Klaasje ^licjp
Toen Klaasje Sliep van school af
kwam, maakten vader en moeder zich
veel zorgen. Wat moest Klaasje wor
den? Er waren natuurlijk beroepen
genoeg die hij kon kiezen, maar het
vervelende was, dat Klaasje bijna
overal zat te slapen. Op school had
hij daar ook veel last van gehad. Om
de haverklap moest de onderwijzer
hem wakker schudden. ,,Ik kan er
niets aan doen", zei Klaasje steeds.
„Als ik even stilzit of stilsta val ik
in slaap".
Vader en moeder besloten Klaasje
bij een bakker in de leer te doen.
Maar ach, waar ze bang voor waren,
gebeurde al heel gauw. Klaasje moest
op de bakkersoven passen. Zodra het
brood of de koekjes mooi lichtbruin
waren gebakken, moest hij ze eruit
halen. Maar Klaasje viel natuur
lijk elke keer in slaap, zodat het
brood en de koekjes steeds helemaal
verbrandden en niet meer te eten
waren. Na een week werd hij al door
de bakker ontslagen.
Toen werd Klaasje trambestuurder.
In het begin ging dit goed. Maar op
een keer reed de tram alle haltes
voorbij. Hoe de conducteur ook
belde, en hoe de mensen ook
schreeuwden dat zij wilden uitstap
pen, de tram ging door! Bij het eind
punt reed ze, bang met een gewel
dige klap tegen de stootblokken op,
zodat alle passagiers door elkaar tui
melden. Toen pas werd Klaasje, die
natuurlijk over het stuur in slaap ge
vallen was, met een schok wakker.
Diezelfde dag kreeg hij zijn ontslag.
Gelukkig kon hij een paar dagen
later al in dienst komen van een foto
graaf. Klaasje leerde al gauw foto
graferen. Wanneer er geen klanten
waren, viel hij wel eens in slaap, maar
dat vond de fotograaf niet zo erg. Op
zekere dag mocht Klaasje voor het
eerst zelf een foto maken. Er kwam
een grote familie, bestaande uit vader,
moeder en vijf kinderen, die op de
foto wilde. Klaasje zette hen netjes
neer, precies zoals hij van zijn baas
had geleerd en zei toen: „Nu allemaal
even lachen en naar het vogeltje kij
ken." Zelf kroop hij vlug onder de
grote zwarte doek van het fototoestel.
Vader, moeder en de vijf kinderen
glimlachten gehoorzaam en keken
met grote ogen naar de lens. Tjonge,
wat duurde dat lang! Zij kregen
kramp in hun wangen van dat lachen,
maar ze durfden zich toch niet be
wegen.
Wat was dat! Er klonk gesnurk van
onder de zwarte doek! De vader stond
op en trok de doek weg. Klaasje stond
met zijn hoofd op het fototoestel te
slapen! De familie was erg boos en
ging zich beklagen bij de fotograaf,
die Klaasje meteen ontsloeg.
Tja, wat nu? Hij moest toch werken
om zijn brood te verdienen. Dit keer
probeerde Klaasje Sliep het eens in
een groot warenhuis, waar hij lift
bediende werd. Dat telkens op en
neer gaan en het telkens de deuren
opendoen, hield hem vanzelf wakker.
Maarop een middag was hij
zoek. De deuren van de lift stonden
wijd open, doch Klaasje was nergens
te bespeuren. De mensen die met de
lift meewilden, begonnen te klagen
en daarom gingen een paar verkopers
uit het warenhuis Klaasje zoeken. Zij
vonden hem ten slotte in de bedden
afdeling, waar hij heerlijk op een ma
tras lag te slapen!
Toen de chef dit hoorde, riep hij
boos: „Wacht maar, ik zal die luilak
zelf wel eens eventjes wakker maken
en hem meteen zijn ontslag geven!"
Met grote passen liep hij naar de bed
denafdeling toe. Daar stonden een
paar mensen glimlachend naar de
slapende Klaasje te kijken. De chef
hoorde een van hen zeggen: „Kijk
die jongen eens heerlijk slapen! Zo'n
matras waar hij op ligt, ga ik hier
ook kopen." En een mevrouw zei
tegen haar man: „Laten we maar zo'n
matras nemen, waar dat jongetje op
slaapt. Dat schijnt heel goed te zijn."
Plotseling was de chef niet boos
meer. Hij maakte Klaasje heel voor
zichtig wakker en zei: „Je mag geen
liftbediende meer zijn, maar je kunt
hier wel blijven werken. Dan moet
je, net als nu, de hele dag op dit ma
tras gaan liggen slapen. Op die ma
nier zullen wij een heleboel matrassen
kunnen verkopen."
Nu, dat vond Klaasje prachtig. Ein
delijk had hij werk naar zijn zin. De
hele dag sliep hij voortaan als een
roos en daarna ging hij opgewekt
naar huis. En weten jullie wat hij
dan na het eten meestal zei? „Zo, nu
ga ik gauw naar bed en lekker slapen,
want ik heb weer hard gewerkt van
daag!"
Jim Keulemans
17