Zilveren jubileum dr. H. E. Jansen
Afscheid te Amsterdam en Rotterdam
Het nieuwe jaar was nog maar vier dagen oud, toen in de in een nieuw
kleed gestoken raadskelder te Rotterdam de eerste jubilaris van 1963,
dr. H. E. Jansen, chef afdeling speurwerk van het centraal laboratorium,
gehuldigd werd.
Namens de heer De Rijke, die door
ziekte verhinderd was, sprak de heer
Gombert de jubilaris toe. De heer
Gombert wierp een korte terugblik op
de loopbaan bij Heineken van de
heer Jansen, die na zijn indiensttre
ding op 1 januari 1938 al spoedig
uitgezonden werd om na een verblijf
van negen jaar in het Verre Oosten
in 1947 weer naar Nederland terug
te keren.
Vervolgens wijdde de heer Gombert
veel aandacht aan de werkzaamheden
van de jubilaris. Hij belichtte enkele
bijzondere facetten daarvan en
maakte gewag van de resultaten van
de verschillende onderzoekingen, die
voor het bedrijf van zo uitermate
groot belang zijn.
Ook betrok de heer Gombert in zijn
toespraak de werkzaamheden van de
jubilaris ten behoeve van Heineken's
Technisch Nieuws, waarvan de heer
Jansen, als opvolger van de heer
Vermeulen, de redactie voert.
Tot slot van zijn toespraak speldde
de heer Gombert de jubilaris het em
bleem voor 25 jaar dienst op, hem
daarbij namens de directie dankend
voor al hetgeen hij gedurende deze
jaren voor Heineken gedaan heeft.
Het was daarna de heer Mendlik, die
na een humoristische inleiding na
mens alle vrienden, zoals hij het
noemde, op symbolische wijze een
geschenk overhandigde, bestaande uit
een schitterend radiotoestel. De heer
Mendlik liet deze symbolische over
handiging vergezeld gaan van een
lijst, waarop de namen van hen, die
aan dit cadeau hadden bijgedragen,
vermeld stonden.
Het laatste woord was aan de jubi
laris, die zich eerst tot de beide spre-
Dr. H. E. Jansen, chef afdeling speur
werk van het centraal laboratorium te
Rotterdam, vierde op 4 januari jl. zijn
zilveren jubileum.
kers richtte en vervolgens allen
dankte, die aan het cadeau hadden
bijgedragen. Ook sprak de heer Jan
sen zijn dank uit voor de hulp, steun
en medewerking, die hij gedurende
de afgelopen jaren bij zijn werkzaam
heden had ondervonden.
Amsterdam, 4 december 1962. Na bijna 42 jaar trouwe
dienst nam de heer H. van der Kuilen afscheid van
onze hoofdstedelijke brouwerij. Gedurende al deze jaren
heeft de heer Van der Kuilen zonder onderbreking zijn
beste krachten gegeven aan zijn taak in de lagerkelders,
sterker nog gezegd, hij was daarmee vergroeid. Dat de
laatste jaren niet de gemakkelijkste zijn geweest, weten
de ingewijden maar al te goed, hoewel de heer Van der
Kuilen de laatste zou zijn om dit naar buiten uit
te dragen.
De heer Goos sprak dan ook zijn dankbaarheid, waar
dering en bewondering uit over de wijze, waarop de
heer Van der Kuilen zijn taak opvatte en tot het laatste
toe had volgehouden.
Vervolgens was het zijn directe chef, de heer Pothoven,
die in het kort de 42 jaar de revue liet passeren, daarbij
het zwaartepunt leggend op het karakter en de collegia
liteit van de scheidende heer Van der Kuilen. „Laat het
applaus na mijn speech niet mij, maar als blijk van
waardering de heer Van der Kuilen gelden," aldus
besloot de heer Pothoven zijn toespraak.
Daarna werd de heer Van der Kuilen namens zijn col
lega's door de heer Kooge een gemakkelijke stoel aange
boden, die hij, zichtbaar onder de indruk, van zijn
oudste collega, de heer H. de Bruin, in ontvangst nam.
Bij monde van de heer Verver bracht de heer Van der
Kuilen zijn dank uit voor alle vriendschap en mede
werking, die hij bij Heineken had ondervonden. Met
een gezellig samenzijn werd dit bijzonder geslaagde
afscheid besloten.
Rotterdam, 28 december 1962. Op een van de laatste
dagen van het vorige jaar vond te Rotterdam het
afscheid van de heer D. J. van Beek plaats. Evenals de
heer Van der Kuilen in Amsterdam is ook de heer Van
De heer H. van der Kuilen, die op 4 december 1962 afscheid
nam van de Amsterdamse brouwerij, ontvangt hier een ge
schenk van zijn chef, de heer Pothoven. Op de voorgrond de
fauteuil, die zijn collega's hem aanboden.
14