I
Het leven op de brouwerij gedurend
I i 1
ft l
Het gedenkraam, dat na de oorlog door
het personeel in Rotterdam werd aan
geboden. Het onderschrift luidt: Aan
de directie aangeboden in dank voor al
hetgeen lij tijdens de oorlog gedaan heeft
voor personeel en gepensioneerden."
Eveneens in de gang van het bedrijfskan-
toor vinden we de plaquette, die rechts
boven op de volgende pagina is afgebeeld.
ENKELE HERINNERINGEN AAN DE MOEILIJKHEDEN, MOGELIJK
HEDEN EN „ONMOGELIJKHEDEN" UIT DE OORLOGSJAREN
De ouderen onder ons zullen elk jaar wanneer begin
mei nadert, ongetwijfeld met hun gedachten terug
gaan naar de tweede wereldoorlog, die in mei be
gon en vijf jaar later in diezelfde maand eindigde.
De redactie werd dit jaar op versterkte wijze aan
die dramatische periode uit ons leven herinnerd,
doordat er bij de oude foto's van het bedrijf, die zij
op haar oproep ontving, verschillende opnamen
waren, die betrekking hadden op het leven op de
brouwerij tijdens de oorlog.
Dit is aanleiding geweest om voor ons meinummer
een artikel te brengen, waarin toestanden en gebeur
tenissen uit de tweede wereldoorlog weer tot leven
worden geroepen. Een artikel, dat in het bijzonder
een indruk wil geven van de omstandigheden waar
onder de Heineken-gemeenschap in die jaren ge
leefd en gewerkt heeft.
Dank zij de medewerking, die wij van verschillende
kanten ontvingen, is dit verhaal, dat u hieronder
aantreft, tot stand gekomen. Wij zijn in het bijzon
der dank verschuldigd aan de heren Emmens en
Dijkema (Rotterdam) en de heer Seger (Amster
dam), die de stof voor dit verhaal vrijwel kant en
klaar op de redactietafel brachten.
Rotterdammaart 1962. Wanneer men zijn gedachten
nog eens over de periode van de tweede wereldoorlog
laat gaan, dan blijft daarvan enerzijds over de onaan
gename herinnering aan de doorlopende druk der
onvrijheid en de angst voor het in hechtenis nemen of
deporteren van familieleden en vrienden naar Duitsland,
en anderzijds het prettige gevoel van saamhorigheid en
vertrouwelijkheid ten opzichte van mensen, waarmee
men tot aan het tijdstip van de oorlog nauwelijks of
geen contact had.
Alleen diegenen, die zich uitgesproken pro-Duits hebben
getoond, waren daarvan natuurlijk uitgesloten, maar op
De binnenplaats van de brouwerij in Rotterdam, 1942. Het
biertransport vond al grotendeels plaats met paard en wagen;
de vrachtwagens reden op lichtgas.
de brouwerij althans in Rotterdam was er slechts
één figuur, die destijds als anti-Nederlands bekend
stond. Hoewel deze man op zichzelf wel eens aanleiding
tot moeilijke en gevaarlijke situaties gaf, waren de
samenwerking en het begrip tussen de overige Heineken-
mensen toch zodanig, dat dit nimmer tot ernstige bot
singen heeft geleid.
Wanneer wij de moeilijkheden, die ten gevolge van de
Duitse bezetting voor de brouwerij ontstonden, nog eens
nader bezien, dan kunnen wij die in drie categorieën
verdelen, namelijk de moeilijkheden op het gebied van
de grondstoffenvoorziening, de problemen in verband
met het transport en ten slotte de zeker niet onbelang
rijkste kwestie, de voedselvoorziening van het personeel
6