Vijf jaar judo in Rotterdamen nog iets
Judoclub „Heineken" vierde
eerste lustrum
Géén winterslaap bij W.S.V. „Heineken" - Den Bosch!
teurs, zijn van harte welkom. Zij kunnen
zich opgeven bij mej. Schönberger, mej.
Kleyngeld of bij de heer Hoogvliet.
Ter gelegenheid van het vijfjarig bestaan
van onze judoclub hebben we zaterdag
26 januari jl. een gezellige middag en
avond doorgebracht in de raadskelder te
Rotterdam.
We begonnen 's middags om twee uur
met een kinderfeest voor de pupillen en
junioren. Een spannende film, gevolgd
door de wonderlijke manipulaties van
onze Heineken goochelaar, de heer Spek,
brachten er al spoedig de stemming in.
Toen daarna onze voorzitter, de heer
Doesburg, aanstalten maakte om de uit
slag bekend te maken van de judo-opstel
wedstrijd, steeg de spanning ten top. Als
nummer één kwam uit de bus Walter
Raadsen, 10 jr., die voor zijn opstel een
prachtige sporttas in ontvangst mocht
nemen. Na nog een laatste rondje SiSi
gingen allen voldaan huiswaarts.
Om zeven uur 's avonds stonden de be
stuursleden van de judoclub al klaar om
de vele genodigden, die zij voor het feest
hadden uitgenodigd, te ontvangen.
De heer Doesburg opende de avond met
een woord van welkom, waarna hij in het
kort de vijf jaren van onze club de revue
liet passeren. Tevens maakte hij van de
gelegenheid gebruik om een ieder op te
wekken tot deelneming aan de mooie
judosport.
Daarna sprak de heer Van Agthoven, die
onze jubilerende judoclub namens alle
sportverenigingen van Rotterdam een ca
deau onder couvert aanbood. Dit was
voor het dansorkest „De vrolijke Rotter
dammers" aanleiding een gezellige feest-
potpourri in te zetten, waaraan al gauw
iedereen meedeed.
Tot slot willen wij graag allen danken,
die meegewerkt hebben aan het slagen
van deze avond.
J.M.
Over de viering van het eerste lustrum van
onze judoka's leest u ongetwijfeld elders.
Daar kom ik niet op terug.
Belangrijker dan de viering acht ik het feit,
dat een aantal enthousiaste organisatoren dit
Rotterdamse judo zo stevig op de benen heeft
gezet. Ik noem van hen de huidige bestuurs
leden Doesburg, Monfrooy, Huisman, Bosch,
Visser en de wedstrijdleider Kranendonk.
Speciaal de drie eerstgenoemden en de heer
Kranendonk hebben véél werk verricht en het
is goed dit hier eens te onderstrepen, omdat
het aan andere mensen van Heineken laat
zien: ,,wat goede couragie vermag".
Ze zijn immers begonnen met niets, genoten
weliswaar veel medewerking van de bedrijfs
leiding en af en toe een bescheiden subsidie,
maar de club is toch als het ware gegroeid
tegen de verdrukking in.
Want in Rotterdam hebben we nu eenmaal
geen sportzaal of grote kantine ter beschik
king en de judosport speelt zich af in een
geheimzinnige hoek van het fabrieksgebouw.
Een plaats, die wel het voordeel biedt dat
men er eigen baas is en er continu de be
schikking over heeft, maar de ligging is moeilijk,
de ruimte te klein, de kleedgelegenheid
provisorisch, de verwarming tot voor kort een
groot probleem, enzovoort.
En toch bloeit onze judoclub als bijna geen
der andere sportverenigingen. Zij brengt met
recht de Rotterdamse wapenspreuk: „sterker
door strijd", in praktijk.
Van dit werk der judo-leiders waar velen van
profiteren (24 senioren en 16 junioren en
Het woord geschiedenis mag dan mis
schien wat voornaam klinken, een
feit is, dat op 1 april 1958 besloten
werd een onderafdeling wandelen op
te richten en er van dat tijdstip af
dus van een wandelgeschiedenis, zij
het in bescheiden mate, kan worden
gesproken. Het was wijlen de heer
D. B. H. Derksen, in onze herinne
ring nog steeds voortlevend als een
enthousiast wandelliefhebber, die het
initiatief nam met een bescheiden aan
tal tippelaars een wandelclub te for
meren. Hiervoor was zeker enige
durf nodig, want, laten we het maar
eerlijk zeggen (en dat geldt kennelijk
ook voor onze Amsterdamse en Rot
terdamse collega's!), men „loopt"
over het algemeen niet zo gauw ergens
warm voor. De heer Derksen is echter
van het standpunt uitgegaan, dat,
zéker als gevolg van de mooie om
geving van Den Bosch, maar ook
vanwege deze zo uitermate gezonde
sport, de door hem opgerichte wan
delclub van lieverlede zou uitgroeien
tot een waarlijke wandelsportvereni
ging. Wat dit betreft is gebleken, dat
de heer Derksen een „goede wissel
adspiranten) wil ik in het bijzonder de stijl
waarin de junioren worden opgevoed memo
reren.
