j 8. De drie ontstapel- machines van boven gezien met rechts het begin van de trans portbanen, die naar de bottelarij leiden. 4. De glijplaten (G en G), hier nog in gesloten toestand. De pijlen wijzen op de rubber rollen (zie foto 6). voor het overige sterk gemechaniseerde en gedeeltelijk zelfs geautomatiseerde colonnes. Het antwoord kwam in de vorm van drie automatische ontstapelmachines, met de invoering waarvan nu ook het laatste gedeelte van de bottelcolonnes, waar nog met de hand werd ge werkt, is gemechaniseerd. De capaciteit van de depalletizers elk bedraagt 1500 een heden per uur. De machines zijn zodanig uitgerust, dat zij alle in gebruik zijnde verpakkingen kunnen ver werken. Nieuw is ook de toepassing van de zogeheten krimp- folie. Het grootste gedeelte van onze exportemballage komt rechtstreeks van de fabriek, die de dozen met lege flessen kant en klaar, dat wil zeggen op pallets gesta peld, aflevert. Sinds enige tijd worden de pallets door de fabriek bovendien nog „overtrokken" met krimpfolie. 5. De glijplaten zijn automatisch opzij geschoven en de bovenste laag dozen komt in de aldus ontstane opening. een dun en doorzichtig plastic materiaal, dat zich na enkele messtreken gemakkelijk laat verwijderen. Dooi de toepassing van de krimpfolie werd het mogelijk het aantal lagen dozen per pallet aanzienlijk te verhogen (bij de dozen met glass cans zelfs tot 13 lagen). Boven dien is door het strakke plastic omhulsel de stabiliteit van de stapels sterk vergroot en zijn de dozen tijdens het transport afdoende tegen weersinvloeden beschermd. De gang van zaken na de ingebruikneming van de ont stapelmachines, die achter elkaar staan opgesteld (foto 1), is als volgt. De pallets met dozen worden door een vorkheftruck tot bij de machine gebracht waarna men de krimpfolie verwijdert (foto 2). Vervolgens plaatst de heftruck de pallet op de invoerketting van de ont- stapelmachine (foto 3). Zodra de voorgaande stapel ver werkt en de lift in de machine leeg is, voert de ketting

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1968 | | pagina 4