-biel oaslqcplaklc hectic ONZE KINDERTON Wibbeltje Wabbel was kapper in het dorpje Dommelhuizen. De mensen mochten hem graag en hij had dan ook veel klanten. Op straat droeg hij altijd een zwart bolhoedje. Als hij iemand tegenkwam, nam hij het met een brede zwaai af. Ja, Wibbeltje Wabbel was erg beleefd. Op een zatermiddag kwam zijn neef Pimmetje op bezoek. Terwijl Wib beltje in zijn winkel ijverig aan het knippen was, speelde Pimmetje in de achterkamer. Maar owee, hij had de lijmpot gevonden! En wat deed dat ondeugende neefje? Hij smeerde de binnenkant van het bolhoedje vol met lijm! Toen Wibbeltje 's avonds klaar was, zette hij zijn bolhoedje stevig op zijn hoofd. Hij ging nog even een luchtje scheppen. Opgewekt liep hij door de dorpsstraten. Kijk, daar kwam de burgemeester aan. Wibbeltje wilde met een grote zwaai zijn hoed afne men, maar het ging niet! Het bol hoedje bleef op zijn hoofd vastge plakt zitten. De kapper liep vlug te rug naar huis. Wat hij daar ook pro beerde, hij kon het bolhoedje niet van zijn hoofd krijgen. Wibbeltje Wabbel moest die avond met zijn hoed op naar bed! Ook in de volgende dagen lukte het hem niet het bolhoedje los te maken. De mensen in het dorp begonnen er al over te praten. „Zeg, Wibbeltje Wabbel is de laatste tijd zo onbe leefd", zeiden ze. „Als hij je op straat tegenkomt, neemt hij niet eens zijn hoed af. Zaterdag heeft hij zelfs de burgemeester niet gegroet." En wat nog het ergste was, de kap per kon zijn hoed natuurlijk ook niet afzetten als hij aan het werken was. Hij knipte en schoor de mannen uit het dorp met zijn bolhoedje op zijn hoofd. Had hij nu maar eerlijk ver teld dat het hoedje vastgeplakt zat, dan hadden de mensen het natuur lijk niet zo erg gevonden. Maar dat durfde hij niet. Hij was bang dat iedereen hem zou uitlachen. Wibbel tje kreeg steeds minder klanten. De mensen gingen liever naar de kapper in een ander dorpje dan zich door die onbeleefde Wibbeltje Wabbel te laten knippen. Een paar weken later kwam er een circus in Dommelhuizen. Wibbeltje ging er 's avonds ook heen. „Ik ben zo verdrietig", dacht hij, „misschien word ik er wel een beetje vrolijker van." Er werd een aardig programma ver toond. Er waren twee olifanten die allerlei kunstjes deden en gedres seerde hondjes die voetbal speelden. Maar het leukst vonden de mensen toch de clown Piko, die de aller malste fratsen uithaalde. Op zeker ogenblik hing hij met zijn voeten in een lus van een lang touw dat in de nok van het circus was vastgebonden. Hij slingerde rakelings langs de hoof den van de mensen heen. Toen haal de Piko een van zijn grapjes uit. Hij greep plotseling het bolhoedje van Wibbeltje Wabbel beet. Maar hela, nu gebeurde er iets dat hij niet ver wacht had! De kapper bleef aan zijn hoedje vastzitten en slingerde, samen met de clown, door het circus. De mensen gilden van verbazing. Nu begrepen ze pas waarom Wibbeltje zijn hoed nooit meer afnam! De clown had het hoedje met Wib beltje Wabbel eraan gelukkig goed vastgehouden. Even later stonden ze weer veilig op de grond. De directeur van het circus kwam naar hem toe. „Dat is een prachtig nummer!" riep hij opgetogen. „Meneer, blijf bij ons, dan kunt u veel geld verdienen!" Nu, daar voelde Wibbeltje wel wat voor. Hij reisde met het circus mee. Iedere avond ging hij tussen het publiek zit ten en dan trok de clown Piko hem aan zijn hoedje de lucht in. Zij had den een geweldig succes. Maar op een avond gebeurde er iets ergsTerwijl zij weer samen door de circustent slingerden, liet het hoedje plotseling los! Wibbeltje viel! Hij kwam gelukkig goed terecht en had alleen zijn enkel verzwikt. Maar hij kon nu natuurlijk niet meer op treden. Treurig zat de kapper de volgende ochtend op een bankje voor de cir custent. Hé, wie kwamen daar aan? Het waren een paar mannen uit zijn dorpje Dommelhuizen. Zij zeiden dat de mensen spijt hadden zo on aardig tegen Wibbeltje te zijn ge weest en zij vroegen hem of hij terug wilde komen. Ja, dat deed Wibbeltje graag. De volgende dag stond hij al weer in zijn winkeltje. Hij kreeg veel klanten en was weer even tevreden en gelukkig als vroeger. ]im Keulemans 14

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1969 | | pagina 16