DE
HERBERG
HAD IETS TE BETEKENEN
De Boerenbruiloft van Pieter Brueghel de Oude
1530-1569). Linksonder ziet u een mand met
bierpullen. Een afbeelding van enkele exem
plaren uit die tijd vindt u op een van de vol
gende pagina's.
Wie in een encyclopedie het tref
woord „café" naslaat, vindt, temid
den van de nodige andere gegevens,
een opmerking over de maatschappe
lijke functie van deze instelling. En
eigenlijk hoeft dat niemand te verba
zen. Het ligt nogal voor de hand, dat
het café of de taveerne of de herberg
of welke andere naam u aan een tap
perij wilt geven, in hoge mate heeft
bijgedragen tot een versteviging van
het onderling contact tussen mensen.
Waar men in een genoeglijke sfeer
bijeen is, komen de tongen los, is de
openhartigheid soms misplaatst, maar
altijd aanvaardbaar en staat er de
waard achter zijn tapkast met in zijn
ogen de welwillende wijsheid van een
biechtvader, die alles al veel eerder
gehoord heeft en veel erger. Betrouw
baar trefpunt derhalve kan het café
zijn, betrouwbaar trefpunt van men
sen die bijeen horen, zo maar, omdat
ze stamgasten zijn of binnen het ver
band van een vereniging, die nu een
maal aangewezen is op ruimte en
vaak voor alle activiteiten een plaat
selijk horeca-bedrijf als het vanzelf
sprekende tehuis beschouwt. Niet in
de laatste plaats om deze reden is de
maatschappelijke functie van het café
niet te onderschatten.
Het is waar, dat een andere benade
ring evenzeer mogelijk is. Men kan
erop wijzen, dat er gevaren verbon
den zijn aan een frequent cafébezoek.
Men kan stellen, dat er in de loop
van de eeuwen mensen geweest zijn,
die nooit in een herberg hadden moe
ten komen en dat er gevallen aanwijs
baar zijn van morele achteruitgang,
die is terug te voeren op invloeden
opgedaan in de tapperij. Maar dat is,
met uw welnemen, de zaak om
draaien. Dat is een maatschappelijk
verschijnsel beoordelen naar degenen,
die er misbruik van maken. Niette
min zal men wijzen op ergerlijke vor
men van drankmisbruik, de nadruk
leggen eventueel op periodes in ons
historisch verleden, waarin dat drank
misbruik ging lijken op een nationale
ramp of, nog eerder in de geschiede
nis, op een nationale deugd. Natuur
lijk zijn er in de sociale disharmonie
van het laatste kwart der negen
tiende eeuw de nodigen geweest, voor
wie een vlucht uit de vaak al te
harde realiteit een vlucht in de drank
betekende. Maar tezelfdertijd komt
daar „de nieuwe kracht, die ons om
hoog zal dragen", zoals Henriëtte
Roland Holst het zegt, en dezelfde
gelegenheid, die de vlucht van de
zwakke mogelijk maakt, biedt de
sterken ruimte om te confereren en
Boerenherberg van Joos van Craesbeeck
1605-1654).