Een stap verder Na de ontdekking, dat een atoom is opgebouwd uit een kern met één of meer elektronen er omheen, ging de wetenschap weer een stap verder. Zij vond dat ook de atoomkern zèlf niet ondeelbaar is, maar op zijn beurt weer opgebouwd uit nog kleinere bouw stenen, de neutronen en de protonen. Het eenvoudigste atoom dat we kennen, is dat van waterstof. De kern bestaat hier uit slechts één proton, waaromheen ook niet meer dan één elektron cirkelt. Op elke 5000 „gewone" waterstofatomen blijkt er echter één voor te komen, waarvan de kern niet bestaat uit één proton alleen, maar uit één proton en één neutron. Een dergelijk tweeling-atoom heeft men een isotoop genoemd. Scheikundig is deze isotoop de zware waterstof niet van de gewone water stof te onderscheiden; alleen het atoomgewicht is groter. Uranium, dé brandstof Ook bij uranium, de „brandstof" voor de atoomovens, komen verschillende isotopen voor. Het uranium, dat voor kernsplitsing wordt gebruikt, heeft een kern van niet minder dan 92 protonen en 143 neutronen. Rondom deze 235 kerndeeltjes, die heel dicht opeen- zitten, bewegen zich op grote afstand 92 elektronen. Hoe komt nu de kernsplitsing, die hierboven werd genoemd, tot stand? Dat klinkt op papier eenvoudig genoeg: men „beschiet" de atoomkern met zg. losse neutronen, die op verschillende manieren kunnen worden verkregen. Raakt een neutron de uranium kern, dan gebeurt het: de zware kern splijt in twee of meer brokken uiteen. Bij dat uiteenvallen blijkt een enorme hoeveelheid warmte en ook straling vrij te komen. Maar er gebeurt meer: bij de splijting komen uit de kern ook nog twee of drie „losse" neutronen vrij. Deze vliegen weg en kunnen op hun beurt weer als projectiel dienen voor andere uranium kernen in de buurt, die als ze geraakt worden, ook uiteenvallen. Opnieuw komt er dan warmte en straling en bovendien een paar „losse" neutronen vrij, die vervolgens andere kernen doen splijten. Op die manier ontstaat een zg. kettingreactie, waarbij in minder dan geen tijd miljarden atomen worden ge splitst en een onvoorstelbaar grote hoeveelheid warmte en straling vrijkomt. Bij de volledige splijting van één kilogram uranium komt evenveel energie vrij als bij de volledige verbranding van 3.000.000 kg kolen! De „Zeta" kernreactor in Engeland Kernfusie Bij de atoombom, of nauwkeuriger gezegd de kern- splijtingsbom, verloopt de vrijmaking van de kern energie werkelijk zo ongebonden en explosief als hierboven is verteld. Gelukkig is het heel goed moge lijk gebleken het proces van de kernsplitsing minder explosief te doen verlopen. Dit gebeurt in de zg. kernreactoren, waarin de kettingreactie heel nauw keurig in de hand kan worden gehouden, zodat men de mogelijkheid heeft de vrijkomende warmte nuttig te gebruiken. Niet alleen bij het uiteenvallen van een zware kern komen enorme hoeveelheden energie vrij. De samen smelting (fusie) van twee lichte atoomkernen bij zeer hoge temperatuur tot één zwaardere kern gaat met de vrijkoming van nog grotere hoeveelheden energie gepaard. Wanneer twee atoomkernen van zware waterstof (bestaande uit een neutron en een proton) worden samengesmolten, ontstaat een heliumkern (met twee neutronen en twee protonen). De mens heeft deze kernfusie toegepast in de ver schrikkelijke waterstofbom. In tal van laboratoria ook in Nederland zoekt men thans naar middelen om „de waterstofbom te temmen", d.w.z. om het proces van kernversmelting onder controle te brengen en te beheersen, waardoor een onmetelijke bron van energie ter beschikking van de mens zou komen. Aan de samensmelting van lichte atoom kernen dankt de zon haar gigantische energie. 13

Jaarverslagen en Personeelsbladen Heineken

Vers van 't Vat | 1959 | | pagina 15