Judo lijkt een ruwe sport, maar als men ziet
hoe het de jeugd wordt geleerd, dan mag
men zeggen dat hier een belangrijk opvoe
dend element in schuilt. Respect voor de
tegenstander en hoffelijk optreden zijn een
kenmerk van de Heineken-judoka. Na de trai
ning drinken de heren graag een glaasje bier,
maar tijdens de oefeningen zal men onze
groene etiketten vergeefs zoeken. Men zorgt
voor een sobere en ingetogen beoefening van
de sport.
Misschien mag ik de hulde aan het kleine
getal dergenen, die leiding geven aan het
judo, uitbreiden tot het iets grotere, dat
bereid is de activiteiten der andere onder
afdelingen van de Personeels Unie te leiden.
Telkens weer valt het op, dat mensen bereid
zijn zich in te spannen om anderen een ge
noegen te bezorgen. Die inspanning ondervindt
niet altijd de waardering die zij verdient,
want velen aanvaarden dit werk als iets van
zelfsprekends, zelfs zó vanzelfsprekend, dat
zij hun eigen medewerking tot het uiterste
menen te kunnen beperken. Omdat zij het
woordje „dienen" niet kennen?
Daarom is het goed dat Vers van 't Vat de
dank vermeldt aan de weinigen, die het werk
doen voor de velen. Voor u en mij en ieder
die een leuk feestje, een gezellige voetbal-
of bridgewedstrijd, een aardig toneelstuk,
populaire koormuziek of een fikse tennismatch
op prijs stellen.
Kg.
op de toekomst" heeft getrokken. De
viering van het eerste lustrum van
onze wandelsportvereniging heeft,
evenals een medaille, dan ook twee
zijden, een trieste en een min of meer
trotse kant.
Enerzijds het feit, dat de oprichter
dit eerste lustrum niet meer heeft
mogen beleven, anderzijds is het mij
een groot genoegen u namens het
bestuur te kunnen mededelen, dat ter
gelegenheid van het 5-jarig bestaan
van onze wandelsportvereniging deze
mijlpaal zal worden gevierd met een
door ons te organiseren eerste lustrum
wandeltocht, in de prachtige omge
ving van 's-Hertogenbosch en wel op
zaterdag 27 april a.s„ na hiertoe van
directiezijde toestemming te hebben
gekregen. De directie heeft ons tevens
haar volle medewerking toegezegd,
waarvoor wij haar zeer erkentelijk
zijn.
U zult het nu niet meer zo verwon
derlijk vinden, nu u van onze eerste
wandeltocht afweet, dat er al geruime
tijd grote drukte bij W.S.V. „Heine
ken" Den Bosch heerst, zij het ook
(vervolg op pag. 29)
Het bekroonde opstel
De maandag is voor mij de fijnste
dag in de week. Het is dan weer
de dag dat ik naar judo ga. Als ik
's maandagsavond boven kom, is
ome Joop al aanwezig en na ons
verkleed te hebben, gaan we
gauw aan de slag. Eerst flink
gymnastiek doen om de spieren
los te maken, daarna valbreken
en een partijtje draaien. Ik vind
het een fijne sport; ik hoop het
dan ook nog lang te mogen doen
en binnenkort oranjeband te wor
den.
Walter Raadsen
U mocht soms denken: van die Bossche wandelaars horen we niets meer, zou
er misschien iets aan de hand zijn? Inderdaad is er „wat" aan de hand!
De in Brabants hoofdstad alom bekende slagzin „Den Bosch hééft weer
wat", zou ik, met een beetje air, van toepassing willen laten zijn op de
winteractiviteiten van onze wandelsportvereniging. Deze activiteiten hebben
nl. betrekking op een gebeurtenis of in dit verband beter gezegd een „mijl
paal" in de geschiedenis van de onderafdeling wandelen van Heineken's
Personeelsvereniging 's-Hertogenbosch.
26