de bezetting met zuivere waterbrouwsels moesten worden verdund, een bijzonderheid, die weer een heel eigen techniek vergde. Deze nieuwe maatregel werd door geen der betrokkenen toegejuicht. Dat overigens van de tamelijk milde stemming van de Duitsers ten opzichte van de brouwerijen zo veel mogelijk werd geprofiteerd, laat zich volkomen begrijpen. Aangezien voor het dunne bier aanzienlijk minder hop nodig was, leverde de hopvoorziening geen moeilijk heden. Wèl was dit het geval met de suiker, die op de meest strenge wijze bewaakt moest worden en waarvan op het „traject" tussen de voorraadzolder (die herme tisch afgesloten was) en de brouwketel ongelofelijk grote hoeveelheden op mysterieuze wijze verdwenen. Het transport De grondstoffenvoorziening Op het gebied van de grondstoffenvoorziening ont stonden weliswaar grote moeilijkheden, maar toch niet zodanig als tijdens de eerste wereldoorlog, toen de Nederlandse gerst voor de bierbereiding totaal onge schikt was en toen met kunst- en vliegwerk mout van overzee moest worden betrokken. Men kan zelfs tot zekere hoogte zeggen dat de Nederlandse gerst, die in 1939 in de brouwgerstgebieden verbouwd werd, wèl geschikt was voor de bierbereiding, maar door vele brouwerijen toch niet als zodanig van ganser harte werd geaccepteerd. Dit veranderde na het uitbreken van de tweede wereldoorlog in september 1939, toen er een brouwgersttentoonstelling werd gehouden in het Jaar beursgebouw in Utrecht, waarbij alle beschikbare par tijen in één slag aan de brouwerijen verkocht werden. Nadien werd de gerst van de boer ingenomen door de Nederlandse Akkerbouw Centrale, die in overleg met de Duitse autoriteiten een kwantum ter beschikking stelde van de brouwerijen, welk kwantum door het in tussen op initiatief van de heer Stikker opgerichte C.B.K. (Centraal Brouwerij Kantoor) werd opgenomen en onder de brouwerijen verdeeld. Dit kwantum werd in de loop van de oorlog steeds kleiner, iets wat zeker ook niet de instemming had van de bezettende macht, die de brouwerijen als „stimmungs- bestimmende" bedrijven gaarne in stand hield. Daarom kwam toen van tijd tot tijd soms geheel onverwachts, de bepaling af dat het bier maar weer dunner moest wor den, waardoor de in de kelders aanwezige hoeveelheden Wat betreft het transport kwam men op de brouwerij voor heel andere moeilijkheden te staan. Weliswaar was de situatie heel anders dan ten tijde van de eerste wereldoorlog toen het militaire apparaat van Neder land nog veelvuldig gebruik maakte van paardentractie. In de oorlogsjaren was een van de cen trale keukens van de stad Rotterdam op het terrein van onze brouwerij onderge bracht. 7

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1962 | | pagina 9