J. P. van der Zeeuw: Het Rode
Kruis maakt veli
DIT IS
ZIJN HOBBY
Hier maakt hij een bejaarde dame blij met een
grote zak appels.
woordenstroom is nauwelijks te stui
ten. „Hoe bent u er eigenlijk toe ge
komen dit werk te gaan doen?"
vragen we, als onze gastheer even op
adem moet komen. „Ik was bezig
met een E.H.B.O.-cursus," vertelt hij.
„Toen ik mijn diploma had behaald
in 1960 was dat vroeg ik me
af of niet op de een of andere
manier de mogelijkheid bestond op
dit alles wat dieper in te gaan." Het
behalen van het E.H.B.O.-diploma
vindt de heer Van der Zeeuw overi
gens niets bijzonders.
De ,,J. Henry Dunant" is het bekende hospitaal
schip van het Rode Kruis, waarop jaarlijks
duizenden chronisch zieken een onvergetelijke
week beleven.
Tot de veie acties die het Rode Kruis op touw
zet behoort onder meer het rondbrengen van
fruit naar zieken en bejaarden. Hier ziet u de
heer Van der Zeeuw bij het verlaten van een
Rode-Kruisauto.
In deze tijd, zo rond Kerstmis en Nieuwjaar, is het meestal de gewoonte
de gebeurtenissen van het afgelopen jaar de revue nog eens te laten passeren.
Allerlei herinneringen komen dan weer boven. Herinneringen van persoonlijke
aard, maar ook in ruimer verband. Zo denken we bijvoorbeeld aan de
geweldige mijlpaal die we dit jaar hebben bereikt met de omzet van twee
miljoen hectoliter binnen één boekjaar. Aan de industriële ontwikkeling van
ons land. En dan natuurlijk de internationale toestanden niet te vergeten.
Hoe dikwijls het woord 'vrede' in deze weken wordt genoemd, weten we
allemaal. Maar we weten ook en daarvoor hoeven we niet eens zo ver
om ons heen te kijken dat deze vrede nog lang niet is bereikt.
Mede daarom leek het ons een goede gedachte in dit Kerstnummer het
hobbyverhaal op te nemen van een man, die zich met hart en ziel inzet
voor een vereniging, die haar werkzaamheden uitoefent onafhankelijk van
ras, huidskleur, godsdienst, geloof of geslacht. We bedoelen het Rode-Kruis
werk, waaraan de heer J. P. van der Zeeuw, heftruckchauffeur van onze
brouwerij in Amsterdam, elke vrije minuut besteedt. Hoewel de heer Van der
Zeeuw dit werk zeer lief heeft, zal hij het zelf waarschijnlijk onder een
ander woord dan 'liefhebberij' rangschikken. Niettemin hebben wij gemeend
dit verhaal in de rubriek „dit is zijn hobby" te moeten onderbrengen.
Als we na aankomst bij de familie
Van der Zeeuw in de gezellige huis
kamer met een dampende kop koffie
die na de vroege treinreis wel
dadig aandoet in de gemakkelijk
ste stoel zijn gezet, hebben we na
enkele minuten van ons gesprek al
ontdekt, dat hier een man zit, die
zich met een enorm enthousiasme
voor het Rode-Kruiswerk inzet. Zijn