J. C. SCHEUIERMAN
AFSCHEID
DANKBETUIGING
EEN BRIEF UIT AUSTRALIË
klutsen-.
BIERSLEETJE
Namens de collega's overhandigde de heer Mollenbrok een cadeau
onder couvert.
In Rotterdam nam op 30 november 1965 weer een van
onze oudgedienden in verband met het bereiken van de
pensioengerechtigde leeftijd afscheid van de Heineken
gemeenschap. Het was de heer J. C. Scheuiermandie
ruim 45 jaar de brouwerij in de Maasstad heeft gediend.
Na zijn indiensttreding in 1920 was hij gedurende veer
tien jaar werkzaam in de gist- en lagerkelders. Daarna
ging hij over naar de mouterij, in welke afdeling hij zijn
gehele verdere diensttijd bijna dertig jaar heeft
doorgebracht.
Aan de afscheidsreceptie in kantine Hollandia ging,
zoals in Rotterdam te doen gebruikelijk is, de ontvangst
bij de bedrijfsleiding vooraf. Omdat de heer Scheuier
man zoveel jaren in de mouterij heeft gewerkt en dit
enige jaren geleden stilgelegde „bedrijf" op zijn duimpje
kent, kwamen al spoedig allerlei, soms sterke verhalen
op tafel. Ook hier bleek dat de heer Scheuierman, die
niet getrouwd is, een man is met gevoel voor humor,
hetgeen deze afscheidsbijeenkomst bepaald niet wee
moedig deed zijn. Aan het einde van de ontvangst dankte
de heer Van Rossem, mede namens de directie, de heer
Scheuierman voor hetgeen deze in 45 jaar trouwe dienst
voor de brouwerij in Rotterdam heeft gedaan.
In Hollandia, waar collega's en bekenden bijeen waren,
sprak de heer Mollenbrok op de hem eigen, vlotte
wijze de heer Scheuierman toe. Hij zei, dat er na het
geen bij diens 25-jarig en 40-jarig jubileum was gezegd,
weinig meer over was om Koen in het zonnetje te
zetten. De heer Mollenbrok vervolgde: „Jij bent de
laatste échte mouter, die nu weggaat, jij bent een van
degenen, die alle werkzaamheden hebben meegemaakt.
Gelukkig zie je er nog vitaal uit en dat je dat ook
inderdaad nog bent, is wel gebleken uit de manier
waarop je tot de laatste dag de trappen van de mou
terij „nam". Ik heb er steeds verbaasd over gestaan,
hoe vlug je dat deed. Als ik dacht dat je nog beneden
was, zat je al boven, en omgekeerd". Als afscheids
geschenk namens de collega's overhandigde de heer
Mollenbrok tenslotte een envelop met inhoud, alsmede
een cadeau in vloeibare vorm, uit te schenken in kleine
glaasjes. De afscheidsbijeenkomst werd daarna nog ge
ruime tijd in de beste stemming voortgezet.
Langs deze weg wil ik gaarne nog directie, bedrijfsleiding, chefs en
collega's bedanken voor alles wat ik gedurende mijn diensttijd bij de
brouwerij en in het bijzonder bij mijn afscheid heb mogen ondervinden.
i. C. SCHEUIERMAN
Het deed ons genoegen een brief te ontvangen van een
oud-employé, de heer P. Laning, die destijds onze ver
tegenwoordiger in Groningen was in onze afdeling
huisverbruik.
Hij emigreerde met zijn gezin ongeveer vijftien jaar
geleden naar Tasmanië en hij schrijft ons dat het hem
in zijn nieuwe vaderland heel goed gaat.
Bij zijn brief sluit hij een knipsel in van The Saturday
Evening Mercury, waarin melding wordt gemaakt van
de vele biermerken die verkocht worden in de public
bar van het Kingston Hotel in Kingston. Het is voor
de heer Laning, zoals hij schrijft, altijd opnieuw een
plezier daar zijn Heineken te kunnen drinken.
Bij het kranteartikel is een foto opgenomen van de heer
Ken Barnes, schoonzoon van de hoteleigenaar, staande
achter de bar en voor een royale uitstalling van zijn
bierassortiment. Op het schap staan de letters
WYBMADIITU
die bij informatie bij de heer Barnes blijken te betekenen:
„When you buy me a drink I'll tell U".
Jammer genoeg leent de krantefoto zich niet voor repro-
duktie in ons blad.
De heer C. A. van Balen te Bolnes maakte vorige
winter deze grappige opname van zijn dochtertje
in een tot slee „verbouwd" bierkistje. Bij gebrek
aan een echte slee, schreef hij en zo te zien had
de kleine er niet minder plezier om. Overigens
is het natuurlijk niet de bedoeling, dat dit voor
beeld navolging vindt. Per slot, een stijfselkissie
is een stijfselkissie en in onze gele kratjes hoort
echt alleen maar bier
24