Zorg dat je erbij bent, is het devies van Waagmeester.
komen eerst de lagere elftallen van
Beatrix en vervolgens de spelers en
reserves van het eerste team bij hem
op de grasmat, terwijl op vrijdag
avond R.K.J.V.V. weer aan de beurt
is. Dan gaat hij zaterdagsmiddags met
Beatrix op stap (het verst weg naar
St.-Annaland op Tholen) en begeleidt
hij zondags R.K.J.V.V. Eerstgenoem
de club heeft zelf een verzorger; zon
dags neemt Beekmans ook deze taak
op zich.
Vroeger ging het allemaal pro deo;
nu krijgt hij een vergoeding. Dat lijkt
aardig, maar vergeet niet, dat er ont
zettend veel tijd en ongedacht hoge
onkosten aan het trainerswerk vast
zitten.
Er is voor een oefenmeester weinig
literatuur. Beekmans: ,,Je moet dus je
trainingsprogramma zelf maken en
bovendien de vaardigheid hebben om
de verschillende oefeningen voor te
doen." Gevraagd naar zijn wijze van
begeleiding bij de wedstrijden zegt hij,
dat het nog wel eens nodig is zo nu
en dan (flink) aanwijzingen te geven.
Verder geldt bij hem tijdens de wed
strijd het parool „Mondje dicht, ook
(zeer zeker) tegenover de leiding."
Beekmans gaat helemaal en met ple
zier op in wat wij toch wel zijn lief
hebberij mogen noemen. Hoe zijn
vrouw het vindt? Hij veert op: „Ze is
voor mij een geweldige stimulans,
leeft mee met mijn hobby en ze is er
bijna elke week ook bij. Trouwens,
we hebben elkaar op het voetbalveld
leren kennen." En dat is dan, dachten
wij, een happy beginning en een hap
py end van dit deel van ons verhaal.
Van onze twee scheidsrechters is de
heer P. D. Waagmeester (29) de
jongste, zowel in leeftijd als in erva
ring. Bij Heineken behoort hij tot het
korps vertegenwoordigers van de af
deling huisverbruik (Amsterdam). Van
maandag tot en met vrijdag is hij in
zijn rayon bezig met de winkelver
koop en alles wat daar (nog meer) bij
komt kijken. Zaterdags maakt hij deel
uit van een heel ander korps, dat van
de scheidsrechters, die met zijn allen
(tienduizend) er borg voor staan,
dat de talloze naar de bal hongerende
jongetjes en jongens hun geliefde spel
onder goede leiding kunnen bedrij
ven.
Waagmeester behoort nog niet zo heel
lang tot het korps der soms verguisde,
maar over het algemeen toch wel ge
Scheidsrechter Waagmeester in actie tijdens een wedstrijd in de hoofdklasse junioren tussen Zilvermeeuwen (witte broek) en Z.V.V.
waardeerde fluitisten. Nadat hij van
af zijn twintigste in het derde elftal
van Z.V.V. (Ie klas, K.N.V.B.) uit
Zaandam heeft gespeeld, trekt hij in
1966 voor de eerste keer het scheids-
rechterstenue aan. Hij heeft dan een
cursus van zes weken gevolgd, het
examen afgelegd en begint zijn
scheidsrechtersloopbaan zoals alle
arbitersmet het leiden van een wed
strijd tussen twee adspirantenelftallen.
Zoals gebruikelijk is, wordt hij bij zijn
eerste wedstrijden niet aan zijn lot
overgelaten, maar kan hij rekenen op
een zekere begeleiding. Weldra wordt
hem de leiding bij juniorenwedstrijden
toevertrouwd en in datzelfde seizoen
gaat hij van groep 4 naar groep 3
over. (De afdelingsscheidsrechters
zijn in vier groepen ondergebracht.
Het hoogst bereikbare is groep 1,
van waaruit men onder bepaalde
voorwaarden kan overgaan naar de
K.N.V.B.).
Op het ogenblik fluit Waagmeester in
groep 2, wat betekent het leiden van
wedstrijden in de 2e en 3e klas en in
de hoofdklasse junioren. Vanuit
Zaandam, waar hij woont, kan hij
door heel Noord-Holland boven het
IJ ingezet worden. Waagmeester be-