gaande methodiek. Het is namelijk mogelijk in deze
machines ook een „geheugen" in te bouwen, zodat de
computers, na het inbrengen van het menselijk denk
patroon, in staat zijn logische beslissingen te nemen.
Nu hebben we al een paar keer het woord „computer"
gebruikt en deze naam is inmiddels al zo ingeburgerd,
dat we ons ternauwernood meer afvragen hoe we aan
deze naam gekomen zijn. De naam computer is afge
leid van het werkwoord „to compute", dat, velen van
u weten het wel, „rekenen" betekent.
Computer zou dus vrij vertaald in het Nederlands
„rekenaar" moeten heten. Enige geleerden hebben zelfs
bij de geboorte van de computer aan het Nederlandse
woord „rekentuig" gedacht, natuurlijk alleen maar in
dezelfde zin als wij het woord werktuig gebruiken.
De eerste computers zijn ongeveer twintig jaar gele
den gebouwd in de Verenigde Staten van Amerika,
het land dat we dan ook beschouwen als de bakermat
van deze nieuwe technische ontwikkelingen. Deze com
puters, en hieruit blijkt dat de eerst gegeven naam niet
zo onjuist was, waren uitsluitend gebouwd voor het
uitwerken van ingewikkelde technische en wetenschap
pelijke problemen.
Toepassingen, waarbij veel gegevens op papier gezet
moesten worden, hetgeen bij administratief werk bij
voorbeeld het geval is, kwamen veel later. En zo groei
de de machine, aanvankelijk ontworpen als uitslui
tend een snelrekenmechanisme, uit tot de hedendaagse
„gegevens verwerkende apparatuur".
Ondanks de nog zeer jeugdige leeftijd van de computer
is de ontwikkeling van de techniek zo snel voortge
schreden, dat we heden al over de derde generatie van
computers spreken.
In de eerste generatie computers werden de impulsen
(stroomstootjes) vastgehouden en verwerkt door mid
del van radiobuizenlampen die meestal werden ge
leverd door „een bekend bedrijf in het zuiden van ons
land". De rekensnelheden die hiermede mogelijk waren
konden worden uitgedrukt in milli-seconden (één dui
zendste deel van een seconde). De warmte-ontwikkeling
van de honderden lampen, die nodig waren voor één
computer, was echter zo groot, dat de toenmalige com
puters voorzien waren van ventilatoren om de koeling
te verzorgen. Dat dit nogal eens tot technische sto
ringen aanleiding gaf spreekt haast vanzelf.
Men zocht dus naar nieuwe wegen, die praktisch paral
lel liepen met de ontwikkeling van de radiotechniek en,
de transistors kondigden hun eerste optreden aan.
De tweede generatie computers maakte van deze nieuwe
middelen onmiddellijk gebruik. De nieuwe transistors
boden ongekende voordelen:
Waren de computers van de eerste generatie uitgerust met elektronen
buizen (links boven), de tweede met transistors (rechts), het nieuwste
IBM-systeem maakt gebruik van miniatuur-circuits met nieuwe elemen
ten ter grootte van een speldeknop. 50.000 van deze elementen
kunnen in één vingerhoed (voorgrond). Door toepassing van micro
circuits zijn verwerkingssnelheden van nano miljardste delen
van seconden mogelijk.
1. praktisch geen warmteontwikkeling;
2. zeer kleine afmetingen, waardoor de wegen, die de
stroomimpulsen moesten gaan, korter werden;
3. het uiterlijk van de computer veranderde totaal,
het massale verdween en kleine, handige kastjes
kwamen er voor in de plaats;
4. technisch grote betrouwbaarheid bij een zeer laag
stroomverbruik.
Door deze transistors werden de rekensnelheden aan
merkelijk opgevoerd; ze sprongen van een millisecon
de naar een microseconde (1 miljoenste deel van een
seconde).
En nog was het einde er niet. De ontwikkeling van
3