Afscheid P. Ouboter
Afscheid H. M. Meyer
Een maand na de officiële datum van pen
sionering nam de heer P. Ouboter onder grote
belangstelling afscheid van Heineken Rotter
dam, 31 augustus jl. U ziet hem hier tijdens
zijn dankwoord.
In de raadskelder te Rotterdam nam
op 31 augustus jl., een maand na de
officiële datum van pensionering, de
heer P. Ouboter afscheid van de
brouwerijgemeenschap.
De naam Ouboter komt reeds heel
lang voor in de annalen van Heine
ken. De brouwerij in Rotterdam be
stond nog maar acht jaar, toen de
vader van de heer Ouboter bij Hei
neken in dienst trad. Na 44 dienst
jaren ging hij in 1926 met pensioen.
Vier jaar later kwam zijn zoon bij
Heineken. „Dat betekent", aldus de
heer Vestergaard die de scheidende
functionaris als eerste toesprak, „in
totaal 79 Ouboterse jaren, zes/zeven
de van het bestaan van Heineken's
Bierbrouwerij Maatschappij."
Onze directeur gewaagde van de spe
ciale banden, die hierdoor zijn ont
staan en van de toewijding en ijver,
die zowel vader als zoon Ouboter
hebben gekenmerkt. De heer Vester
gaard sprak voorts met grote waar
dering over de werkzaamheden van
de heer Ouboter aan wie onder meer
de retourbier-administratie van Rot
terdam en later die van het gehele
land was toevertrouwd. Tot slot
dankte onze directeur hem bijzonder
hartelijk voor de wijze waarop de
heer Ouboter in zijn functie de be
langen van Heineken had behartigd.
De laatste jaren heeft de heer Oubo
ter deel uitgemaakt van de mecha
nische administratie. De heer Bol, die
hem vervolgens toesprak, begon met
de heer Ouboter ten voorbeeld te
stellen voor de jongere generatie. Ook
prees hij zijn aanpassingsvermogen
bij de overgang naar de mechanische
administratie. In zijn toespraak liet
de heer Bol voorts tot uitdrukking
komen hoezeer men in de afgelopen
maand de persoon, de vitaliteit en
het enthousiasme van de heer Oubo
ter had gemist. Namens het personeel
bood de heer Bol tenslotte een ca
deau onder couvert aan.
Namens de collega's sprak daarna de
heer Van Hoffen. Hij zei onder meer:
„Uit naam van alle collega's van de
mechanische administratie, maar ook
namens de oud-collega's dank ik u
hartelijk voor de door u getoonde
collegialiteit en voor de wijze, waarop
u altijd met ons heeft samengewerkt.
U was geen verenigingsman, maar ik
weet dat u veel van uw vrije tijd
heeft besteed aan werk op kerkelijk-
sociaal gebied en dat u daarbij velen
gelukkig heeft gemaakt."
Het laatste woord was aan de heer
Ouboter, die zich allereerst richtte
tot degenen die hem op zo hartelijke
wijze hadden toegesproken. Evenzeer
ging zijn dank uit, zoals hij zei, naar
alle collega's, in het bijzonder die
van de mechanische administratie,
naar de aanwezigen en allen, die aan
het cadeau hadden bijgedragen.
In het nog jonge bestaan van onze
Bossche brouwerij was 31 augustus
1965 de dag, waarop voor de eerste
maal een der personeelsleden met
groot verlof (pensioen) naar huis
werd gezonden. De heer H. M. Meyer,
op latere leeftijd bij Heineken in
dienst getreden, nam afscheid van de
brouwerij, waarvan hij sedert het
begin deel had uitgemaakt.
Om half vijf 's middags begon in de
kantine de afscheidsreceptie. De heer
Dijkmans van Gunst sprak namens
de bedrijfsleider (de heer Ten Bruggen
Cate was wegens ziekte verhinderd)
de eerste Bossche gepensioneerde toe.
Hij memoreerde uit de loopbaan van
de heer Meyer het volgende. In 1956
te Rotterdam in dienst getreden, was
de heer Meyer al spoedig daarna
naar Den Bosch overgeplaatst, waar
hij, na aanvankelijk in de bottelarij
werkzaam te zijn geweest, weldra een
taak in de gistkelder toegewezen had
gekregen. De zorg, die hij daarbij aan
de totstandkoming van ons produkt
heeft besteed, deed de heer Van Gunst
de reeds eerder op deze dag gesproken
woorden herhalen: „Over enige jaren
zegt Meyer wellicht met trots: Het
bier is niet meer dat wat het in mijn
tijd was." Onder dankzegging voor
alles wat de heer Meyer op zijn plaats
voor Heineken had gedaan, bood de
heer Van Gunst tenslotte namens be
drijfsleiding en bazen een fraaie gang
lamp aan.
Vervolgens sprak, namens het perso
neel, de heer Van der Geld. Hij
meende dat het voor een man, die in
1911 onder voor onze begrippen
slechte omstandigheden aan het ar
beidsproces ging deelnemen, die de
gehele evolutie heeft meegemaakt en
die juist nu het leuk begint te worden
afscheid moet nemen, zwaar zal
vallen als „ambteloos burger" thuis
om de tafel te zitten. Het geschenk
namens het personeel dat de heer
Van der Geld aanbood, bestond uit
een mooi tafelkleed.
De heer Van Roosmalen, die uit naam
van de collega's uit de gistkelder de
heer Meyer dankte voor de bijzonder
prettige samenwerking, liet deze dank
vergezeld gaan van een staande
schemerlamp.
De voorzitter van het tamboerkorps,
de heer Moors, die zei te hopen dat
de heer Meyer in zijn pensioentijd lid
zal blijven van het korps, 'bood
namens de muzikanten een envelop
met inhoud en een bloemstuk aan.
Als laatste sprak de heer Meyer, die
in zijn dankwoord allen betrok, die
tijdens zijn dienstverband bij Heine
ken iets voor hem hadden betekend
en in het bijzonder ook allen, die
deze dag van afscheid voor hem
onvergetelijk hadden gemaakt. Vele
Bossche personeelsleden maakten
daarna van de gelegenheid gebruik
persoonlijk afscheid van de heer
Meyer te nemen.
In Den Bosch vond, eveneens op 31 augustus
jl., voor de eerste maal een afscheid in ver
band met pensionering plaats. Het was de heer
H. M. Meyer van de gistkelder, die onder grote
belangstelling werd uitgeluid. Op de foto: De
heer Van der Geld overhandigt het cadeau
namens het personeel.