Wat gebeurde er nu! Hij kon zich niet meer vasthouden en viel van de wolk af Met een plof kwam Dwarrelvlokje op de aarde terecht. Van schrik en pijn begon hij hard te huilen. „Wie huilt daar? Wat is er gebeurd?" vroeg opeens een lief meisjesstem metje. Het was Liesje Koster. Zij kwam met haar vader en moeder te rug van visite. Vlak bij huis vonden zij het sneeuwmannetje huilend op straat zitten. Ze begrepen natuurlijk niet zo gauw wat dat voor een vreemd kereltje was. Liesje en haar vader en moeder na men Dwarrelvlokje mee naar huis. Eerst was Dwarrelvlokje een beetje bang voor de mensen. Maar toen hij merkte hoe aardig ze voor hem wa ren, was hij al gauw niet bang meer. Toen Dwarrelvlokje een beetje bij gekomen was van de schrik, vertelde hij dat hij een sneeuwmannetje was en hoe het kwam dat hij op de aarde was gevallen. Vader, moeder en Liesje luisterden met grote ogen van verbazing naar zijn verhaal. In de kamer stond een mooie Kerst boom. Hoewel het pas de volgende dag Kerstmis zou zijn, stak vader toch de kaarsjes aan. Hij wilde Dwarrelvlokje graag een plezier doen. Die nacht mocht Dwarrelvlokje in het poppebedje van Liesje slapen. Maar midden in de nacht werd hij wakker. Hij hoorde Liesje zachtjes huilen. „Wat is er vroeg Dwarrelvlokje angstig. „Heb je pijn of verdriet?" „O", snikte Liesje, „ik vind het zo jammer dat er met Kerstmis nooit meer sneeuw valt. Vader en moeder hebben me verteld dat het vroeger al tijd sneeuwde met Kerstmis. Maar nu gebeurt dat nooit meer!" Dwarrelvlokje werd er ook een beetje verdrietig van. Hij zou best willen helpen, maar ja, de koning van de sneeuwmannetjes wilde het niet. De volgende ochtend nam Dwarrel vlokje heel hartelijk afscheid van Liesje en haar ouders. Vader bracht hem naar de hoogste kerktoren van de stad. Ze klommen alle trappen op. Toen ze boven waren, wachtten ze tot er een wolk voorbijkwam en hoepla handig sprong Dwarrel vlokje erop. „Hartelijk bedankt, mijn heer!" riep hij nog. De andere sneeuwmannetjes hadden zich al ongerust gemaakt over Dwar relvlokje. Ze waren dan ook erg blij hem weer gezond en wel terug te zien. Dwarrelvlokje moest bij de ko ning komen en hem vertellen wat er allemaal gebeurd was. Toen hij zijn verhaal gedaan had, streek de koning peinzend over zijn sneeuwwitte baard. „Tja", zei hij, „de mensen van de aarde zijn heel vriendelijk voor je ge weest. Het is onze plicht iets aardigs terug te doen. Maar wat?" „O, Sire", zei Dwarrelvlokje verlegen, „mag ik het een beetje laten sneeu wen? Dat zullen Liesje en de andere kinderen zo fijn vinden. Al is het maar een heel klein beetje De koning antwoordde: „Als we het laten sneeuwen, dan laten we het goed sneeuwen. Vooruit, de mensen hebben jou zo goed geholpen, nu zul len wij ze als dank een mooie witte Kerstmis geven." Zo gezegd, zo gedaan. Alle sneeuw mannetjes werkten zo hard als ze konden. Vrolijk zingend droegen ze grote zakken met sneeuwvlokken aan. En één voor één schudden ze die uit over de rand van de wolken. Lang zaam dwarrelden de vlokken omlaag. „Hoera!" riepen de grote mensen en de kinderen blij. „Het sneeuwt, en dat nog wel met Kerstmis. Dat is in jaren niet meer gebeurd Toen de sneeuwmannetjes klaar wa ren met hun werk, lag er op alle stra ten, alle weilanden, alle daken en alle bomen een mooie witte laag sneeuw. 's Middags mocht Liesje met haar slee buiten spelen. Af en toe keek ze omhoog en dan wuifde ze vriende lijk naar boven. Want daar in de wol ken woonde haar vriendje Dwarrel vlokje, die ervoor gezorgd had dat er eindelijk weer eens een witte Kerst mis was! ]im Keulemans 29

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 31