waren dan ook maar weinig bedrijven, die over zo'n overdekte rijbaan de beschikking hadden. Thans is dat volkomen veranderd en hebben we meer dan 160 over dekte maneges. Elk jaar komen er nieuwe bij. Dat is ook wel nodig want alleen al het totaal aantal paarden sportbeoefenaren, dat lid is van de Nederlandse Hippi sche Sportbond, bedraagt ongeveer 35.000. De landelijke ruiters en anderen, die op het platteland wonen, leren het rijden en wat er allemaal aan theorie zo bij komt kijken bij de rijverenigingen. Verscheidene van deze clubs beschikken ook reeds over een overdekte rijbaan, maar lang niet alle zijn zo bevoorrecht. Het voordeel van een overdekte manege is dat men onafhankelijk is van het weer en dus altijd, ook hartje winter, kan blijven rijden. In onze omgeving In de stad is men meestal bovendien ook wel op dat binnen rijden" aangewezen. Steden als Amsterdam, Rotterdam, Gouda, Leiden en Delft hebben weinig om geving, die geschikt is om er te gaan paardrijden. In Amsterdam kwam men destijds niet verder dan het Vondelpark, dat vergeleken bij het Hydepark in Lon den, De Tiergarten in Berlijn of het Bois de Boulogne in Parijs maar een pietepeuterig parkje is. De Vondel manege en die van de Amsterdamse Rijtuig Mij lagen er echter vlakbij en de klanten konden zo vanuit de stallen het park in rijden. Dat was dus prettig en gunstig. Later is er nog een R.C.A.-manege bij gekomen aan de Amstelveense Weg nabij de uitgang van het park. Dat bedrijf ligt ook gunstig. De hoofdstad heeft thans nog twee bedrijven in de stad want de ARM-manege is in middels verdwenen. Amsterdam heeft echter vanaf de dertiger jaren er een uniek bos bij gekregen dat weliswaar niet in het cen trum gelegen is, maar tegenwoordig toch wel betrekke lijk gemakkelijk is te bereiken. In dat bos werd een zeer groot manegebedrijf gevestigd „Amsterdamse Manege" genaamd (een van de grootste bedrijven van ons land), waar een kleine dertig paarden ter beschikking staan, waar men honderden hectaren natuur om zich heen heeft waarin naar hartelust gereden mag worden. In datzelfde bos vindt men ook het Ponycentrum „Hes- tar", waar jong en oud op IJslandse paardjes kan leren rijden. Niet in de rijbaan, maar alleen buiten. IJslan- ders zijn ik zei het reeds geen dressuurpaardjes en behoren derhalve ook niet in een manege thuis. Het zijn echte ruige buitendieren. Rotterdam heeft eveneens vóór de oorlog zijn eigen bos er bij gekregen in de vorm van het Kralingse Bos. Men heeft zeer terecht daarheen ook de manege verplaatst. Men vindt er de „Rotterdamse Manege" (Kralingse weg 120). Wat voor de Amsterdamse Ma nege geldt, gaat ook op voor die in het Kralingse Bos, met dien verstande dat dit park veel kleiner is dan het Amsterdamse Bos. De Manege Hillegersberg (Bergse Linker Rottekade 20) ligt eveneens niet ver van Rotter dam's natuurschoon. Ook daar zoals bij alle reeds genoemde bedrijven heeft men een overdekte rijbaan. In de buurt van de Maasstad kan men voorts nog te recht te Barendrecht (le Barendrechtse weg 33), Papen- drecht (ponyrijschool, Noordhoek 24) en te Zwijndrecht (Develweg 130). Brabants hoofdstad ligt veel gunstiger dan de beide Hollandse steden. Hoewel Den Bosch niet midden in bosrijk gebied is gelegen, kan men dit toch na enkele kilometers rijden al bereiken. Vandaar dat er in Vught zelfs twee maneges te vinden zijn: de Vughtse Manege (Bréautélaan) en de Manege Godschalx (Berkenheuvel- dreef). Verderop kan men terecht in Helvoirt, Manege De Dis telhoeve (Distelberg), waar geen overdekte rijbaan is, Sint Michielsgestel, waar op de Pleinsedijk een New Lorestpony jeugdcentrum is gevestigd in Hoeve Hemel rijk (dus voor kinderen) en in Sint Oedenrode de nieuwe manege van de Leijer (Borchmolendijk). Ook in de mooie Drunense duinen kan men rijden vanuit de Ma nege „De Klinkart" (De Klinkert). Kosten De prijzen in de maneges zijn zeer uiteenlopend. Om de gedachten te bepalen: rijlessen voor volwassenen tus sen 6.50 en 10.per uur; rijlessen voor kinderen (op pony's) tussen 4.en 6.50 per uur; verhuur van paarden en pony's (onder geleide) tussen 5.en 9.per uur; dagtochten, als bij verhuur, maar meestal iets goedkoper per uur. Over het algemeen neemt men een abonnement voor een gehele cursus of voor 10 of 20 keer rijden (a 1 uur). Dan krijgt men een aanzienlijke reductie. Bijkomende kosten? Een rijbroek (vanaf 35.met laarzen (vanaf 65. in leer en 30.in rubber) of jodphur met jodphur- laarsjes (kosten als boven, laarsjes goedkoper). Rijpet met harde bol (valhelm) 35.Daar kan men het voorlopig wel mee doen. Heeft men vorderingen ge maakt en wil men eens aan uitvoeringen deelnemen of in gezelschap buiten gaan rijden dan zal een sportief tweed rijjasje nodig zijn (vanaf 75.en een rijdas of gewone witte das en eigenlijk moet men altijd met handschoenen aan rijden (geen autohandschoenen alstu blieft). Neemt die altijd één maat te groot anders gaan ze knellen en verliest u het gevoel met het paard. Nappa of varkenslederen handschoenen kan men gebruiken maar ook gehaakte van garen. Sporen zijn echt niet direct nodig en veelal ook geen karwats of rijstok, tenzij men bij een landelijke rijver- eniging met een „groen" paard begint. Maar dat is een ander verhaal. Wilt u stijfheid voorkomen maak dan elke dag 's mor gens en 's avonds, alvoren u met uw paardrijlessen be gint, een twintigtal diepe kniebuigingen. En wanneer u spierpijn hebt gekregen moet u gewoon doorrijden! Zorg voor passende onderbroeken en ook de rijbroeken moeten passen en mogen met gebogen knieën nergens klemmen, zulks om doorrijden te voorkomen of althans zoveel mogelijk tegen te gaan. Misschien zie ik u nog wel eens te paard? Wouter Slob In een „rijtuigie" (Foto's: ir. W. F. v. Heemskerck Düker) 23

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 25