JUMPING AMSTERDAM 1965
j
Eervolle onderscheiding voor
ir. J. A. Emmens
ONTLEEND AAN
EEN VONNIS VAN DE
RECHTBANK
TE ALKMAAR
De strijd van de edele springpaarden werd onderbroken door het optreden in de pauze van de werkpaarden van onze Amsterdamse brouwerij, twee
appelschimmels en twee vossen, die fraai opgetuigd hün show voor het publiek gaven.
Foto boven:
De Nederlander Anton Ebben was met Prins
Ajax lange tijd de grote kanshebber in het
Jachtspringconcours.
Foto rechts:
De winnaar van de Grote Prijs van Nederland,
de Duitse ruiter Gert Wiltfang op Freiherr.
Van 22 tot cn met 24 oktober 1965
werd in de hoofdstad opnieuw het
bekende Internationale concours hip-
pique „Jumping Amsterdam" gehou
den. Een van de hoogtepunten van dit
driedaagse ruiterfestijn was het Jacht
springconcours om de Grote Prijs van
Nederland, aangeboden door Heine-
ken's Bierbrouwerij Maatschappij
N.V. De Nederlander Anton Ebben
met Prins Ajax, als zesde gestart in
een rij van 33 deelnemende combi
naties, leek lange tijd winnaar van dit
onderdeel te zullen worden. Tot de
laatste rit was zijn tijd van 75,2
seconden over het foutloos gereden,
zware parcours, de beste. Toen kwam
de Duitser Gert Wiltfang met Freiherr
die deze tijd 0,2 seconde scherper
stelde en daarmee winnaar werd van
de Grote Prijs van Nederland.
Wij ontvingen bericht, dat onze oud
directeur, de heer Emmens, op 30 ok
tober jl. in België is onderscheiden
met 'het Bijzonder Landbouw Ere
teken le klas op grond van zijn
verdiensten voor de Vereniging
voor Brouwonderzoek en -onderwijs
(V.E.B.O.). Eenzelfde eer viel tebeurt
aan prof. drs. B. D. Hartong (d'Oran-
jeboom) en dr. H. van Veldhuizen
(N.I.B.E.M.).
De V.E.B.O., die dit jaar haar 25-jarig
bestaan vierde, heeft altijd nauw sa
mengewerkt met het NACOBROUW
en later het N.I.B.E.M.
Ter gelegenheid van het jubileum van
de V.E.B.O. ontvingen de heren
Emmens, Hartong en Van Veldhuizen
genoemde eervolle onderscheiding, die
hun tijdens een brouwgersttentoon-
stelling in Brugge door een vertegen
woordiger van de Belgische minister
van landbouw werd uitgereikt.
„Overwegende dat in de eerste
plaats dient te worden opge
merkt dat het drinken van bier
niet als een onzedelijke gedra-
1 ging of als een uiting van on- 1
zedelijkheid kan worden ge
kwalificeerd
3