HOI» PAAKIIJe HOI»! Op IJslandse pony's door het Amsterdamse Bos. evengoed voor een pony te begrijpen en beheersen. Men vergeet maar al te vaak, dat paarden geen machi nes zijn. Men is maar al te zeer gewend aan handvaten te trekken en op knoppen te drukken om iets te berei ken. Zó is het leven van 1968 nu eenmaal. Maar een paard is geen toestel en heeft geen knoppen of hendels. Het reageert dikwijls anders dan men verwacht omdat het als levend wezen sterk beïnvloed wordt door zijn omgeving en door allerlei andere omstandigheden. Het kan zich als levend wezen bovendien onbehagelijk ge voelen. kan ziek of „vervelend" zijn. kan „zijn dag niet hebben", kortom is net als de mens niet altijd hetzelfde. En dit maakt het juist extra noodzakelijk met dit alles goed op de hoogte te komen, hetgeen kan gebeuren door het nemen van goede rijlessen. Tijdens de rijlessen behoort ook altijd theorie over het paard gegeven te worden. Men leert al rijdende zijn levende sportgenoot beter kennen. En men zal ervaring opdoen wanneer men niet altijd hetzelfde paard berijdt, want de paar den zijn net als de mensen alle anders. Ze komen nu eenmaal niet van de lopende band. Ze worden niet in serie gebouwd. Vandaar. Maneges Het rijles nemen is binnen veler bereik gekomen. Zij, die zich ten doel hebben gesteld te gaan paardrijden, bereiken dit tegenwoordig ook meestal wel. De rijles tarieven zijn lang niet in gelijke mate gestegen als de inkomens. Misschien zou dat wel beter geweest zijn, want te lage tarieven gaan nog wel eens ten koste van de kwaliteit. De ene manege kan echter wat goedkoper werken dan de andere. Vandaar dat er wel enige ver scheidenheid in lesgelden bestaat. Rijles neemt men als stedeling in een manege. Vóór de oorlog kende men in Nederland maar weinig van zulke bedrijven. Er moet nogal wat in geïnvesteerd worden en eigenlijk kan men een overdekte rijbaan niet missen. Maar die kost natuurlijk heel wat meer dan een buitenmanege, een open, niet-overdekte rijbaan. Er Forest, Dartmoor en Connemara. De IJslandse pony staat er zo'n beetje tussenin. Dat is ook geen echte rij- pony, maar meer een sterke toerpony, waarop zelfs vol wassenen hele dagen kunnen rijden. Een pony, die in ongelijk terrein vast ter been is. Maar echt „dressuurrijden" kan men met IJslanders niet. Dat is ook helemaal geen bezwaar, omdat men toch moeilijk van alle ruitersportbeoefenaren kan ver langen dat ze aan dressuurproeven gaan deelnemen, net zo min als men verwachten kan dat allen in spring concoursen gaan uitkomen. Elk wat wils Er moet vooral nu het paard eigenlijk alleen nog maar voor ontspanning wordt gefokt en gehouden voor elk wat wils zijn. En dat kan ook. Men kan gaan paardrijden om verschillende redenen en die wil ik graag even nader aanstippen. Allereerst kan men gaan rijden om het pure genoegen met een levend wezen alleen in de natuur te verkeren. Paardrijden dus óm het rijden, om het paard en om de natuur. Dat is de echte liefhebberij en daaronder valt het mee rijden in jachten ook, want daarbij zijn geen prijzen te behalen. Natuurlijk zijn er altijd wel enkele jachtrit-liefhebbers, die het doen om gezien te worden of omdat ze het chic vinden aan die sport te „doen". Maar dat is tenslotte ook een soort van vermaak en ontspanning. Voorts kan men gaan paardrijden voor zijn gezondheid. Deze vorm neemt steeds meer toe, omdat het aantal mensen, dat overwerkt en overspannen dreigt te raken met de dag groter wordt. Paardrijden wordt door de medici gaarne aanbevolen als een middel om tot rust te komen. Vooral wanneer men met paard of pony er een of twee weken eens helemaal uit trekt, bijvoorbeeld de Veluwe op of de Achterhoek, Brabant of Drente in. Heel in het bijzonder wordt paard- en ponyrijden steeds meer toegepast als therapie of alleen maar als vertier voor gehandicapten (voornamelijk kinderen). Zelfs bij spastische kinderen bereikt men er opvallende resul taten mee. Velen beoefenen het paardrijden om in wedstrijden te kunnen uitkomen. Vooral de springconcoursen zijn ge liefd omdat men blijkbaar van mening is dat men vlug ger kan leren springen dan leren dressuurrijden. En dat men er derhalve ook vlugger prijzen mee kan behalen. Dat is niet zo, al lijkt het wèl zo. Goed springen is even moeilijk als goed dressuurrijden, maar velen gunnen zich de tijd niet voor een degelijke voorbereiding. Er worden dan weliswaar wel eens vlug prijzen gewonnen, maar dat is dan dikwijls ook maar een tijdelijk ver schijnsel. Zulke sterren schitteren meestal niet lang aan het firmament. Alles wat men doet moet men goed doen en dat geldt voor alle takken van paardensport ook. Slechts op een degelijk fundament kan men op de lange duur wat blijvends bereiken. Men moet zich er bij neerleggen, dat de opleiding tijd en dus ook geld kost. Maar met rente komt het kapitaal er later weer uit. Opleiding En zo zijn we dan vanzelf gekomen aan het punt van de opleiding, want niemand zal toch zo dwaas zijn te denken, dat men paardrijden niet behoeft te leren? Autorijden moet geleerd worden en daarbij heeft men nog maar te doen met een dood toestel. Hoeveel temeer zal men moeten leren om een paard en dat geldt 22

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 24