nu eens aan een bekend figuur te vragen hoe hij of zij over Kerstmis denkt zeiden wij tegen elkaar. Het werd Willy Alberti, die niet alleen volgens veel mensen goed zingt, maar ook een goed verteller blijkt te zijn. We hebben een hele middag met hem zitten praten, maar alleen het antwoord op onze Kerst- vraag drukken we in deze Drieluik af; de rest van ons interview en een verslag van de opening van zijn platenzaak door een bekende figuur, bewaren we voor het januari/ februarinummer. Wij: „Hoe denk je over Kerstmis?" Hij: „Dat zal ik jullie eerlijk vertellen. Ik vind het 't mooiste feest dat ik ken. Dat is geen komedie, maar de oprechte waarheid en ik zal jullie vertellen waar om. Ik was, denk ik, een jaar of acht, negen en als kleine jongen nam je altijd het Leger des Heils in de maling hetgeen jullie ongetwijfeld ook wel eens gedaan hebben niet beseffende, wat deze mensen voor goeds doen. Toen in die tijd (dat moet omstreeks 1935 ge weest zijn) werd mijn vaders steun in gehouden. Hij was kelner en had er stiekem bijgewerkt in de bieten ergens op de Looiersgracht. Hij moest daar bieten lossen en dat werd gezien door een inspecteur van Sociale Zaken, die zal het tenminste wel geweest zijn, en zodoende was hij zijn steun kwijt. Op een gegeven moment kreeg ik toen een bon en moest daarmee naar het Con certgebouw. Het was de eerste keer dat ik daar kwam. Er lag een lange rode loper en er waren allemaal versierin gen en daar was ik helemaal van onder de indruk. Opeens werd, nadat er kerstliederen waren gezongen en een kerstverhaal was verteld, mijn naam af geroepen en natuurlijk nog meer na men, en ik liep naar voren en mocht daar zomaar een pakket uitzoeken. Het was een verfdoos en ik geloof dat ik hem nooit gebruikt heb, maar ik kan me niet voorstellen, dat ik ooit een ca deau heb gehad waarmee ik zo blij De kleine Alberti was het middelpunt van het gesprek tussen de grote Alberti en ons, was. Sindsdien wordt ik op de eerste de beste die het Leger des Heils in de maling durft te nemen, verschrikkelijk kwaad, omdat het geweldig is wat die mensen doen!" Zoals reeds gezegd, laten we het hier bij. Echter nog niet helemaal, want we willen jullie het antwoord op onze vraag: „Waarom sta je ons (Drieluik dus) zomaar een interview toe?" niet onthouden. Hij antwoordde hierop: „Ik moet eerlijk bekennen, dat ik de sfeer en de geest onder het personeel bij Heineken zeer waardeer. Ik heb met alle regionen in het bedrijf contact ge had en iedereen was even vriendelijk en werkte even hard." Na deze woorden mogen we, geloven we, best stellen, dat wij allemaal met een gerust hart 1969 in kunnen gaan en terug kunnen kijken op een jaar van hard werken en lief zijn voor elkaar. Laten we het maar zo houden, er is toch al zo veel ellende in de wereld, ondanks de verfdozen van het Leger des Heils. Madeleen en Ad Foto's Henk List 37

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 39