, en daar zijn
de mannen wel wat rouwig om. Kreten
als 'Heineken bier, behalve hier' en
'Pak 'm gauw, maar niet in de bouw'
worden vaak gehoord. Toch kan men
er wel begrip voor hebben, dat in de
bouw geen bier te krijgen is. Alleen,
wanneer je dagelijks met de woorden
'Heineken' en 'brouwerij' vóór in de
mond loopt, komt het verlangen naar
een pilsje wel wat sneller bij je op.
Maar veiligheid gaat boven alles en
daar moet je soms veel voor doen én
veel voor laten.
Wat je doen moet - en daar word je
voortdurend door middel van borden
op geattendeerd - is het dragen van
een veiligheidshelm. Een veiligheids
helm is onontbeerlijk, al heb je nou
niet direct het idee, dat overal het ge
vaar even nadrukkelijk boven je hoofd
hangt. Op onze rondgang zijn wij drie
maal in gebreke gebleven zo'n ding op
te zetten En dat kwam dan deels om
dat je niet gewend bent in je dagelijks
werk iets op te hebben en het dus ver
geet, en deels omdat de hitte van die
dag nou ook niet bepaald uitnodigend
was. Maar wellicht hebben we daar
door het geluk gehad om tegen de
veiligheidsinspecteur op te lopen, die
overigens niets van onze naakte hoof
den zei, maar heel diplomatiek op
merkte: 'U ken ik, geloof ik, nog niet'.
Dat klopte, en dus werd ter nadere
kennismaking uitvoerig gepraat over
bedrijfsongelukken, die eigenlijk nau
welijks waren voorgekomen in de af
gelopen drie jaren, over de arbeids
inspectie en alles wat daarmee samen
hangt, en over de speciale voorzienin-
3
8