Afscheid van drie oudgedienden De heer Wolfel (l.) overhandigde zijn collega Mimmel bij diens afscheid van de Amsterdamse brouwerij namens het personeel een geschenk onder couvert. De heer J. J. van Beuzekom nam op 30 januari j.l. afscheid van ons Rotterdamse bedrijf. Bijna een halve eeuw heeft hij de brouwerij aldaar gediend. Van zijn 48 dienstjaren was hij gedurende meer dan dertig jaar in de stal werkzaam. Door zijn functie, de heer Van Beuzekom was tot het laatst actief koetsier, genoot hij op de brouwerij en daarbuiten grote bekendheid. Van 1948 tot zijn pensionering was de heer Van Beuzekom werkzaam bij de havendienst. Daar had hij in de jaren na de oorlog een actief aandeel in het met de hand laden en lossen van onze exportzendingen. Toen door de voortschrijdende mechanisatie de handenarbeid ver minderde en daarna grotendeels verdween, werd hij als voorman belast met de controle op de afleveringen in de haven. Na ontvangst bij de bedrijfsleiding volgde een afscheids receptie in kantine Hollandia, waar de heer Zwaan namens de collega's een cadeau overhandigde. Ook kwamen aan het eind van de middag vertegenwoor digers van enkele havenbedrijven geschenken aanbieden als blijk van waardering voor de scheidende heer Van Beuzekom. Twee dagen later, op 1 februari j.l., verliet opnieuw een oudgediende, de heer S. J. Molijn, de Rotterdamse gelederen teneinde van zijn welverdiende pensioen te gaan genieten. Evenals de heer Van Beuzekom schreef de heer Molijn bijna 48 dienstjaren achter zijn naam. Er is nog iets wat zij gemeen hebben: van beiden is namelijk een broer, van de heer Molijn zelfs twee, bij Heineken Rotterdam werkzaam. Ook de heer Molijn is na zijn indiensttreding in de stal begonnen. Na enkele jaren ging hij over naar een andere afdeling, de mouterij, waar hij bijna zijn gehele verdere diensttijd heeft doorgebracht. Als eeststoker heeft de De laatste dag van de maand januari was voor drie van onze oudgedienden tevens de laatste dag van hun dienstverband bij Heineken. Het waren de heren O. O. Mimmel (Amsterdam), J. J. van Beuzekom en S. J. Molijn (beiden te Rotterdam), die samen meer dan 130 jaar hun beste krachten aan ons bedrijf hebben gegeven. Als eerste van de laatste der (drie) Mohikanen uit de kuiperij in Amsterdam nam de heer Mimmel op 31 januari j.l. afscheid van de brouwerij aldaar. De heer Mimmel kwam in 1926 als „Wanderbursche" naar Holland, waar hij al spoedig als kuiper bij de brouwerij in Amsterdam in dienst trad. De heer Goos, als eerste spreker, roemde zijn vakbe kwaamheid en merkte tevens op dat de laatste jaren zeker niet de gemakkelijkste waren geweest, aangezien het kuiperswerk hoe langer hoe meer terugliep en men noodgedwongen op sierfusten en dergelijke moest over gaan. Verder memoreerde de heer Goos nog de tijd dat de heer Mimmel in Kaïro werkte om daar „uit te kelderen" (het uit de kelders halen van de grote, hou ten legvaten ten behoeve van het periodieke onderhoud). De tweede spreker, de heer Pothoven, schilderde de scheidende heer Mimmel als een zeer plichtsgetrouw en bereidwillig iemand, die altijd voor iedereen klaar stond. Tevens sprak hij zijn dank uit voor al hetgeen de heer Mimmel voor de brouwerij en voor de kuiperij in het bijzonder gedaan had. Namens zijn collega's werd een enveloppe met inhoud aangeboden als versterking van zijn „televisiepotje". Op zijn eigen, humoristische wijze dankte de heer Mimmel allen, die deze dag voor hem tot een onver getelijke hadden gemaakt. Samen met zijn vrouw bekijkt de heer Van Beuzekom het cadeau dat hij bij zijn afscheid van zijn collega's ontving. 20

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1963 | | pagina 22