Als de indrukwekkende, in zwart ge stoken nachtwaker van de Eerste Ge combineerde Nederlandse Veiligheids dienst N.V. zijn twee overgebleven boterhammen uit de tas haalt, zijn stemmig zwarte pet uiterst correct op het hoofd zet, de deur van de houten loods, die dienst doet als portiersloge, opent, bedachtzaam het brokkelige brood tussen zijn vingers verder maalt en dit dan, heel fijnzinnig, verdeelt tussen de elkaar verdringende mussen en meeuwen, heeft hij er elf uren waken en wakker-zijn opzitten. Hij kan tevreden zijn, want die nacht zijn er geen 'bommeldingen' geweest. Trouwens, dat van dit 'bommeldingen' was vóór zijn tijd, want de 'Eerste Ge combineerde' waakt pas sinds veertien nachten over de in steen en staal ge stoken miljoenen. Vijf rondes per nacht maakt hij over het 78 hectare grote terrein; aanvankelijk per brommer, nu met de landrover, wat wel een wonder lijke naam is voor een voertuig, waar mee je boeven op het spoor wilt komen. Toch heeft ook deze nachtwaker wel even aan zitten hikken tegen de met hanepoten in het logboek gekrabbelde tekst, dat in het verleden een nacht portier werd opgeschrikt met de tele fonische mededeling, dat er binnen de boorden van de brouwerij een bom geplaatst zou zijn. Het was gelukkig allemaal loos alarm, maar het woord 'bommelding' blijft - hoe men de klem toon ook wil leggen - voor altijd ge boekstaafd. Er staat natuurlijk veel en veel meer in de stapels boeken en schriften, die per etmaal het komen en gaan op het bouw terrein weer geven. De Heineken-man- nen in de loge - zij zijn letterlijk de voorbodes van het contingent Heine- ken-medewerkers, dat straks in Zoeter- woude zal gaan zetelen - houden over al aantekening van. Ze registreren de bezoekers en geven dagpasjes uit voor het parkeren buiten de officiële, sinds kort in gebruik zijnde parkeerterreinen. Zij verwijzen vrachtrijders en vervoer ders, leveranciers en loopjongens, bodediensten en bedrijfsfunctionaris- sen naar de bijna 300 barakken, lood sen, keten en nissen, wagens en werk plaatsen, die ogenschijnlijk chaotisch, maar in werkelijkheid zeer geordend een plaatsje in de bouw bezetten. Een blauwe keet met gele luiken, een groene nis met oranje strepen, een witte wagen met blauwe vensters, een rode loods met een zwart asfalt dak. Het is een kermis van kleuren, die wel dadig is voor het oog en functioneel voor wie in de wirwar van werk z'n stekkie zoekt. 'Alsmaar rechtdoor, over de brug links en dan twee maal rechts aanhouden', zegt de poortcon troleur, voor wie geen firma op het terrein onbekend is. 'Je weet zo lang zamerhand precies, waar een bepaald soort vracht naar toe moet', vult de wachtchef aan. 'Ja sterker nog, je merkt na een tijdje, dat je ook prak tisch alle kentekens van de auto's uit je hoofd kent. Dat kwam bijzonder goed van pas, toen we de nieuwe par- keerregeling gingen invoeren. Sinds kort moet iedereen, die z'n auto voor zijn werk niet direct bij de barak hoeft te hebben, zijn wagen op het grote plein bij het toekomstige kantoor gebouw plaatsen. Wie wél mag door rijden heeft een pasje, dat correspon deert met het kenteken van zijn auto. Toch zijn er altijd nog slimmerikken, die er iets op gevonden denken te heb ben. Maar onze kentekenkennis haalt de overtreder snel weer uit de droom Vanaf de vijfde en tevens hoogste etage van het kantoorgebouw heb je een goede kijk op dit inmense parkeer terrein waar nu zo'n 250 automobielen nog nauwelijks opvallen. Je moet dan wel even wat stuthout en steigermate riaal omzeilen, maar het uitzicht is meer dan de moeite waard. Dat be looft veel goeds voor wie daar gehuis vest wordt, want ook in de richting van de Van Swietenplas, die veel groter is dan we tot nu toe dachten, ontmoet men een louter landelijk vergezicht. Een man in khakikleurig werkpak, die ons wat angstig schuifelen langs de geïmproviseerde ballustrade niet hele maal kan meevoelen, trekt één van de steigerpalen onderuit, waardoor een dik stuk stukhout op het beton knalt. De echo vindt alleen wat ruwe pilaren op zijn weg. 'Eigenlijk ben ik timmerman', zegt de khakikleurige figuur, terwijl hij onbe wust een halve draai maakt om de klauwhamer en duimstok, die uit zijn overall steken, ons voor te toveren. 'Maar je doet hier eigenlijk alles: stei gers afbreken, balken verkruien, rot zooi opruimen. Je doet het, zonder dat je er erg in hebt. Ja, het is een mooi stuk werk. Tjonge, jonge, wat is dit een mooi karwei'. En daarmee doelt hij niet alleen op het kantoorgebouw, 7

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1973 | | pagina 7