Afscheid J. W. Verschoor
Afscheid C. W. van Merriënboer
Op 29 september jl. nam de heer J. W. Verschoor
afscheid van de brouwerij te Rotterdam. Hoewel de
heer Verschoor na een dienstverband van ruim 45
jaar zijn „tijd" nog niet geheel had „volgemaakt", was
voor hem het moment van gaan toch gekomen. De
heer Verschoor kwam namelijk in aanmerking voor
de nieuwe wachtgeldregeling, zodat hij enige jaren
vóór zijn officiële pensionering de brouwerij ging ver
laten. Om redenen van persoonlijke aard had de heer
Verschoor de wens te kennen gegeven de afscheidsbij
eenkomst te beperken tot een kleine kring van geno
digden. In de dependance, waar het gezelschap bijeen
was gekomen, sprak de heer Berkemeier namens de
directie als eerste de scheidende functionaris toe.
Hij uitte zijn dank voor hetgeen de heer Verschoor
in de afgelopen 45 jaar voor de brouwerij en in het
bijzonder voor de expeditie, waar hij al die jaren heeft
gewerkt, heeft betekend. „Het goede werk, dat u tij
dens deze periode hebt gedaan, uw collegialiteit en
uw kwaliteiten als mens zijn de drie belangrijkste
facetten, die uw tijd hier tot een succes hebben ge
maakt," aldus de heer Berkemeier. Verder bracht hij
de heer Verschoor de meest hartelijke groeten over
van de heer Feith, die tot zijn spijt niet tijdig aan
wezig kon zijn om dit afscheid bij te wonen. Vervol
gens overhandigde de heer Berkemeier de heer Ver
schoor een enveloppe met inhoud, die hij „de enve
loppe der sterken" noemde.
De heer Eibers, als directe chef van de heer Van
Merriënboer, sprak woorden van dank voor de ma
nier waarop deze nieuwe mensen steeds wegwijs heeft
gemaakt. Omdat er zo weinig vakmensen meer over
zijn, zou hij in de toekomst nog gaarne eens een be
roep op hem willen doen. Hoewel een dag tevoren
in de sfeer van de stal reeds afscheid was genomen,
mocht de heer Eibers het thans namens het gehele
garage- en stalpersoneel doen, waarbij hij namens deze
groep een set gereedschap aanbood, bloemen voor me
vrouw en tevens namens de portiers van de brouwerij
een doos sigaren.
Namens de afdeling expeditie sprak de heer Lindeman
over zijn kennismaking tien jaar geleden toen de heer
Van Merriënboer hem vertrouwd moest maken met
de bijzonderheden in de binnenstad. Als nieuwkomer
had de heer Lindeman zich verbaasd over het
transport en over de manier waarop met de klanten
werd „omgesprongen". Vrijwel iedere caféhouder werd
bij de voornaam aangesproken en als die bijvoorbeeld
vier vingers opstak, betekende dit vier halve „hecto's".
Voor de zeer goede wijze waarop hij de brouwerij
in deze niet altijd gemakkelijke buurt heeft vertegen
woordigd, bracht de heer Lindeman hem namens zijn
afdeling bijzonder veel dank. De gepensioneerde hoofd
vertegenwoordiger R. A. M. te Riele was niet verge
ten dat „Ome Cor" vandaag afscheid nam, de man,
aldus spreker, die alle kelders en biervoorraden van
de Zeedijk kent. Zijn dankwoord van de groep ver
tegenwoordigers voor het goede werk in de binnen
stad ging vergezeld van een grote doos sigaren.
De heer Van Merriënboer besloot het officiële gedeelte
door dank te brengen voor dit afscheid en speciaal
voor de opkomst van vele oud-collega's, alsook voor
de mooie cadeaus die hij had mogen ontvangen,
toepassing op mevrouw Van Merriënboer. L. H.
De heer J. W. Verschoor, die op 29 september jl. afscheid nam van
de brouwerij te Rotterdam, ontvangt uit handen van de heer Berkemeier
,,de enveloppe der sterken".
Daarna richtte de heer Van Wijk, chef van de expe
ditie het woord tot de scheidende functionaris. „Meest
al is het de gewoonte om bij een afscheid alle gebeur
tenissen van de afgelopen jaren de revue te laten
passeren, maar als ik daar aan zou beginnen, zou ik
morgenavond hier nog staan," aldus de heer Van
Wijk. „Ik wil u alleen maar zeggen, dat we u zullen
missen, want u wist alles," zo vervolgde hij. Ook de
heer Van Wijk dankte de heer Verschoor voor alles
wat hij in de afgelopen 45 jaar in het belang van
Heineken heeft gedaan. Na het overhandigen van de
enveloppe met inhoud van bazen, chefs en collega's
wenste hij de heer Verschoor, samen met zijn vrouw
nog vele, lange en gezonde jaren toe. Hierna bleef
het gezelschap nog enige tijd onder het genot van het
gebruikelijke koele glas bier in de dependance bijeen.
Na een diensttijd van bijna 45 jaar nam de heer C. van Merriënboer
op 29 september jl. afscheid van de brouwerij te Amsterdam.
Rechts de heer Tania, assistent-bedrijfsleider.
Op woensdag 29 september 1965 nam de Amsterdam
se brouwerijgemeenschap afscheid van de heer C. van
Merriënboer. Van de grote schare belangstellenden was
de heer Tania de eerste die een woord van afscheid
sprak, hetgeen hij mede namens de heer Goos deed.
Hierbij bleek dat de heer Van Merriënboer bijna 45
jaar geleden was begonnen in de stal en gedurende
vrijwel zijn gehele diensttijd bij de paarden was ge
bleven. Als één van de drie mannen op de brouwe
rij die verstand hebben van paarden, heeft hij dit
werk met veel ambitie gedaan. Namens de bedrijfslei
ding dankte de heer Tania hem hiervoor hartelijk.
Voor de manier waarop hij in de vaak ongeregelde
diensten heeft gewerkt, bracht hij deze dank mede van
25