ROTTERDAMSE
BROUWERIJ
VERLAAT
MAASSTAD
PLAATS VAN
NIEUWE VESTIGING
NOG NIET BEKEND
Een van de laatste luchtfoto's (1967).
KLM-Aerocarto
Het besluit is gevallen: De brouwerij
te Rotterdam zal niet worden her
bouwd, maar krijgt een nieuwe vesti
gingsplaats zo dicht mogelijk bij de
Maasstad.
Dit was het belangrijke nieuws, dat
woensdag 2 april in Rotterdam na
mens de raad van bestuur door de
directie werd bekendgemaakt.
De plaatselijke ondernemingsraad, om
negen uur voor een extra vergadering
bijeengeroepen, werd als eerste van
de genomen beslissing op de hoogte
gesteld.
Om elf uur ontving de directie de
vertegenwoordigers van vakorganisa
ties, waarna om twaalf uur een pers
conferentie werd gehouden, 's Mid
dags volgde de bekendmaking aan
het personeel, dat zich telkens in
groepen in de bedrijfskantine ver
zamelde om daar uit de mond van
een der directieleden het nieuws te
vernemen. Nog diezelfde middag wer
den ook de ondernemingsraden van
de beide zusterbrouwerijen van de
genomen beslissing op de hoogte ge
steld. Tenslotte werd aan het eind
van de middag de mededeling van de
raad van bestuur per post aan het
huisadres van alle personeelsleden
verzonden.
Van de zijde van de Rotterdamse
ondernemingsraad ontving de redactie
de hiernavolgende reactie op de be
kendmaking van het nieuws.
Ongerustheid weggenomen bij
Rotterdamse ondernemingsraad
„Vele jaren heeft er onzekerheid ge
heerst over het voortbestaan van de
Rotterdamse brouwerij op het terrein
aan de Crooswijksesingel.
Nadat destijds door de directie be
sloten was zo mogelijk op de oude
plaats een nieuwe brouwerij te bou
wen. moesten met de gemeente Rot
terdam nog vele besprekingen ge
voerd worden om uiteindelijk tot een
vast plan van vernieuwing te komen.
In de vergadering van de onder
nemingsraad van 16 september 1965
kon de voorzitter tenslotte het vol
gende meedelen:
„De beslissing is gevallen. De brou
werij te Rotterdam blijft op haar
huidige plaats en zal worden ge
moderniseerd, terwijl de capaciteit
zal worden uitgebreid."
De leden van de ondernemingsraad
uitten hun vreugde over dit besluit en
waren blij het personeel eindelijk
gerust te kunnen stellen.
Na dit tijdstip zag men langzamer
hand allerlei werkzaamheden, die aan
de vernieuwing vooraf moesten gaan.
Huizen aan de Linker Rottekade en
in de Isaac Hubertstraat werden ont
ruimd en gesloopt. De maquette van
de nieuwe brouwerij werd getoond en
het nieuwbouwplan toegelicht. Ook
de mouterij werd gesloopt en binnen
enkele jaren dacht men een nieuw
gebouw te zien, waarin de energie-
dienst zou zijn ondergebracht. Dacht
men. Op 9 september 1968 werd de
ondernemingsraad voor een extra
vergadering bijeengeroepen, waarin
de voorzitter meedeelde, dat de her
bouw van de Rotterdamse brouwerij
opnieuw in studie zou worden ge
nomen. Gedurende deze studie, waar
mee ongeveer een half jaar zou zijn
gemoeid, zou het slopen worden stil
gelegd en zou niet met nieuwbouw
worden begonnen.
De bekendmaking van het besluit aan de plaatselijke ondernemingsraad.