m
P. VUNDERINK
40-JARIG JUBILEUM
De heer P. Vunderink, in het organisatieschema ver
meld als districtsverkoopleider horeca Amsterdam, is op
15 juni 1925, nog geen 20 jaar oud, bij Heineken in
dienst getreden. Om gezondheids- of liever ongezond
heidsredenen kon op 15 juni 1965 het feit dat dit toen
40 jaar geleden was gebeurd, niet worden herdacht. 10
september 1965 kon dit gelukkig wel en ik meen dat
mede daardoor de herdenking nog uitbundiger en nog
hartelijker was dan wanneer deze op 15 juni daaraan
voorafgaand zou hebben plaatsgevonden.
We waren met velen in 't Koelschip aanwezig en beslist
niet, zoals ik elders eens de indruk heb gehad, ambts
halve. Verre van dat. Men was gekomen omdat men het
hem en zijn vrouw zo van harte gunde en blij was
uiting te kunnen geven aan gevoelens van waardering,
bewondering en dankbaarheid.
Deze gevoelens werden vertolkt door de heer Van de
Griendt, die sprak van de V.V.V. nieuwe stijl, Vrienden
De heer Timmer overhandigt het cadeau namens het personeel.
Van Vunderink en de heer Timmer, die ons uit de doe
ken deed wat er zoal voor berichten te vinden waren
geweest in het Handelsblad van 15 juni 1925. Nadat
de heer Baay had gewaagd van de prettige sfeer die er
altijd heerste tijdens de besprekingen, nam de heer Van
der Zwaai het woord, die 40 jaren een enorme sloot
noemde, waaruit hij voor ons wel enige oude koeien
wilde opdiepen (hetgeen hem ook dit keer weer uit
stekend afging). De heer Leegstra kwam vervolgens
namens een groep van uitermate goede vrienden ver
tellen dat er maar één Piet Vunderink was.
Vriendelijke woorden spraken ook de heer Kappelle en
de heer Mollerus. De heer De Vries van het agentschap
Den Helder zei, dat hij altijd zo prettig met de jubilaris
had samengewerkt en de heer Pelganta van het agent
schap Beverwijk tenslotte meende dat de belangen van
de cliënten bij de heer Vunderink in zeer goede handen
waren; ook had hij ervaren dat de jubilaris alle facetten
van het vak zeer goed beheerste.
De sprekers lieten het niet alleen bij woorden alleen,
ook de daden waren er en wel in de vorm van mooie
en nuttige cadeaus.
Allen wensten de heer en mevrouw Vunderink nog het
allerbeste voor de komende vijf actieve en de daarop
volgende pensioenjaren. De heer Vunderink tenslotte
dankte allen voor de tot hem gerichte vriendelijke woor
20
Tijdens de toespraken. V.l.n.r. de heren Van de Griendt, Vunderink,
Feith, mevrouw Vunderink en de heer Timmer.
den en de vorstelijke cadeaus, waarmee hij verklaarde
zeer verguld te zijn. (Hetgeen u lezer overigens wel is
gebleken uit bijgaande foto's waarop de jubilaris wat je
noemt straalt!) Een genoeglijk samenzijn in 't Koelschip
vormde het sluitstuk van dit bijzonder geslaagde ju
bileumfeest.
Voor hetgeen naar wij hopen gezegd zal worden op de
bijeenkomst ter gelegenheid van het beteiken van de
pensioengerechtigde leeftijd door de heer Vunderink
moge ik u thans reeds verwijzen naar het verslag, dat
naar hij hoopt te zijner tijd ook weer zal worden ge
maakt door
Oud Bruin.
Gaarne wil ik allen, die de 10e september tot een ware feestdag
hebben gemaakt, mede namens mijn vrouw ten zeerste bedanken.
P. VUNDERINK
Bij het jubileum van de heer Vunderink
Onlangs heeft de heer P. Vunderink, districtsverkoop
leider horeca voor de noordelijke provincies en Noord-
Holland, zijn 40-jarig Heinekenjubileum gevierd. „Ge
vierd" is misschien een beetje te sterk uitgedrukt, want
wij hebben hem zo ongeveer met de revolver in de
vuist moeten pressen om ons toch nog in de gelegenheid
te stellen, hem de hand te drukken. En dat is toen ge
beurd in strikt huiselijke Heinekenkring.
De heer Vunderink gelooft namelijk niet in dienst-
jubilea. Hij vindt het op zichzelf helemaal geen pres
tatie om veertig jaar bij dezelfde baas te zijn. Hij vindt
dit meer een kwestie van zitvlak en van hardnekkig
ademhalen, zij het dan ook onder bijvoeging van een
redelijke dosis plichtsbesef. Nu is dit een fraai woord
voor een uitermate rekbaar begrip. Als de heer Vunde
rink alleen maar zijn plicht had gedaan, dan zat hij nu
waarschijnlijk nog rustig op zijn stoel als chef van het
verkoopsecretariaat. Dat was nl. zijn eerste belangrijke
functie, zo om de dertiger jaren. Daar leerde hij het
stoeien met het Burgerlijk Wetboek, met ingewikkelde
contracten, met stevige, maar toch niet al te scherpe
brieven.
Jubilaris Vunderink met aan zijn linkerzijde de heer Feith; daarnaast
mevrouw Vunderink.