VIERDAAGSE 1968 NABESCHOUWING oprichting van dit Fanfarekorps ons terdege voor ogen gehouden, dat we een moeilijke en zware weg insloegen, waaraan eigenlijk nooit een einde komt. Het peil van de amateurmu- ziek in Nederland staat op een dus danig hoog niveau, dat stilstand ach teruitgang betekent, hetgeen dus in houdt, dat aan studeren en het per fectioneren van het geleerde nooit een einde komt. Des te groter is de vreugde nu de eerste bescheiden suc cessen geoogst worden van twee jaar intensief zwoegen, waarbij we zware hindernissen hebben overwonnen, die we dankzij de kundigheid van onze dirigent, de liefde van onze leden voor de vereniging en het improvi satietalent van het bestuur, terugge wezen hebben als zijnde hindernissen van de laagste categorie. De bezetting van het Fanfarekorps is bijna compleet. In november wordt het korps nog uitgebreid met machi- nepauken, een of twee trombones en hier en daar nog een kleine aanvul ling. De Drumband staat nog steeds onder de leiding van good old adju dant P. de Leeuw en ook hier moet nog het een en ander aangevuld wor den. Wij hopen dan ook van harte dat werknemers van onze brouwerij dit verslag zullen lezen en de weten schap meenemen dat zij, alsook man nelijke huisgenoten vanaf 12 jaar, welkom zijn, om onze vereniging ver der te doen groeien. De plannen voor de nabije en verdere toekomst zijn in korte trekken de volgende. Zondag 22 september gaat de Drumband op promotieconcours in Oss, op 19 oktober gaat de Fan fare op promotieconcours in Rosma len. Op zaterdag 7 december geven we ons jaarconcert, in samenwerking met een ander muziekgezelschap. Voor dit optreden zijn momenteel al onderhandelingen gaande. Verder staat op de agenda de aanvraag tot verzorging van een radioconcert in de reeks Musicerende Dilettanten. Voorts is een punt van overweging de deelname aan het Wereldmuziek concours te Kerkrade in 1970, het geen natuurlijk een maximum aan voorbereiding vereist. Tenslotte willen wij u er nog even op attent maken dat onze Blaaskapel nog steeds springlevend is en ook het afgelopen jaar aan verschillende eve nementen haar medewerking heeft verleend. Wij zien de toekomst met vertrouwen tegemoet en zullen ons door eventuele moeilijkheden niet uit het veld laten slaan. Hiervoor is na tuurlijk de volledige medewerking van allen, die ons Fafarekorps een warm hart toedragen een vanzelf sprekende (nood)zaak. H. K. F. Eggly, secretaris De Zevenheuvelenweg, ook in de Vierdaagse van 1968 een van de zwaarste trajecten. Waarom loopt men een Vierdaagse mee? Een vraag, die ieder persoonlijk zich dient te stellen alvorens deel te nemen. Er zijn namelijk heel veel ple zierige dingen rond het Vierdaagse- festijn, die reeds voldoende redenen zouden kunnen zijn om mee te doen. De aparte manier bijvoorbeeld waar op vele nationaliteiten elkaar bij deze gelegenheid ontmoeten. De enorme hartelijkheid, die men allerwegen on dervindt. De samenwerking tussen allerlei instanties, die plotseling alles voor elkaar krijgen dat anders niet mogelijk zou zijn. Of het bijzonder mooie parcours: de Betuwe, het land van Maas en Waal en de streek rond om Groesbeek en Cuyk. Dit alles kunt u echter slechts erva ren, als u zich voldoende hebt voor bereid op het lopen van 50, 40 of 30 kilometer per dag, al naar gelang tot welke groep u behoort. Boven dien moet de 50 km in een stevig marstempo worden gelopen om de afstand binnen de vastgestelde elf uur te kunnen afleggen. Met pijn in voe ten en spieren is dit echt geen lolletje meer. Voor een serieuze deelname aan de Vierdaagse zijn daarom twee dingen onontbeerlijk, namelijk een goede lichamelijke conditie en een stel voeten, dat in staat is de nodige kilometers te vreten. De voorberei dingen zullen speciaal daarop gericht moeten worden. Een training van 300 tot soms 800 kilometer wordt veelal noodzakelijk geacht, waarbij dan vroeg in het voorjaar moet worden begonnen. Ettelijke vrije dagen zullen daaraan besteed moeten worden. Er wordt wel eens gezegd: „Een Vier daagse loop ik zonder training". Dat kan. Echter niet zonder moeilijkhe den en daarmee doet men het prin cipe van de organiserende Koninklijke Bond voor Lichamelijke Opvoeding geweld aan. Teveel wordt de laatste tijd van de zijde van het publiek het accent van de bijval gelegd op hen, die het moeilijk hebben. Nee, dat is het niet! In de tegenwoordige tijd is het juist goed wat meer tijd te beste den aan lichaamsbeweging en zo kan de Vierdaagse het middel zijn om hier gericht aan te werken. Dan kan de Vierdaagse de bekroning zijn van de inspanningen, die men zich daar voor getroostte. Niettemin kunnen, ondanks goede voorbereidingen en de verplichte me dische keuring, toch nog wel moei lijkheden ontstaan. Forceer dan niet, durf eruit te stappen, hoewel dit moeilijk is. Iemand, die „binnengedra gen" moet worden (niet toegestaan) is in feite een aanfluiting van de Vierdaagse. Na twee keer de tocht te hebben ge lopen, moest ondergetekende de hiervoor genoemde beslissing ook ne men, na praktisch de helft van de 52e Vierdaagse te hebben volbracht. Niettemin gaan we het volgend jaar opnieuw proberen. Maar dan met een grotere deputatie uit Amsterdam. Wie doet mee? Amsterdam L.H. 17

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 19