INENTING TEGEN INFLUENZA
PERSONALIA
BUITENLAND
Nu de winter- en voorjaarsmaanden naderen, zal op de brouwerijen wederom
de gelegenheid worden gegeven zich te laten inenten tegen influenza.
Vooral hen die lijden aan ziekten van luchtwegen en longen (of daaraan
geleden hebben), aan suikerziekte, aan hartziekte of aan steenpuisten en ver
schillende hardnekkige huidaandoeningen, wordt in het bijzonder aangeraden
zich te laten inenten.
Maar ook gezonden kunnen influenza
krijgen, welke ziekte door complica
ties, vooral in de longen, voor som
migen een zeer ernstig verloop kan
nemen. Het is vooral de kans op deze
complicaties, welke door middel van
inenting sterk wordt verminderd.
Het is goed hier nog eens duidelijk
te maken, dat deze inenting zich
alleen richt tegen de echte influenza
en niet behoedt tegen allerlei andere
afwijkingen van de luchtwegen zoals
verkoudheid, keelpijn, hardnekkige
hoest en dergelijke. Deze ziekten ge
lijken in hun verschijnselen wel sterk
op de influenza, maar worden door
andere „besmetters" teweeg gebracht.
In de dagelijkse taal noemen we dat
dan allemaal maar „griep", hetgeen
dus niet gelijk is aan influenza.
Influenza treedt meestal als epidemie
op, zoals in 1957. Er worden dan
zeer grote groepen van de bevolking
aangetast, vooral daar waar de men
sen dicht op elkaar leven of werken
(fabrieken, kazernes, mijnen, scholen
enzovoort).
In iedere arbeidsgemeenschap breidt
zich een epidemie snel uit. Wanneer
wij dus zorgen niet ziek te worden,
bereiken we veel:
1. We worden zelf niet ziek.
2. We besmetten onze medewerkers
niet.
3. We besmetten onze gezinsleden
niet.
4. We zorgen ervoor dat het produk-
tieniveau niet daalt.
Dit alles is in ons eigen voordeel en
in dat van onze medemens!
Rest nog te zeggen dat wij ons tijdig
moeten laten inenten. Als de epidemie
er eenmaal is, dan is het te laat om
er nog aan te beginnen! Er zal op
3 november a.s. worden ingeënt, ook
nu weer met behulp van het injectie-
„kanon", waardoor de toediening
pijnloos verloopt.
U krijgt allen nog persoonlijk bericht
hierover.
J. H. HOVY
Centrale Personeel Dienst
DE HEER W. M. VAN HAAFTEN
GERIDDERD
De jubilerende voorzitter van de
Amsterdamse IJsclub, de heer W. M.
van Haaften, gepensioneerd verkoop
leider Amsterdam, is benoemd tot
ridder in de orde van Oranje Nassau.
Dit werd de heer Van Haaften maan
dag 25 oktober jl. tijdens de vergade
ring van de AIJC meegedeeld door
de ere-voorzitter, de burgemeester
van Amsterdam, mr. G. van Hall.
De heer Van Haaften is 50 jaar be
stuurslid van de AIJC, waarvan de
laatste 12 jaar voorzitter. Hij is ook
erelid van de KNSB en van de
Internationale Schaatsunie.
Op 29 juli werden de heer en mevrouw Nielsen-Pedersen
te Kumasi verblijd met de geboorte van hun zoon Jens Frede-
rik.
Begin augustus werd de heer K. W. F. Keiler overge
plaatst van Lagos naar Kaduna.
De heer P. Meinster vertrok op 23 augustus uit Kaduna
naar Europa voor het doorbrengen van zijn verlof.
Ook de heer G. Koenderink verliet Kaduna; met zijn gezin
ging hij op 30 augustus met verlof naar Nederland.
Mevrouw P. C. W. Koopman-van Leeuwen vertrok op 3
september weer naar Singapore, vergezeld van haar twee
jongste kinderen.
Na genoten verlof arriveerden dr. L. Bels en zijn gezin op
7 september weer in Singapore.
Op 8 september keerde de heer H. Schurink met zijn gezin
terug uit Martinique, waar hij de heer W. Dijkstra tijdens
diens verlof had vervangen.
De heer Ff. J. M. Francken vertrok op 9 september 1965
naar Moundou, waar hij tijdelijk als brouwer is tewerkgesteld.
Samen met de heer Francken reisden de gezinnen van de
heren De Bruyn en De Groot naar Moundou.
De 10de september was een heuglijke dag voor de heer
en mevrouw Slootweg-Hage. Op die datum werden zij name
lijk verblijd met de geboorte van hun zoon Robert Erik.
De heer G. Quelle vertrok op 10 september met zijn gezin
uit Lagos voor het doorbrengen van zijn Europees verlof.
Uit Moundou vertrok op 14 september de heer E. K. P.
Daniel met zijn gezin, zij vertrokken met verlof naar Holz-
kirchen/Duitsland.
Marjan Maria is de naam van het dochtertje van de heer
en mevrouw Haring-Bonsen, dat op 14 september in Boma
werd geboren.
Op 15 september keerden ir. A. J. Kruidenier en zijn vrouw
uit Massafra/Taranto naar Nederland terug.
Op diezelfde dag vertrok de heer J. Soudijn naar Triest,
waar hij de heer Huisman als bedrijfscontroleur gaat ver
vangen.
Mevrouw A. Zwanenburg-Huisman keerde op 15 september
terug naar Aba.
Op 17 september vertrokken twee gezinnen naar Congo:
de familie J. W. Veenhuyzen keerde na genoten verlof terug
naar Léopoldville, terwijl de familie F. J. M. Kil naar Boma
reisde, waar de heer Kil als machinist is gestationeerd.
De heer H. G. Liebetrau ging op 17 september met zijn
gezin naar Lagos, waar hij de Production Manager gaat af
lossen.
Mevrouw H. H. Klos-Wilkes reisde op 20 september met
haar gezin van Baden-Baden naar Massafra/Taranto, waar
haar man als brouwmeester werkzaam is.
Na genoten verlof kwam de heer H. F. de Vries met zijn
vrouw op 21 september weer in Kumasi aan.
De heer en mevrouw Koopmans-Van Dun te Aba werden
op 22 september verblijd met de geboorte van hun zoon Carlo.
Op 29 september keerde de heer J. van Eerbeek uit Congo
weer naar Nederland terug.
Ir. H. Timmer vertrok op 2 oktober met zijn gezin uit
Lagos om zijn verlof in Europa te gaan doorbrengen.
De heer R. Koppenol keerde na genoten verlof op 2 oktober
met zijn vrouw terug naar Aba.
Op 8 oktober vertrok de familie B. A. Horstman naar
Singapore, waar de heer Horstman als brouwmeester zal
worden tewerkgesteld.
Uit Lagos tenslotte ontvingen wij bericht van een blijde
gebeurtenis in het gezin van de heer en mevrouw Rademaker-
van der Vlag, waar op 10 oktober een zoon, Henricus Jo
hannes, werd geboren.
5